GROOT-ROTTERDAM
Dit refrein was maar samengesteld uit de aan
vangsregels van drie oude liedjes.
In Breêroos „Moortje" komen de volgende vier
regels voor
„Hier komen wij Heeren rnit onze steeren,
Das kindeken Jesus willen wij lieben ond eeren.
Der jungste kuningh ist wolle bekant,
Dat isser de kuningh aus Greeckeniandt."
In de huiskamer had men voor het zingen met de
ster afzonderlijke sterreliederen. Het lied, dat wij
hieronder laten volgen, is omstreeks 16501660
uitgegeven.
STARREGESANGH.
Steek vrunden, het heuft ter deuren oet
Ont loestert eynmool no onsen geloet.
Drie Kuningen keumen jo hier ter boon,
Wol i se nicht geven, soo lootse man goon.
Want sicht wi singhen hier nicht om sunst,
Maer om dyn geldt ont goede gunst.
Stieght oet, stieght oet, ont sieter ons oon,
Wi komen soo'n verre wech ghegoon.
Wi komen hier al oet Orient,
Den junghsten dat 's eyn soo'n swarten feilt.
Den wech die vil hem jo alle soo suer,
Noe steyt hy soo palle gheliecken eyn muer.
Wi volghden jo de blinckende star,
Die 't nicht en gheleuvet dat isser eyn nar.
Jan Rodis al oet den vensteren lach
On ons van verre keumen sach.
Noe stricket dijn starre en set doe wat dool
Opdat ich doe nicht en achterhool.
W> vrooghden no Jan Rodis nicht,
Ont liecke wol onse hacken ghelicht.
Noe singhen wye hier voor dijnen deur,
doe bist door binnen, wi stoon door veur.
Geft wat, geft wat, ont tuevet nicht langh,
ons keele wort dreugh van dit gesangh.
0 smocke luyden, wat bist doe goet,
1 gevet ons wat, noe 't liet is oet.
Noe stieghen wye wedderom op eyn oor,
I kieck ons nicht wedder voor 't ander joor.
De in het 8ste couplet voorkomende naam, Jan
Rodis, was een verbastering van Herodes. Tusschen
het twaalfde en dertiende couplet trad de schenker
op, en reikte den zanger een vollen beker vlak
voor het laatste gingen de zangers het gezelschap
rond om al de vrouwen en meisjes te kussen. Dat
dit vaak tot tegenspartelen aanleiding gaf, is wel
te begrijpen, vooral wanneer Melchior met zijn
zwart gezicht haar naderde.
Een ander sterrelied begon zoo
„Wij Heeren loopen met de star,
Gebonden aan een noordsse spar
Wij reisden, zonder kar of wagen,
Vijfhonderd mijl in dertien dagen.
Wij klopten aan Herodes deur
Die lag te bed zijn wijf quam veur."
Het kwam onder de geringere burgers dikwijls
voor, dat het heele gezelschap, na het zingen, een
straatje omging en dan in een herberg terecht kwam,
waar de drie koningen onthaald werden.
Aan boord van de oorlogsschepen werd Driekonin
gen in vroeger tijd gevierd door 't zingen met de
ster. Drie, in een schilderachtig costuum gestoken
matrozen gingen met een ster rond en van hetgeen
ze inzamelden, genoot de bemanning een genoeg
lijken avond. Te Nieuwediep had het nog in 1840
plaats, toen daar een tamelijk groot eskader lag, en
in 1852 nog op Z.M. korvet „Sumatra".
Het koninkje spelen schijnt van Oosterschen oor
sprong te zijn, en de Grieken en Romeinen speelden
't reeds.
De koningsboon is, volgens sommigen, niets anders
dan het lot, dat met een boon getrokken wordt. Het
kiezen van de leden
der Magistraat,
heette van ouds
„te bone gaan" en
ook daar vandaan
komt 't spreekwoord
„Loontje komt om
zijn boontje".
Over de kaarsjes
was men het ook niet
eens. Sommigen zagen
in die koningskaarsjes
een vereering der hei
lige drie koningen
de heiligen moeten
toch hun waslicht
hebben. Maar, zeggen
anderen weer, over
't waslicht der heiligen
springt men niet. 't
Kaarsjesspringen was
van ouds een vreug-
debetooning over het
langer woroen der da
gen. Aan het zingen
met de ster zal men
wel geen anderen dan
een christelijken oor
sprong kunnen toe
kennen. De ster is die
van Bethlehem en het
sterrelied bezingt de
historie der drie Wijzen
uit het oosten en hun
ontmoeting met He
rodes dus een zuiver
christelijke oorsprong.
N. J. A.
1007
.Rustende Boer" van Chr. de Moor. geëxposeerd on de schilderijen-tentoonstelling in de Academie
voor Beeldende Kunsten, aan den Coolsingel te Rotterdam.
Vooral in een groote stad als Rotterdam is sneeuw een echt verkeersobstakel. De sneeuwruimers
waren de vorige week dan ook druk in de weer om de straten van
Het witte eoedie te bevrijden.
„Boerenfamilie" van Dr.
v. d. Plas, geëxposeerd op
de schilderijen-tentoonstel
ling te Rotterdam.
Schaatsenrijden op den Schiedamschen Singel te Rotterdam. Door
oud en jong wordt druk van het ijsvermaak geprofiteerd.