X ONS ZEELAND Te Vlissingen overleed de heer J. Karreman, chef van de Op het kerkhof, waar vele vrienden den doode de laatste eer practische opleiding aan de Zeevaartschool aldaar, Een kwamen bewijzen, tweetal foto's van de begrafenis van het stoffelijk overschot. Het vertrek van het sterfhuis. p'aatse van een fraai hek te voorzien. Deze daad be teeken de olie op het vuur der openbare school-voor- standers. Ze staken de hoofden bij elkaar en besloten Gedeputeerde Staten in te lichten. Naar aanleiding van het adres der betrokkenen aan het hooge provinciale college, stelden twee leden der Staten dezer dagen in Ierseke een onderzoek in. Dit onderzoek is niet in het voordeel van den gemeenteraad uitgevallen. De leden van Ged. Staten bevonden de klachten juist en ze gispten sterk den toestand, waarin het schoolge bouw zich bevindt. Het is dus te voorzien, dat de raad van Ierseke als nog de benoodigde gelden op de begrooting zal moeten plaatsen. X Zooals bekend, nam destijds Duitschland heel wat Zeeuwsche paarden af. Ieder jaar kwamen de Duit- sche handelaren naar onze streken om het materiaal te keuren, dat vervolgens in groote hoeveelheden naar de Oosterburen werd verzonden. Vooral voor Zeeuwsch-Vlaanderen leverde deze han del belangrijke voordeelen op. Deze, door de Zeeuwen geapprecieerde handelscon necties met de Duitschers, heeft door verschillende omstandigheden reeds geruimen tijd opgehouden te bestaan, hetgeen voor de Zeeuwsche paardenfokkers niet zonder gevolgen bleef. Den handel, als hier be doeld, is het de laatste jaren allesbehalve voor den wind gegaan. Volgens een bericht in een der Zeeuwsch-Vlaam- sche bladen begint er thans weer eenige teekening in den paardenhandel te komen. Geregeld gaan er weer tal van exemplaren de grenzen over, thans evenwel niet de Oostelijke, doch de Zuidelijke. De Belgen too- nen daadwerkelijk belangstelling in het Zeeuwsche fok- materiaal. Het merkwaardige evenwel is, dat de Bel gen voor eigen gebruik het Zeeuwsche paard niet noo- dig hebben. Ze brengen de in Zeeland aangekochte dieren op de Belgische markten, waar. geregeld Duitsche kooplieden verschijnen, die tegen hooge prij zen hun inkoopen doen. Hieruit is af te leiden, dat er in Duitschland opnieuw vraag naar het Zeeuwsche paard is. Het eenige verschil met vroeger is, dat de Duitschers thans inplaats van rechtstreeks met ons te onderhandelen, de Belgen als tusschenpersonen ge bruiken. Het komt ons voor, dat het gewenscht zou zijn, te trachten in dezen toestand verandering te brengen. De fokkers hebben er belang bij, dat de Duitsche koop lieden weer, als in het verleden, naar Zeeland komen, om zich hier van het noodige te voorzien. De tusschen- handel der Belgen levert hen geen enkel voordeel op. Natuurlijk, zonder werken zal het niet gelukken den paardenhandel met Duitschland weer in de oude goede banen te leiden. Doch, deze zekerheid moet meer eenaansporing zijn om de handen uit de mouwen te steken, dan om zich lijdzaam bij den huidigen toestand neer te leggen. Er is wat te doen voor de Zeeuwsche fokkers Onder Westenschouwen is reeds eerder de aandacht besteed aan de beplanting der duinen. Door den stren gen winter werd het werk onderbroken, doch thans heeft men opnieuw de beplanting met volle kracht aangepakt. Een 40-tal werklieden is thans bezig aan het effenen der terreinen, het graven van greppels en het steken en inkuilen van helm. In den kweektuin staan ongeveer 250.000 jonge dennen gereed om ter bekwamer tijd in de greppels uitgepoot te worden. Tot dusver is in het duinterrein een oppervlakte van ruim 52 H.A. met ongeveer 800.000 dennen bepoot. De boompjes gedijen goed, terwijl de oudere beplantingen reeds een denkbeeld geven van het mooie geheel, dat het duincomplex eenmaal zal opleveren. Uit een oog punt van de vastlegging van het zoo hinderlijke en schadelijke stuifzand, het toenemende natuurschoon der omgeving en de doelmatige werkverschaffing, is het werk der beplanting dan ook ten zeerste toe te juichen. X Hoewel het niet doenlijk is, in „Ons Zeeland" ge trouw melding te maken van de verschillende festivi teiten, welke in den loop van den winter georganiseerd worden, mag in dit overzicht een aanteekening over het maskerade-feest van hotel Britannia te Vlissingen niet ontbreken. Het bal-masqué van Britannia toch is ieder winter-seizoen een Zeeuwsche gebeurtenis. De vorige week Zaterdag is in het mooie Vlissingsche hotel het festijn der gecostumeerden en gemaskerden gehouden, en zooals we dat gewoon zijn, is het een volkomen succes geworden. De vreugde was niet van de lucht, de costumes waren opmerkelijk goed ver zorgd, de regeling mocht voortreffelijk heeten. Opnieuw is gebleken, dat de directie een juiste op vatting heeft van hare taak, de moeilijke taak om aan

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 3