IÉ
I
Hoe men elders lacht
mm
De man op den oever „He, ik heb altijd gedacht dat
deze vijver 8 voet diep was.
Stem uit 't water „Dat is-ie ook, maar wij staan op
den kap van onze auto."
(Passing Show).
Taxi-chauffeur (woedend over te kleine fooi, tot heer,
vergezeld door zijn vrouw) „Dat is heel wat anders dan
gisteravond, toen ik u gereden heb met dat juffie met
gele haren."
(London Opinion).
„Waar huil je om, Jantje
„Bobby is hebzuchtig, moesje hij wil zijn helft van
het bed hebben."
„Nu geef hem die dan en wees kalm.
„Ja, maar hij wil zijn helft in het midden.
(Passing Show).
Verlegen jonge dame (tot al te vrijpostig jongmensch)
Cyril Laat 't toch Daar komt een schip
(London Opinion).
Welmeenend vriend „Maar als je vrouw je 's avonds
bij je thuiskomst de dingen naar '1 hoofd gooit, bewijst
dit dan niet, dat ze je mist
Het slachtoffer (zijn hoed afnemend) „Noem je dat
soms missen
(London Opinion).
Vrouw „Hoe dan ook, vent, in ieder geval behoef je
er nu niet onder te kruipen om hem te maken.
(London Opinion).