ONS ZEELAND
15
-JlK
rf°«27
lil
Smalle, bochtige paadjes en straatjes, waaraan
kleine huisjes met roode daken meest, rondom een
zware, dreigend uitziende kerk, die met haar groote
grijze muurv akken haar plompen, somberen toren, meer
aan een oud kasteel of ruine doet denken dan aan een
bedehuis, wat slooten en greppels, waarlangs wilgen
hunne kale takken omhoog steken, alsof allen strijden
om zooveel mogelijk zonlicht op te vangen, ziedaar
een nieuwe schets van Ritthem, het oude kleine
stedeke, te klein haast om bij vele Zeeuwen bekend
te zijn, maar met een verleden, dat spreekt van strijd
en van leven, dat ons eerbiedig doet opkijken naar de
oude gevels en wallen, en ons doet verplaatsen in
vroegere eeuwen, toen de vijand loerde op de forten,
toen de kanonnen bulderden over de Schelde, en de
mannen hunne wapens grepen om te vechten voor hun
land, voor hun stad, maar bovenal om schouder aan
schouder te strijden voor hün Zeeland.
Thans ligt het stil en verlaten, bijna vergeten, en
treurt om verloren glorie. BOB.