VFRGEET DE VOORDEELEN DER GRATIS ONGELUKKFN-VERZEKERINC NIET.
1047
„Ik heb jon maar alleen; vergeet dat nooit, kind."
gemeenHaar gezicht, een ietsje
basané, met een tintje teer rood op
de wangen, als weerkaatsing van
smeulend vuur, was meer ovaal
dan rond. Haar bruine oogen waren
goedig als die van haar vader. Ze
had zijn trekken, maar ook, zooals hij
zich nog haar moeder herinnerde,
van deze.
Eva zag, dat Piet Alida bestu
deerde. Ze had al eerder bemerkt,
dat hij veel in haar nabijheid was.
Ze wist, dat hij een vroolijk leventje
leidde en ze nam zich voor, hem te
waarschuwen, dat hij niet moest
probeeren met Alida te flirten, daar
zij een te net meisje was.
Piet bracht het gesprek op de aan
staande bruiloft en vroeg Alida reeds
om den eersten dans
„Mijn bruiloftschaterde Eva.
„Dan zul je lang op dien dans kun
nen wachtenS.
„Wat zeg je
„Jaren nog," knikte ze, in ver
standhouding tot Alida. Toen ernstig
„Hij zal me wel doen begrijpen, dat
na die huilbui van gisteren een
huwelijk niet gewenscht is."
„Best mogelijk!.... 't Zou voor
mama een ontgoocheling zijn."
„Ja, dat wel," beaamde Eva zacht
en nu toch wel een beetje bevreesd
voor de gevolgen.
Plotseling sprong ze op, toen ze de
sirene van de fabriek hoorde, die het
middaguur verkondigde.
„Al zóó laat Kom, PietMama
wacht niet graag... Zeg, zul jij mij een
beetje steunen, als mama weer over
hem begint vleide ze.
Alida keek hem eenigszins smeekend
aan, als verzocht ook zij hem Eva's
partij op te nemen.
Hij h' loofde haar bij te staan, eens
met zijn moeder te spreken en te zul
len trachten het huwelijk te verhin
deren.
De meisjes knipoogden tot elkaar in stille verstand
houding. Het kon geen kwaad en was alvast de voor
bereiding tegen dat de baron Eva zou afschrijven.
Welgemoed begaven Eva en Piet zich naar huis,
na een hartelijk „tot ziens
Alida keek hen na. Eva wuifde met haar mof en
Piet zwaaide zijn hoed met breed gebaar. Alida
was gelukkig. Eva zou niet trouwen en ging dus haar
ongeluk niet tegemoet. Geen twijfel aan de baron
zou met zijn verarmd, verroest wapenschild, dat hij
meende met goud te kunnen opsieren, wel een rijker
meisje zien te vindenEn vader zou voorloopig
van een grooten last ontheven zijn. Toen dacht ze
met teedere gevoelens aan Piet, niettegenstaande
ze wist, dat hij niet verdiende door een eerbaar meisje
bemind te worden.
Juist toen ze de tafel gedekt had, zag ze haar vader
aankomen.
Hij liep tegen de sneeuw in zijn zwartt jas met
bonten kraag, geleek nu op hermelijn. Met groote
stappen waadde hij door het witte dons, nu en dan
opkijkend,of hij haar niet voor het venster ontwaarde.
Ze schrokWat zou hij van den raad zeggen,
dien ze Eva gegeven had Had ze wel goed gedaan
Ze hield de deur voor hem open.
„Dag vader! Wat 'n weer, hé?"
„BarAliIk zal een werkman van de fabriek
sturen, om hier wat te banen," zei hij zijn over
schoenen afschuivend.,. Je zou wel laarzen mogen
aandoen nuIk ontmoette daar juist mijnheer
Piet en juffrouw Eva. Zijn die soms hier geweest
„Ja, vader," antwoordde Alia hem voorgaande
naar de huiskamer, om haar blos te verbergen.
„ZooDat is nog nooit gebeurdWat beteekende
dat
Alida vertelde, wat er besproken was en trachtte
op zijn gelaat den indruk van haar woorden te lezen.
Even had ze zijn mondhoeken zien trillen, als perste
hij zijn tanden op eikaar.
Hij wachtte met zijn antwoord.
„Wat zal hij zeggen?" stelde Alida zich, met zorg
over haar handelwijze, de vraag.
„Knap van je vernuftig ben je wel," zei hij met
strak gelaat. „Maar.... als mevrouw er achter
komt, zou ik er mijn plaats door kunnen verliezen."
„Vaderkreet ze bang.
„Je begrijpt toch, dat zij, die zoo op dat huwelijk
gesteld is, maar niet alles voor goede munt aanmemt!"
Alida was doodsbleek geworden, zei met tranen
in de stem
„lk meende goed te doen, vader, voor Eva en ook
voor de fabriek ik dacht natuurlijk aan die vijfen
twintig duizend gulden."
Toen glimlachte Benthuizen en nam zijn dochter
in zijn armen.
„Ik wilde je maar een beetje bang maken, kind",
om je te waarschuwen, je niet meer met eelt ke
gevallen te bemoeien. Je hebt haar een prachtigen
raad gegeven, want mevrouw zal, als hij Eva haar
woord teruggeeft, waar ik vast van overtuigd ben,
zich als moeu„r beleedigd achten en alles blauw-blauw
laten.... Wel zal de arme vrouw diep gekrenkt
zijn en deze beleediging nooit vergeten. Maar ook
bestaat er kans, dat daardoor haar trots een beetje
gefnuikt wordt. Laten wij het beste hopen, kind."
Alida sloeg haar armen om zijn hals en kuste hem
schreiend.
„Uitgeslapen ben je, uitgeslapen ben je tóch
plaagde hij, om haar op te monteren.
Ze glimlachte door haar tranen heen en stamelde
„Als ik u niet had, vadertje, als ik u niet had
,„Dus mijnheer Piet weet niets van dien voorgenomen
brief vroeg hij onder het maal.
„Nee, niets vader."
„Wat kwam hij dan hier doen
„Ikik weet niet.
„Alida, Alida, pas op, kind denk er om, dat hij
in Leiden niet veel goeds uitvoertDale is hem
vóór de kerstvacantie gaan opzoeken en hij is daar
veel dingen te weten gekomen, die ik, als hij mijn
zoon was, niet graag over hem zou hooren zeggen.
Aan studenten wordt veel vergeven, veel wordt van
hen door de vingers gezien, maar hij maakt het wel
wat erg bont.
Ze keek voor zich en de vader begreep, tot zijn
groot verdriet, dat zijn waarschuwing te laat kwam.
En zachter zei hij „Laat je niet tot zijn speelbal
gebruiken, Alida. En je wilt je vader toch geen leed
aandoen Ik heb jou maar alleen, vergeet dat nooit,
kind." Het klonk als een smeekbede.
„Ik zal u geen leed aandoen, vader," beloofde ze,
zeer onder den indruk van zijn woorden. „Wees daar
nooit bang voor. Ik zou niet graag uw liefde missen
en nog veel minder u eenig leed berokkenen. Voor
uw goedheid zal ik geen ondank in de plaats geven."
Beiden waren diep bewogen en stilzwijgend ge
bruikten zij hun maal. v
Den volgenden dag kwam Piet een paar malen
voorbij het landhuisje, of schelde aan, hopend
Alida te kunnen spreken.
Doch het meisje hield zich verdekt opgesteld en
had Maartje bevolen, hem te zeggen, dat er niemand
thuis was. Toen liet hij haar, terwijl de vader op de
fabriek was, een brief bezorgen, doch Alida beant
woordde dezen niet. Ze wilde, alhoewel het haar pijn
deed, na het gesprek met haar vader Piet niet meer
spreken. Ook wilde zij haar liefde geen voet geven,
om zich niet, zooals vader zei, tot zijn speelbal te
laten gebruiken.
Op een morgen kwant Eva en omhelsde weenend
Alida. Ze toonde haar een brief, door baron Félix
van Gevenaerde haar gezonden.
Alles was naar wensch en zooals zij verondersteld
hadden, gegaan. Hij gaf voor, ingezien te hebben,
dat Eva hem niet genoeg beminde, om lief en leed
met hem te deelen en nam dus maar de vrijheid, van
een huwelijk met haar af te zien
„En ben je nu niet gelukkig, Eva vroeg Alida
verblijd en tevens verwonderd haar zoo te zien schrei
en.
Ja. dat welMaar die arme mamaZe heeft een
zenuwcrisis gehad en moest zich te bed begeven.
Dokter Baats noemt het overspanning, maar mama
is woedend ze gevoelt zich beleedigd en vernederd
en zegt, dat zij de eerste maanden niemand durft
te ontmoeten.Voor haar is het natuurlijk vreese-
lijk en oom Hendrik zal het ook verschrikkelijk vin
den. Mijn hemelschrok ze „Als hij nu Van Geve
naerde maar geen uitleg vraagt
..Maak je toch niet angstig, Eva. Je begrijpt wel
dat baron van Gevenaerde zich aan zijn woord houdt
en de geldkwestie, waar jij over geschreven hebt,
buiten spel laat.... En hij is immers je oom geen
uitleg verschuldigd
„Nee, dat is zoo.Ze fleurde op, droogde haar
tranen.... „Je hadt Dolly moeten zien, zeg!" God
dank!" riep zij. „Nu hoef ik dien „giraffe" gelukkig
nooit meer te zoenen V' Verbeeld jezoo'n kind
Piet verdedigde mij flink, toen mama zei, dat alles
mijn schuld was. O ja Ik moet je zijn groeten doen.
Hij is van morgen weer vertrokkenIk weet
niet, maar ik geloof.dat.... mijn broer...." Ze
keek Alida doordringend aan, dreigde toen guitig
met haar vinger.
Doch Alida's gelaat bleef ernstig.
„Spreek me niet meer over hem, Eva.Je doet
er me geen genoegen mee omdat ik niet aan hem
mag denken."
Er lag droefheid in haar bruine oogen.
Eva meende te begrijpen, dat Alida het stands
verschil in aanmerking nam. Als het dat maar was,
zou alles wel terechtkomen. Daar zou Piet niet naar
kijken. Ze stond op zeggend
„Zoo als je wilt, AliMaar nu moet ik gauw
naar huis, want mama mocht me eens noodig hebben.
Jij hebt me toch een fijnen raad gegeven, zeg, Ali,"
sprak ze dankbaar. „Hoe kan ik je dat toch ver
gelden
Alida weerde
„Laat er ons verder maar liever over zwijgen,
Eva. We moesten ons eens verpraten."
„Als mama er ooit achterkwam!...." Verder
durfde Eva niet gaan en zeggen wat er dan allemaal
kon gebeuren. Ze bedelde „Kom je me vanmiddag
g< welschap houden
Even dacht Alida na. Piet was weg
„Graag," antwoordde ze. „Tot straks dus."
Eva huppelde als het ware den nu bevroren tuin
door, als was ze van een zwaren last ontheven. Ze
wuifde nog een paar malen, wierp een kushand en
snelde naar huis.
(Wordt voortgezet.)