GROOT-ROTTERDAM
„Om met zijn pupil uit te gaan," wist Jan.
„Wa-a-t schreeuwde Karei haast.
„Zij is pas terug uit België, waar ze op een pensio
naat is geweest en ik geloof, dat ze er wat aardig uit
ziet. Oom Frans wil niet, dat ze aldoor in huis blijft
en daar hij altijd zoo druk bezig is in zijn laborato
rium, wou hij iemand hebben, om met haar uit te
gaan en haar te laten genieten. En nu heeft hij jou
uitgekozen 1 Je boft maar, ouwe jongen, alles wat je
te doen hebt, is je te bevrijden van dat idiote ver
band en..
Karei voelde zich aller-ongelukkigst.
„Jou aartsstommeling !v luchtte hij eindelijk zijn
gemoed.
„Hè?"
„Jou ongeluksvogelIk heb zijn pupil al ontmoet,
en ik heb haar verteld, dat mijn arm gebroken
was
Jans' gezicht werd een eind langer. „Je hebt wat
vroeg hij.
„Ik heb haar gezegd, dat mijn arm gebroken was.
Wat kon ik anders doen, met die idiote doek van
jou om En hoe kan ik nu met een meisje uitgaan, als
ik een gebroken arm heet te hebbenging Karei in
toenemende woede door.
Jan wist hierop niets te zeggen.
„En wat het nog erger maakte, ik heb haar een
mooi verhaal opgehangen over het redden van een
kind voor een auto. Ik moest het toch eenigszins ver
klaren," eindigde Karei ongelukkig.
„Ja, dan vrees ik, dat je je er leelijk ingedraaid
hebt," meende ook Jan.
Karei keek onheilspellend.
„Joujouhij kon zoo gauw getu geschikte
scheldwoorden vinden, en dat was maar goed ook,
want daar verscheen Annie ineens weer bij de deur,
dadelijk gevolgd door oom Frans. Deze laatste, al
was hij een geleerde, had gevoel voor humor en bezat
bovendien veel menschenkennis en nu kon men ook
een verdacht schitteren van zijn oog bemerken, toen
hij zich naar den gewonde wendde.
Ah, daar hebben we Karei, en Jan ook al 1 Karei
heeft al kennis gemaakt met mijn pupil, nietwaar,
maar JanKarei voelde zich als een buitenge-
stootene, toen zijn oom de twee anderen aan elkaar
voorstelde. „Jan, dit is nu Annie Terlinden, de dochter
van mijn besten vriendzij is pas aangekomen uit
België, waar zij haar opvoeding heeft voltooid."
Bizonder aangenaam zei Jan vreugdevol, ter
wijl hij met genoegen naar het aardige meisje voor
hem, keek. „Aangenaam," zei ook Annie met een aller-
liefsten glimlach.
Annie heeft me van datdat ongeluk met je
arm verteld, Karei," zei oom Frans, terwijl hij critisch
het verband bekeek. „Dat is erg jammer, want ik had
je juist willen vragen, iets voor me te doen."
„Ja, het is erg jammer," gaf Karei troosteloos toe.
„Maar nu jij je arm gebroken hebt, wil Jan me
misschien wel van dienst zijn
„Wat zegt u Ja, ja natuurlijkGraaghaastte
Jan zich hem te verzekeren. „Met het grootste genoe
gen, oom. U kunt op me rekenen en hij wierp nog
eens een bewonderenden blik op Annie en daarna
een triomfantelijken op Karei, die nijdig terugkeek.
Eenmaal zou Jan hiervoor wel boeten, beloofde hij
zichzelf 1
„Dank je, Jan. Het is erg prettig, zulke hulpvaar
dige neven te bezitten. Je kan toch met de schrijf
machine overweg
Jan's gezicht veranderde plotseling.
„De.de schrijfmachine vroeg hij.
„Ja, zie je," legde oom Frans uit, „ik wou iemand
hebben om mijn artikel over „Gegoten Ijzer", dat ik
juist klaar heb gekregen, uit te werken en te ypen.
En daar jij je zoo vriendelijk, inplaats van Karei,
aanbood."
„Maarmaar, ik dacht, dat u hem noodig had,
om met juffrouw Annie uit te gaan bracht Jan er
eindelijk met moeite uit.
„Wel, hoe kom je aan dat idee Het is waar, ik
heb daarover gedacht, maar Annie zegt, dat zij onder
deze omstandigheden dien armen Karei liever wat
in haar auto wil rondrijden. Tenminste, wanneer hij
zich daarvoor goed genoeg voelt, na zijneh
ongeluk."
„Neen maar! Dat isehk voel me heel
wil ik u wei zeggen, dat ik
alles toen geloofde. En nu
merk ik, dat het niets an
ders was dan een truc om
mijn voogd te bedriegen."
„Weet u.., ziet u.."
„Spreek alstublieft geen
woord meer tegen me,"
bitste Annie weer.
Karei gehoorzaamde
noodgedwongen.
Er was geen kans om
een gesprek aan te knoo-
pen. Annie vervulde haar
belofte, om den invalide
een anderhalf uur rond te
rijden buiten, doch deed
ook niets meer. En Karei
pijnigde zijn hersens om
iets te vinden,waarmee hij
zijn bedrog kon verklaren.
Het was duidelijk, dat
Annie niets meer met
hem te maken wilde heb
ben en niet van plan
was, nog een woord met
hem te wisselen. En
toen zij ten laatste weer
op den terugweg waren,
werd Karei heelemaal
wanhopig. Alles was beter
dan die koude minachting
Annie met zijn vrijen arm naar de wachtende auto,
om verdere onthullingen, die den boel weer zouden
bederven, te vermijden.
Ze waren al een heel eindje op weg, voordat Karei
begreep, dat er iets niet in orde was met het meisje
bij hem. Vóór de ontmoeting met zijn oom was Annie
heel vriendelijk en behoorlijk geweest, terwijl ze nu,
om de een of andere reden star achter het stuur bleef
zitten, zonder een woord te spreken, hem gewoon
negeerend.
„Zeg," begon Karei ongerust, „is er iets? Uu
doet ineens zoo op een afstand."
Annie fronste haar wenkbrauwen, beet op haar lip,
doch bleef het stilzwijgen bewaren.
„Heb ik iets gedaan, waardoor u zich beleedigd ge
voelt vroeg hij nu, nog meer van streek.
„U denkt toch zeker niet, dat ik het prettig vind,
zoo totaal bedrogen te zijn bitste Annie.
„Het blijkt duidelijk genoeg uit wat uw neef zei,
dat u me een heel net van leugens verteld hebt over
uw gebroken arm, het geredde meisje en de auto. Daar
hoefde u niet eens voor op zijn voet te trappen."
Het was niet de eerste keer dien dag, dat Karei
zijn neef op den bodem der zee wenschte, zoo vurig
als hij maar kon.
„Ziet u, het kwam zoo...." begon hij, hevig blo
zend.
„Ik leek u zeker nogal onnoozel toe, dat u me al die
afschuwelijke leugens vertelde. Als het u plezier doet,
goed, hoor oom," stotter
de Karei verrast. „Erg
aardig van Annie."
De ongelukkige Jan
staarde van den een naar
den anderen verwenschte
zichzelf, dat zijn voorba
righeid hem weer eens in
zoo'n treurigen toestand
gebracht had. Den heelen
middag door te móeten
brengen met dat suffe ding
over Gegoten Ijzer, bij
de schrijfmachine en te
weten, dat Karei intus-
schen met die lieve Annie
uit rijden was 1
„Ja maar, ja maar
bracht hij er eindelijk uit.
„Ikik kan niet al te
best tikken. Karei is jour
nalist.. zou hij niet.."
„Maar, m'n beste jon
gen," wierp oom Frans
dadelijk tegen, „Karei kan
toch niet typen, terwijl
hij een gebroken arm
heeft!"
„Gebroken arm deed
Jan minachtend. „Zijn
arm is net zoo gebroken
als.ou, ou 1" riep hij
toen ineens, daar Karel's
voet met kracht op zijn
eksteroog was neerge
komen.
En meteen leidde Karei,
terwijl hij nog een drei
genden blik op Jan wierp,
om hem te doen zwijgen,
1012
GOES. Hierbij eenige kiekjes uit het Oudheids-Muscum, waar
nog zooveel herinneringen aan lang vervlogen dagen bewaard
zijn. Op onze foto een aantal oude gevelsteenen, opgegraven
steenen kanonskogels, enz.
GOES. Het wapenrek, waar
aan verschillende oude ge
weren, sabels, pistolen,
enzoovoort hangen.
GOES. Maquette van de Groote Kerk, welke geheel met de hand uit hout getreden is.