GROOT-ROTTERDAM „Lieve help! Dus u wist den heelen tijd ai, dat mijn ge broken arm maar een verzinsel was," bedacht Karei toen. Annie bloosde. „Terwijl je je zoo onschuldig en verontwaardigd hield, heb je me dus eigenlijk den heelen middag voor den gek gehouden!" Hij dacht nu niet meer aan uitstappen, schoof :en beetje dichter naar Annie toe en keerde haar zachtjes bij den schouder naar zich toe, terwijl hij haar vol liefde in de oogen keek. „Jou liefste en bekoorlijkste meisje van deheele wereld," zei hij zacht, „waarom moest je me aldoor zoo onbarm hartig behandelen, terwijl je alles wist? Je begreep toch wel, dat ik veel te blij was, dat ik dat werkje voor oom ontliep en met jou uit kon gaan!" „Ja Karei, dat begreep ik wel," gaf ze toe, „maar ikwas nog zoo bang, dat oom Frans me toch nog met Jan zou uitsturen. Eneno, Karei!" riep ze opeens, „niet doen!" Maar Karei deed het toch. „En nu," zei hij een heel poosje later, „nu zal ik dan maar aan oom, die immers je voogd is, vragen, of hij me wel goed genoeg voor je acht. Vind jij me goed genoeg?" Annie keek lachend naar hem op. „Ja, dat zal wel schik ken. Maar ik geloof niet, dat je dat nog aan oom hoeft te vragen." „Niet?" „Natuurlijk niet. Waarom heeft hij Jan bij zich gehouden en koos hij jou uit, om met mij uit te gaan, denk je?" Karei krabde eens achter zijn oor. „Het kan aan mij liggen," zei hij onbegrijpend, „maar ik ben een boon, als ik er iets van snap." „Domoor," legde Annie uit, „natuurlijk, omdat oom jou ook goed genoeg voor me vindt, zie je van juist dèt meisje, op wie hij gaarne een goeden indruk wilde maken. Het eerste wat hij deed, was zich te ontdoen van doek, verband en plank en alles nijdig uit de auto te werpentoen leunde hij voorover en remde. De wagen stopte precies bij een beschaduwd en afgezonderd landweggetje. Hoe durft u vroeg het meisje naast hem ver ontwaardigd. „Dat doet er niet toe, ik heb nu eenmaal gedurfd," zei Karei rustig. „Ik heb nu genoeg van al die leugens, van al die zoogenaamde prachtplannen. Ik zou haast in Jan's plaats willen zijnbezig met de schrijf machine, inplaats van in zoo'n toestand hier rond te rijden." „Zoo, zou u dat heusch vroeg Annie woedend. „Ja. En nu ik den boel zoo in de war geschopt heb en dezen heelen middag heb bedorven, wil ik u toch even precies vertellen, hoe alles in zijn werk gegaan is en dan basta. Ikik was heelemaal niet van plan u te bedriegen met dien arm van me, en als ik geweten had, wie u was, zou ik dadelijk alles opge biecht hebben. Doch daar u een totaal onbekende voor me was en ik bang was, dat u me anders idioot zou vinden en er meteen vandoor zou gaan met uw auto, verzon ik dat verhaal. Want..want, ik wou u heelemaal niet weg laten gaan in ieder geval, niet dadelijk; daar had ik mijn redenen voor." Annie deed haar best, niet nieuwsgierig te lijken. „Had u reden om „Ja. En als u die verlangt te weten," vervolgde Karei nu meer zeker van zichzelf. Ik vond u het liefste en mooiste meisje, dat ik ooit had gezien en vertelde u dat verzinsel, om u nog wat bij me te houden. Dat is de waarheid. En nu," hier werd zijn stem weer wat onvast, „zal ik maar uitstappen en met den trein naar huis terug gaan." Werkelijk opende hij reeds het portier van den auto, doch nu kwam plotseling een onverklaarbare veran dering in Annie's houding. Zij hield hem bij zijn arm tegen en zei, haast smeekend: „Neenneen, doet u dat alstublieft niet!" Karei echter schudde vastberaden zijn hoofd. „Denk niet, dat ik nu nog om gunsten vraag. Maar ik heb spijt van het gebeurde en heb nu medelijden met dien armen Jan, die daar den heelen middag aan de schrijfmachine zit, terwijl hij er zoowat niet mee overweg kan. Daarom ga ik liefst zoo vlug mogelijk terug om hem te verlossen. Dus goeden middag, en welbedankt voor het tochtje," eindigde hij sarcastisch. Doch Annie riep hem weer terug. „Dat is heelemaal niet noodig," zei ze. „Hè? Wat is niet noodig?" „Dat u hem van die schrijfmachine verlost. Dat artikel is al getypt vanmorgen al." Karei keek haar ongeloovig aan. „Dat kan niet, oom Frans zei „Ja, maar ziet u, oom Frans en ik hadden be slotenik bedoel, oom Frans zei, dat ik het ook wel kon en toen heb ik het vanmorgen meteen ge daan." Maar," weerlegde Karei, die er nog niets van be greep. „Oom Frans wist vanmorgen toch nog niet, dat mijn arm zoogenaamd gebroken was?" Annie glimlachte. „Neen, maar hij had er zoo'n vermoeden van, dat u een of andere ziekte zou voor wenden, wanneer u hoorde, dat oom u noodig had zei ze. „Oom zei, dat hij er heel wat om verwedden durfde, dat u weer een of andere uitvlucht zou heb ben daar kwam u altijd mee aanzetten." 1013 GOES. In de glazen kast staan de gouden en zilveren bekers, welke door Goesche vereenigingen in vroeger eeuwen gewonnen werden. „Wel, ikik GOES. - OOES. Een oude bedstede. Eerst moesten de gordijn tjes op zij geschoven worden, vóór men onder de wol kon kruipen. Op fluweelen kussens in een glazen kast liggen de gouden sleutels der stad Goes.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 5