1 7 ONS ZEELAND Oudejaarsavond-zangen ,,'k Heb zoo lang met den Koenkelpot geloope 'k Heb geen geld om een broodje te koopen, Erreberrebie, erreberreba, S L Een eigenaardige gewoonte, in sommige streken van Zeeland nog steeds in zwang, is het loopen met den rommelpot op oudejaarsavond. Een oude melkkan of een kleine Keulsche pot wordt met een varkensblaas bespannen, en een dik riet, hier-door-heen gestoken, wordt snel op en neer bewogen, waardoor een eigen aardig zoemend geluid ontstaat. Met dit primitieve muziek-instrument trekken de kinderen uit de volksklasse langs de huizen, en als ze op hun vraag „magge w' is koenkele" een toestem mend antwoord hebben gekregen, zingen ze op een eigenaardigen, droefgeestigen deun, het lied van den Koenkelpot Klein zieltje, klein zieltje, staat achter de deur, „Klein zieltje, klein zieltje, waar treur je zoo veur?" „En zou ik niet treuren, ik heb er geen lot." „Val neer op je knietjes en bid dan tot God En bid dan tot God met een goed fatsoen, Dan zal Hij den hemel wel open doen. En als er die hemel is open gedaan, Dan zien we die arme zondaren staan. Een kistje met een strooien band, Zoo gaan we samen naar 't andere land. In 't andere land is het beter dan hier, Daar zingen de engelen van tierelierelier." Om dan, in sneller rhythme, te vervolgen Geef me een centje, dat ik heenen ga."

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 3