1
7
ONS ZEELAND
Oudejaarsavond-zangen
,,'k Heb zoo lang met den Koenkelpot geloope
'k Heb geen geld om een broodje te koopen,
Erreberrebie, erreberreba,
S L
Een eigenaardige gewoonte, in sommige streken van
Zeeland nog steeds in zwang, is het loopen met den
rommelpot op oudejaarsavond. Een oude melkkan of
een kleine Keulsche pot wordt met een varkensblaas
bespannen, en een dik riet, hier-door-heen gestoken,
wordt snel op en neer bewogen, waardoor een eigen
aardig zoemend geluid ontstaat.
Met dit primitieve muziek-instrument trekken de
kinderen uit de volksklasse langs de huizen, en als
ze op hun vraag „magge w' is koenkele" een toestem
mend antwoord hebben gekregen, zingen ze op een
eigenaardigen, droefgeestigen deun, het lied van den
Koenkelpot
Klein zieltje, klein zieltje, staat achter de deur,
„Klein zieltje, klein zieltje, waar treur je zoo veur?"
„En zou ik niet treuren, ik heb er geen lot."
„Val neer op je knietjes en bid dan tot God
En bid dan tot God met een goed fatsoen,
Dan zal Hij den hemel wel open doen.
En als er die hemel is open gedaan,
Dan zien we die arme zondaren staan.
Een kistje met een strooien band,
Zoo gaan we samen naar 't andere land.
In 't andere land is het beter dan hier,
Daar zingen de engelen van tierelierelier."
Om dan, in sneller rhythme, te vervolgen
Geef me een centje, dat ik heenen ga."