ONS ZEELAND 7 In Ierseke is op de dag, dat de dooi intrad een ijsieest gehouden. In optocht marcheerde de schooljeugd achter de muziek van Mozart" naar de ijsbaan. Een kijkje op de baan. Deelnemers aan het nummer „prikslee". hemd met hoogen boord en heerendas in beige en rood. Een kittig mutsje van beige met zelfden rand als sweater troont op haar geestige jongensbol. Om den hals is een scarf van beige wol geslagen en - o schrik haar rij-broek is van beige „Ben je zoo van je huis komen loopen hijg ik amechtig. „Ja, wat zou dat „Heb je er geen jas overheen Ik hoopte nog even, dat ze haar jas in de gang had opgehangen. „Wel neen Nergens voor noodig. Toe, schiet nou op „Moet ik zóó met je over straat „Ik zal wel tien passen achter blijven. Vooruit nou als je lang wacht, dooit 't weer Er is geen ontkomen aan. Peggy domineert altijd. We loopen op straat. Ik heb 't gevoel of ik de broek aan heb, niet zij. In onze buurt, die stil is, gaat het nog. Men kijkt verwonderd, kijkt nog eens om, maar daar blijft het bij. Waar ook de ijssport bloeit De burgerwacht te Krulningen poseerde in haar vereeni- gingslokaal voor den „Ons ZeeIand"-fotograaf.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 7