VERGEET DE VOORDEELEN DER GRATIS ONGELUKKEN-VERZEKERING NIET
1023
Het werk in de fabriek scheen weer te vlotten
er werd weer gezongen en gefloten voor en na
schafttijd en de directeur werd hartelijker begroet.
„Ja, hij kon met het volk omgaan," vonden Ver
meulen en Hansen. „Hij zou waarachtig gewild heb
ben, dat zij in die zetels waren gaan zitten 't Leken
kinderwagens zoo diepEn hij had je al begrepen,
alvorens je je mond open gedaan hadt. Bij de
pinken was ie en een goede kerel ook
Benthuizen had niet te klagen. Alles ging best.
Alleen jammer, dat er dat huwelijk nu weer tusschen
kwam
Oom Jan, de voogd, had
zijn hoofd geschud, waschte
zijn handen in onschuld....
Hij had niet de beurs en als
Benthuizen dacht er te zullen
komen, dan moest hij de grillen
van de vrouwen maar inwilligen.
Het verlovingsfeest zou op
verzoek van Eva huiselijk ge
vierd worden met enkel een
paar uren receptie en zou plaats
hebben op den tweeden Kerst
dag. En niettegenstaande de
moeder ook dit feest met alle
pracht en praal wilde vieren,
wist Eva ditmaal haar wil door
te zetten.
„Zij is de verstandigste van
allen," vond oom Jan.
Lusteloos liet Eva zich ja
ponnetjes aanpassen en bleef
onverschillig voor alles, wat
haar verloving en aanstaand
huwelijk betrof.
Maar ondanks dèt scheen ze
tijdens de receptie niet te
willen toonen, hoe alles haar
tegenstond en tooverde zij een
glimlach op haar lippen, dien
iedereen, behalve de moeder,
Benthuizen en Alida, voor een
bewijs van innig geluk hield.
Niemand mocht immers haar
gedachten raden
Oom Hendrik, verzoend door
het prachtig engagement van
zijn nicht met een baron, wiens
naam tot den ouden adel be
hoorde, overstelpte haar met
lofuitingen en komplimenten. Zijn woning stond
voor haar open, zoodra zij gehuwd zou zijn. Hij
zou haar in zijn kring inleiden en voorspelde haar
een goede ontvangst.
De moeder was in de wolken, alsof haar die eer te
beurt viel. Zij hoopte, eens ook weer in die aristo
cratische omgeving te mogen vertoeven, nu haar
broer Eva in bescherming nam.
En Eva, toen de ontvangst afgeloopen was, over
woog, of zij haar verloofde niet zou zeggen, dat ze
liever niet inet hem wilde trouwen, omdat zij hem
niet lief had en daarom tegen een huwelijk opzag.
Barones worden was verleidelijk, een eer, zooals
mama het noemde, maar steeds te moeten leven met
iemand, waar men zelfs geen genegenheid voor
koestert, dat zou haar kracht te boven gaan.
Wat had ze zich vandaag al moeten inspannen, om het
niet uit te schreien van onwil. De lieve wenschen
van de bezoekers had ze vaag gehoord, alsot ze niet
tot haar gericht waren. Ze had aan de pre ttige jaren
op kostschool gedacht, alles zich voor den geest
getooverd, wat haar ginds altijd vermaakt had,
enkel en alleen om haar glimlach te kunnen be
houden, zoolang de vrienden en kennissen haar
als een afgod kwamen vereeren. Ze schrok op. De
baron boog zich tot haar over.
„Droomstertje, lief droomstertje! Waar ben je
toch altijd met je gedachten 1 Denk je nu al aan ons
heerlijk samenzijn, mijn kindje
OZe haatte dat gevleiZe werd er wee van en
had hem liever een duw gegeven dan een zoen, waar
hij om bedelde.
Zijn lange gestalte tot haar over g< bogen, streelde
hij haar hand. Ze voelde verzet in zich komen. Nee,
nee, ze wilde niet met hem trouwen, liever ging ze
in het klooster,dan met hem zoo een gansch lever
Ze huiverde van afschuw en zou op dat oogenblik
naar haar kamer hebben kunnen vluchten, om daar
eens flink haar verdriet uit te snikken, maar de con
ventie van hun stand legde haar den plicht op zich
te beheerschen. Comediespel, niets dan gehuichel,
dacht ze, even haar tanden in haar onderste lip druk
kend, om zich niet te verraden.
En niettegenstaande ook de baron voorwendde
gelukkig te zijn, bleef er iets drukkends, dat belem
merde het feestje spontaan te vieren.
Zelfs Dolly, door de kerstvacantie thuis, scheen zich
te vervelen.
„Saaie boel," zei ze tot Piet. „Daar had ik me heel
iets anders van voorgesteld. En jij ook, hé
„Wat had jij er van verwatut, zus vroeg hij,
terwijl het hem plotseling opviel, dat Dolly op weg
was, een mooi meisje tt worden.
Ze bloosde.
„Ik?" Ze bladerde in een boek, dat ze bij haar
geschenken onder den kerstboom gevonden had.
„Ja, zeg eens...."
„Wel..die twee zijn net onbeweegbare poppen
Toen liep ze de kamer uit met een gloed op de
wangen als avondzon in de ruiten.
,Zoo, zoo," mompelde Piet. „Die zal er me eentje
worden Zij heeft er zich schijnbaar heel wat liefde-
tooneeltjes van voorgesteld Arme Eva Die
zijn haar met hem niet voorbehouden. Was moeder
maar niet zoo verblind. Zij ziet niets dan den titel,
het kroontje en haar eigen, vermeende verheffing
door dit huwelijk."
De baron had zijn verloofde verzocht, piano te
Vlug staDte ze in haar bevermantel voort
spelen en te zingen. Ze voldeed aan zijn verzoek en
speelde het lieve kerstliedje „Stille nacht, heilige
nachtmaar geen woord kwam daarbij over
haar lippen. Haar keel was als dicht geschroefd en
de muziek voor haar zag ze door een nevei van tranen
als één groote inktvlek.
Dolly, die weer was binnengekomen, zette, even
als haar moeder, Piet en Antoon.het lied in, dat plech
tig klonk door de ruime zaal, waar de groote kerst
boom met zijn ontelbare fonkelende, flikkerende
lichtjes als twinkelende, pinkelende sterren, schit
terde en glinsterde van de vergulde en zilveren slin
gers.
Diep ontroerd door het lied en zich niet langer mter
kunnende bedwingen, brak Eva eensklaps in snikken
uit.
Verontwaardigd en beangstigd snelde de moeder
toe, terwijl de baron, onhandig, zijn verloofde trachtte
te sussen.
Dolly ontsteld, zei tot Piet
„Je ziet het, hé? Ze houdt niet van hem! Wie
schreit nu op zijn verlovingsdag
„Waar haal jij die wijsheid vandaan vroeg Piet
met norschen blik.
„ZegKijk maar niet zoo Ik ben niet bang van je
Ik heb jou in Scheveningen ook wel gezien met meis
jes, die haar hoofd had—m beschilderd als een harle
kijn
Hij glimlachte, duwde haar toe„Nest
De weduwe had ondertusschen Eva naar haar
kamer geleid, voorgevend, dat de emotie haar ont
steld zou hebben, doch Eva alleen zijnde met haar
moeder, zei ernstig en beslist
„Ik kan niet met hem trouwen, mama, ik kan
niet.... ik zou ervan sterven!"
„Morgen praten we verder. Je bent overspannen.
Ik zal je bij Felix verontschuldigen en zeggen, dat
je hu -'dpijn hebt." Toen bestraffend
Wat heb je je burgerlijk gedragen, EvaGoed,
dat "om Hendrik die scène niet meegemaakt heeft.
Zoo iets had ik nooit van jou verwacht, nooit
Driftig trok ze de deur dicht.
Eva schreide en bad in stilte. Op dezen Kerstdag
zou God haar gebed verhooren. Ze kon niet met den
baron trouwen.
En toen Dolly kwam en deze haar gelijk gaf, en
zei, dat ze den baron „niets lief" vond, zoende Eva
haar hartelijk.
Beneden verliep de avond in de grootste kalmte
waarna baron van Gevenaerd gebelgd naar huis
ging.
Toen de moeder op Eva's kamer kwam, zag zij
haar dochter ingeslapen. Haar wangen waren nog
nat van tranen en een trek van smart lag over haar
gelaat.
Haar aldus te zien, bracht haar haar eigen jeugd in
herinnering. Dok zij was menigen avond schreiend
in slaap gevallen, v,ant Hendrik, haar broer, die na
den dood van hun ouders, haar voogd was, belette
haar den omgang met van Henken. Doch met Eva
was het een verschil zij begreep niet, wat ze ver
wierp, als ze niet met den baron trouwde. Haar toe
komst was zoo mooi, zoo prachtighet verfijnde
leven, dat ze te gemoet ging, zoo intens heerlijk!
Dwaas, dwaas was ze
Hoe had haarzelve al die jaren dat burgerlijke
niet tegengestaan Hendrik had het haar voorspeld.
En niet willende luisteren, had zij blindelings toe
gegeven aan van Henken, den
kend aan zijn rijkdom en op
gaande in zijn liefde voor haar.
Hendrik liet haar eindelijk
heur wil volgen, maar bezwoer
haar, haar nooit meer als zijn
zuster te beschouwen.
Zij had hem niet meer weer
gezien als even bij de begra
fenis van haar man.
Gelukkige dagen had ze ge
kend, maar meer nog had de
wroeging, omdat ze haar stand
verlaten had en zich het leven
vergald.
Kon ze dit Eva nu maar
inprenten
Stil verliet ze de kamer, ging
ook nog even naar Dolly en
Antoon, die rustig sliepen.
Toen begaf ze zich naar haar
eigen vertrek, peinzend over
allerlei zaken en, zooals het
haar meer den laatsten tijd ge
beurde, kwam Benthuizen, de
directeur, haar voor den geest.
Zij zag hem niet zijn eenigs-
zins droomerigemaar goec
oogen in het niet al te ronde,
hoogst sympathieke gelaatzijn
gestalte groot en lenighij
steeds correct, een echte gentle
manniet zoo burgerlijk
als van Hen ken was, niet zoo
plomp en met meer deftige
maniereniemand, waar je
trotsch op kon zijn.
Dan ontstelde ze, mom
pelde wrevelig„Altijd hij,
altijd hij...." En de gedachte aan hem willende
verbannen, trachtte ze dan aan iets anders te denken
en beschuldigde zichzelf ervan, ook burgerlijk te zijn
geworden, meer nog dan in haar huwelijk Benthuizen
was immers maar haar ondergeschiktZij beval
en hij had te gehoorzamen.Hij was haar dienaar.
haar knechtHoe kon ze één oogenblik aan hem
denken met gevoelens, die haar, geboren barones van
Westerberg, onwaardig waren
's-Morgrns hield de moeder Eva nogmaals alle
voordeelen en geioege ft van hun stand door zulk een
huwelijk voor. Daarbij, de verloving was publiek.
Wat een schandaal voor beide familiën en wat een be-
leediging voor hem, den baron, als zij de verloving
verbrak 1 Dat werd in hun stand niet gedaanDat
kwam nooit voor Liever was men zijn heele leven
ongelukkig, dan zóó in opspraak te komen. Belache
lijk zou ze hen beiden maken, bespottelijk! en de
kans ontloopen, neg eens ten huwelijk gevraagd te
worden
Eva had graag willen zeggen, dat ze zoo iets niet
zoo erg vond als te trouwen met iemand van minder
stand, als men er zulke ideeën op nahield, doch den
kend hoe haar moeder heur huwelijk beklaagd had,
zweeg ze maar liever. De weduwe pleitte voort, maar
Eva zat stil op haar ontbijtbordje te turen, den top
van haar wijsvinger duwend op de overgebleven
kruimeltjes v in de versche broodjes, die ze genuttigd
had. Ze zag er lijdend uit en de h'oemen, die haar
door den baron gezonden waren, legde ze achteloos
op tafel.
Stil sloop ze naar haar kamer, kleedde zich, om uit
te gaan en sloeg de richting in van het landhuisje
van Be ithuizen. Ze voelde zich gedwongen, met ie
mand over haar verdriet te spreken. Alida boezemde
haar vertrouwen in. Ze had een voorgevoel, in haar
een goede vriendin te zullen vinden.
Vlug stapte ze in haar bevermantel voort, haar
fijn neusje diep in den hoog opstaanden kraag en
haar vuurrood vilten hoedje, kleurend als een stukje
zon, over de ooren getrokken. Slechts een gedeelte
van haar, nu licht blozende wangen en de blauwe
oogen waren zichtbaar.
Om haar heen warrelden, scharrelden, stoeiden en
fladderden als vroege vlinders de sneeuwvlokjes, en
plaatsten zich brutaal op haar kleeren, zoodat ze als
een sneeuwpop in de deuropening stond, toen Alida,
ziende dat Eva den tuin inkwim, haar tegemoet
ging.
„Juffrouw Eva," begroette Alida het jonge meisje,
niet zonder ontroering „Kom binnen! Waar kan ik
u mee van dienst zijn
Eva had haar hand gegrepen als vond ze eindelijk
een steun, dien ze lang tevergeefs gezocht had. Ze
stamelde
(Wordt voortgezet