De Held
DOOR JA X U IKS
1036
GROOT-ROTTERDAM
Bij Hanswecrt wordt de laatste hand gelegd aan de zeewering. Een kijkje hij den betonmolen.
loochende zich niet. Ook dc herinnering aan zijn
vrouw, die thans hun beider kostbaar pand aan hem
alleen had toevertrouwd, had I.arlen steun gegeven,
zijn geestkracht gestaald en doordrongen van zijn
zware verantwoordelijkheid, ook tegenover zijn be
manning en haar betrekkingen, was de oude s-trijdlust
opgevlamd, alle andere gedachten wegbannend. Ln
als een nieuwe grondzee donderend over de dekken
bruist, klemt de jonge kapitein de tanden op elkaar
en de blauwe oogen flikkeren in zijn blonden „Viking"-
kop. Vechtende met het leven heefl hij de „Lunde-
gaard verworven en niet anders dan ua harden strijd
zal hij toelaten, dat. de zee ze hem thans weer ontrukt.
lai er was strijd geweest. Olie dagen en nachten
lang hadden ze gezwoegd, zonder veel woorden, naar
hun stuggeu noordelijken aard, maar taai volhou
dend, niet wetend van opgeven. Itun tegenstander
evenwel viel niet te onderschatten en langzamerhand
hadden ze terrein verloren en moedeloos hadden ze
lu-t ten slotte toch op moeten geven. Oe pompen
verstopt, de sloepen verbrijzeld door de overkomende
zeeën, de stuurinrichting onklaar en dieper en dieper
steekt de „Lundcgaard" haar neus in de golven,
telkens en telkens weer komt liet schip dwarszee
en hebben de golven vrij spel voor hun vernietigings
werk.
Ik derde nacht is voorbijgegaan en als de sterreu
verbleeken vindt de nieuwe dag de bemanning ver
kleumd tot op hel gebeente en volkomen uitgeput.
Ze hebben elkander vastgesjord iu bel overgebleven
want eu hunkerend zien ze in den schemeiigen
morgen uit naar hulp, w.inl liet einde van de „Lumlc-
gaard" is zeker nabij en daarmede is hun aller lot
beslist. I.arseu lelt iu liet grauwe licht de koppen eu
liet is Iu i een grimmige voldoening te zien, dat er
nog niet één ontbreekt, al hebben ontbering en over
vermoeidheid sommigen bijkans hun zinnen doen
verliezen. Hij kijkt naar zijn jongen, dien hij naast
zich heeft vastgebonden eu die iu ijlende koulis
vlagen roept om zijn moeder. Dal gezicht brengt
den kapitein tot vertwijfeling. Is er dan nelgeus
redding voor zijn jongen V Hij vervloekt den dag.
waarop hij den knaap heelt meegenomen, zijn eigen
eerzucht, de zee. Waarom is hij ook zelf niet aan den
wal gebleven iu plaats van zijii moeilijk verdiende
geld in de „Lundcgaard" te sicken V Hoe gelukkig
hadden ze kunnen zijn. I.n wamieei dan zijn geestes
oog naar de verre Nooisihe kust dwaalt, waar de
vrouw, de moeder, die hun alles is, vergeels op hun
thuiskomst zal wachten, wordl hel den striken kerel
bang te moede.
(iu-reiid eu fluitend jaagt de bulderende oikaau
door het touwwerk.
Doch terwijl hel daglicht zir li iileei en meer baan
bleekt, treft imvcil liet loeien van den sloiiil eu hel
bulderen van de zee een nieuw geluid Laisen's ooi
Aandachtig luistert hi|. I lit kan zich niet veigisscn,
honderden malen "heelt hij liet geluimd 't is het dutte
beuken van de biandiug op de kust. Ook di audeieu
lu ld en bel gehoord en als liet zu lit beter windt-,
zien ze in de vel te het eenzame kustland, waai wind
en stroom de l.iuidegaai d" liceudi ij ven. I'.u allen
lurlcill de hoop op tedding. Als lu i s< hip maai zoo
lang drijvende blijll tot het vastloopt en ei is aan den
wal hulji aanwezig, dan is n wcliit ld nog kans op
behoud. Snel vei mindert de alstaud tot de kust, de
spanning aan boon! stijgt. Dan plot i-ling een paai
schokken en kiaki-nd, liillend als u-u afgebeuld last
dui werkt de Lundegaaid" mil vast. Ilelaa:;, nog
wel p'JTi Mefei ziedende branding heiden hel ;a laji
van den velbgen wal, waai thans enkele kust lie
Onder de loodgrijze, laaghangende, dreigende wolken
massa's biedt, de oceaan, zoo ver 't oog reikt,
een beeld van overweldigende majesteit en kracht.
Ziet, hoe ze aan komen stuiven, de rollers en brekers
in eindelooze rijen, met witgekuilde koppen rukken
ze aan in een nimmer eindigende jacht. Het. lijkt een
kriigerspel van reuzen, die, de ruggen gekromd en
hun witte vederbossen wapperend in den wind,
elkaar najagen en Iri tooirielooze haast over elkaar
tuimelen, liet is als een aanstormen van legioenen,
onuitputtelijk, onweerstaanbaar, alles vernielend"
alles verzwelgend wat hun in den weg komt. Waar
één neerzinkt rijzen tientallen oj> om de ledige plaats
te bezetten. De zee sjireekt en brullend rollen de
golven over haar jieillooze diepten, den tol eischend
vari de vermet.elen, die hun durven weerstaan.
De bemanning van de .Lundcgaard" evenwel heeft
geen oog voor de woeste schoonheid van dit schouw
spel. Hoe zouden ze, de arme kerels V Volkomen uit
geput na een dagenlange worsteling met de zee, die
voor velen hunner hun liefde en hun ondergang is.
drijven ze thans met. den dood
voor oogen rond op de on
gewisse baren. De prachtige
vierrnaster, die in haar Noor-
sche thuishaven aller bewon
dering bad toen zij van stapel
liep en waarvan' de oudste va
rensgezellen hadden getuigd,
dat nooit beter schip het ruime
sop had gekozen, zi lfs dit vaar
tuig heeft in dezen heksenketel
geen schijn van karis meer. Het
:s hier slechts een zielig, een
zaam stukje menseheliik ver
nuft, brom. stuk speelgoed in
de harideri van een ruwen
knaap, v/eerloos wachtend op
uiteindelijke tMaic vernietiging.
Hoe trotocli was de jonge Do
aid I.arsen geweest oji zijn
..Lundcgaard", vervulling van
znri liefste wcnschen, waarvoot
hij gezwoegd had in het harde
zeemansleven, schipper op zijn
eigen V-hip. 'I rotscii was ook
Lar.cti's vrouw ge wce|t, trotscli
ojj tiaar Hinken man die dat
alle. voor zichzelf, maar ook
voor haar 'ui hun jongen, hun
ecnigeri, had weten te berei
keu. I.arsen's zoon v/erd door
de zee rliet minder aangetrok
ken dan zijn vader en ook
zijn liefste v/enscb was vervuld,
toen vader hem toestond dez'-
reis mede te rriaken. hn moedeT
I.arsen, hoewel gesproten uit
ge dachten van zeevaarders,
had ditmaal tij geschreid,
toen zij de „Lundcgaard", thans alles meedragend
wat zij bezat, aan den horizon zag verdwijnen. Maar
ze had zich gedwongen gelukkig te zijn met de
gelukkigen, met den vader, die met rustige zeker
heid de leiding nam op zijn nieuwe schip met
den zoon, die, overmoedig in het want geklauterd,
haar toewuifde.
Ln thans, nog geen veertien dagen na het vertrek,
is het lot van de „Lundegaard" reeds beslist. Nieuw
offer van spaarzaamheid, werkkracht, vernuft en
energie aan de zee. Na een dag of tien, waarin het
schip zich van zijn beste zijde had doen kennen en
met gunstigen wind koers zette naar zijn bestem
ming, was de tegensjtoed begonnen. De storm, als
was hij naijverig oj> den nieuwen mede linger in de
heerschappij over de zee, had hen plotseling ver
raderlijk overvallen.
Kapitein Larsen had het moeten aanzien, hoe zijn
schip, zijn eigen schip, reeds op deze eerste reis lang
zaam maar zeker ten gronde ging. Hij, de rustige,
bezadigde kerel, bekend om zijn zeifbeheersching
op kritieke momenten, had de vuisten gebald en de
tranen waren hem in de oogen gesprongen, toen hij
zag, dat de stortzeeën langzaam zijn mooie bark
vernielden, als viel ze onder de handen van den sloojier.
Doch dan weer had de gedachte aan zijn jongen, die
zich zoo kranig hield onder de voor hem verbijstc
rende omstandigheden, hem zijn zeifbeheersching
doen herwinnen. Inderdaad, I.arsen mocht tevreden
zijn over zijn zoon. De ferme kuaap weerde zieti als
een man en zwoegde, met de rest van het scheeps
volk als had hij nooit anders gedaan. Het bloed vu
Hrt l'D-tMi yj-.i'W ut »1«- /jalAn j/rr.tj'iri.