Rotterdam Tentoonstellingsstad GROOT-ROTTERDAM 1027 ROTTERDAM IN SNEEUW EN MIST. Een stemmingsvol kiekje van het Haagsche Veer, dat wij, hoewel sneeuw en ijs al weer lang verdwenen zijn, niet kunnen nalaten nog te plaatsen Aan den zoom der weidsche woestenij, welke zich uitstrekt van den Stationssingel tot den Walen- burgerweg, zijn thans reeds de geraamten zichtbaar van de gebouwen, waarin zoo straks de Nederlandsche Nijverheidstentoonstelling zal worden gehouden. De Rotterdammer, die er voorbijgaat, ziet er naar met een blik van verbaasd scepticisme. Een tentoon stelling geldt immers in de Maasstad als een ge waagde, ja biina roekelooze onderneming, welke tot dusverre nog maar heel zelden, en dan nog maar op kleine schaal, werd aangedurfd. Nog slechts een paar jaar geleden wees Burge meester Zimmerman het denkbeeld eener wereld tentoonstelling, binnen onze gemeentegrenzen te houden, op de meest stellige wijze van de hand. „Rotterdam is geen tentoonstellingsstad"zoo sprak hij als zijn meening uit „er zijn geen vol doende hótels, om vreemdelingen te herbergen onze stad en haar omgeving missen alle aantrekkelijkheid, noodig, om de bezoekers, ook tijdens de uren, niet op de tentoonstelling doorgebracht, onts, anrnng en afleiding te bieden. Een tentoonstelling zou hier dan ook op een fiasco uitloopen." Met deze meening stond burgemeester Zimmer man niet alleen en vandaar dan ook, dat het denk beeld eener wereldtentoonstelling te Rotterdam, hoewel telkens naar voren gebracht, ook telkens weder verworpen werd. Maar nu krijgen wij dan toch, dank zij het initia tief van een aantal doortastende Rotterdammers, een expositie, welke wel-is-waar niet met een wereld tentoonstelling kan worden vergeleken, maar toch een flinke stap voorwaarts beteekent op den weg van Rotterdams ontwikkeling tot wereldstad Van heinde en verre zullen de voortbrengselen van binnen- en buitenlandsche nijverheid, welke tot nu toe slechts in zorgvuldig verpakten toestand van Rotterdams diensten als doorvoerhaven gebruik maakten, in hun volle glorie bij ons voor iedereen ter bezichtiging worden gesteld. Deze tentoonstelling mag geen fiasco worden Rotterdams eer is er mede gemoeid. Iedere Rotterdammer dient dan ook zijn beste krachten :n te spannen, om de „Neniito" te maken tot een schitterend succes. En hoeveel eerbied wij overigens koesteren-voor de talenten van oud-burgemeester Zimmerman toch zullen alle Rotterdammers 't zich tot een bij zonder genoegen rekenen, om zijn uitspraak, waarbij hij de Maasstad de beteekenis van tentoonstellings stad ontzegde, te schande te maken Wii zullen aan Nederland en het buitenland toonen, dat Rotterdam beschikt over een uitstekend hotel wezen, hetwelk voldoende uitzettingsvermogen be zit, om zelfs bij een grooten toevloed van bezoekers aan allen behoorlijk onderdak te verschaffen. fin, mocht 't soms blijken, dat wij daartoe tóch nog eenige ruimte te kort schieten, welnu, dan mag 't veilig worden overgelaten aan het energieke ten- toonstellings-comité om snel een reeks comfortabele huizen tot gelegenheids-pension om te scheppen Dat Rotterdam de aantrekkelijkheden zou missen, om den tentoonstellingsbezoekers een aangename af leiding te bieden, mag veilig naar het rijk der fabelen worden verwezen. De ligging der Maasstad alleen, aan een net van prachtige waterwegen, levert een uitstekende gelegen heid op tot het ondernemen van heerlijke water tochtjes, waarvan de Rotterdammers zelf tot dus verre nog veel te weinig gebruik maakten water tochtjes langs de Maas, de Lek en den Hollandschen 1 Jsel en - verder nog naar het schilderacntige Zeeland. Voor deze uitstapjes is Rotterdam het aan gewezen uitgangspuntde vreemdeling vindt er niet alleen gelegenheid om ons landschapsschoon te be wonderen, maar ook om een machtigen indruk op te doen van onze uitgebreide scheeps- en machine nijverheid. Natuurlijk behoeven ook de uitstapjes te land niet verwaarloosd te worden. Waarom zouden wij de vreemdelingen niet per „touring-car" brengen naar Den Haag, Scheveningen en Wassenaar, welke ook een langduriger bezoek alleszins overwaard zijn. Hoofdzaak moet echter blijven, dat de tentoon stellingsbezoekers ook voor de bezichtiging van hof stad en omgeving Rotterdam tot uitgangspunt houden en zij niet zooals tot dusverre vele vreemde lingen, die in Rotterdam zaken hebben af te wikkelen, in Den Haag gaan logeeren, om van daaruit nu-en- dan naar de Maasstad over te wippen. Wij moesten de vreemdelingen in Rotterdam houden Daarom dienen wij te zorgen voor goede concerten in onze Doelenzaal en óók op verschillende punten langs onze rivier, vanwaar den bezoeker een schilder achtig uitzicht wordt geboden op het verkeer der in-en-uitgaande schepen. Wij moeten de schoonheid onzer stad duidelijk demonstreeren En ook ten opzichte van hen, die hun hart verpand hebben aan het zoogenaamde „grootestads-leven", behoeft Rotterdam voor andere steden nit' onder te doen. In onzen Coolsingel bezitten wij een boulevard welke de vergelijking met Anspachlaan en;Burge- meester-MaxIaan te Brussel met de Keiz -lei te Antwerpen en het Damrak te Amsterdam glansrijk kan doorstaan. Schreef niet onlangs een Amsterdamsch journalist in „De Telegraaf", met verwondering te hebben ontdekt, dat Rotterdam met zijn Coolsingel bezig is, de groote boulevards in andere steden ernstig naar de kroon te steken Gelegenheid tot ontspanning wordt voorts vol doende geboden in onze uitstekend ingerichte restau rants en café's, onze dancings en bioscopen, schouw burgen en variété-zalen. Waarom zou dus Rotterdam géén tentoonstellings stad zijn Wij moeten nu eens ernstig een einde maken aan de onderschatting onzer eigen stad, waarmede, helaas, zoo vele Rotterdammers behept zijn, en welke oorzaak is, dat zoo talrijke niet-medeburgers in alle toonaarden het reeds lang tot leugen gemaakte re frein herhalen „Rotterdam is een leelijke, saaie, troostelooze stad een stad om er te werken, maar niet om er te wonen." Wij moeten nu eens eindelijk ons zelfrespect terug vinden, wat een eerste vereischte is, om ook anderen met verbazing te brengen tot het inzicht, dat Rotter dam de tentoonstellingsstad vormt bij uitnemend heid. Dan krijgen wij ook spoedig een wereldtentoon stelling I L C. W. DUNCKER.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 19