ALS DE BLAREN VALLEN.
ONS ZEELAND
5
dat bij een landbouwer onder de gemeente Arne-
muiden onbekenden kans zagen in een nachtelijk uur
6 kasten open te breken en een flink bedrag aan geld
van eigenaar te doen verwisselen, zonder dat zij in
den arbeid gestoord werden. We wisten dat de Zeeuw-
sche lucht een zwaren slaap veroorzaakte, doch een
onverstoorbare tuk als bier lijkt ons overdreven.
dat de eerste hand gelegd is aan de werken bij
de prise d'eaux van de waterleiding aan de Oranje
Zon, welke werken vele werklooze spieren in beweging
gaan brengen.
dat de ambachtsheer van Kruiningen 1000.
afzonderde, teneinde de Ned. Herv. Kerk aldaar van
nieuwe ramen te voorzien, welke in overeenstemming
zijn met den Gothischen stijl van het gebouw.
dat niet elke reflector van iedere Zeeuwsche
fiets aan de eischen beantwoordt.
dat men in Den Haag nog steeds Oost-Indisch
doof is voor de verzoeken, betreffende den levensge
vaarlijken weg bij Woensdrecht.
dat er zoo nu en dan al een vleugje Lente in
de luchten hangt.
dat men zoo weinig hoort over de reclame voor
Zeeland in verband met de Olympiade.
Wij sluiten nu tot volgende week Vrijdag
Adieu
door
JAN VERMEER.
Lente, Zomer, Herfst en Winter zijn elkaar in ge
leidelijken overgang opgevolgd. Het wisselend spel der
seizoenen is aan ons oog voorbij getrokken in al zijn
menigvuldige en bonte schakeeringen. Weer is, als
alle jaren, uit de kale winterakkers nieuw leven ont
sproten, weer heeft het land, als immer tevoren, in
overvloed van bloem en vrucht gebloeid. En dan komt
de Herfst, die de blaren der boomen doet vergeelen
en wegrotten, tot de najaarswinden ze in bonte dwar
reling op den grond doet vallen, waar ze langzaam
verdorren. Nu gaat het jaar sterven. Steeds korter
worden de dagen, steeds langer de nachten. Steeds
lager staat de zon aan den hemel en al minder en
minder wordt de kracht van haar stralen. Het jaar
gaat dood, en met haar sterven schijnt ook de natuur
den doodsslaap in te glijden.
Als de eerste blaren van de boomen vallen en het
jaar langzaam-aan ten einde spoedt als het najaar in
het land komt, begint voor de Zeeuwsche boeren een
tijd van betrekkelijken rust. De boer leeft het dichtst
bij de natuur, en naar haar loop regelt zich zijn werk.
Zoo zijn de wintermaanden voor hem een periode van
gedwongen werkloos zijn, in zooverre dan een boer
werkloos kan zijn.
Op Walcheren begint, begon althans, het winter
seizoen reeds in de eerste week van October, de
Annetje-Liesjesweek, Tusschen de beide Annetje-
Zij die de prijzen „sleepten" op het bal-masqué van
,,T, O. P.", te Vlissingen.
Liesjesdagen van het jaar, dien van Mei en dien van
October, ligt het zomerhalfjaar. De boerenknechts en
-meiden verdienen in deze periode evenveel als in het
winterhalfjaar, dat weliswaar twee maanden langer
duurt, maar waarin van hun krachten zooveel minder
gevergd wordt dan in de zomermaanden. Met Annetje-
Liesje kunnen knechts en meiden dus hun dienst ver
laten, of weer bij denzeTden boer of dezelfde boerin
inhuren. Tot welk van beide zij ook besluiten, in alle
gevallen is de Annetje-Liesjesweek een week van feest
en jolijt, hetzij ter inwijding, hetzij ter uitluiding van
de vijf zomermaanden, waarin gewerkt wordt zoolang
de zon aan den hemel staat en langer. En ofschoon
de Liesjesdag in Mei drukker is dan die in October,
kan het toch op den eersten Donderdag van Wijn
maand zoo vol zijn in Middelburg, dat je in de mid
daguren op de Markt en de Burg en in de Lange
Delft over de hoofden kunt loopen.
Annetje-Liesje wordt alleen op het platteland van
Walcheren gevierd, zelfs in Arnemuiden, dat toch in
zooveel opzichten afwijkt van de overige plaatsen van
het eiland. Overal elders in Zeeland is deze feestdag
onbekend daar loopt de dienst van Mei tot Mei.
Hetzelfde geldt ook voor Nieuwland, dat zich in oude
zeden en gebruiken bij Zuid-Beveland aansluit. Zelfs
in Middelburg is de Annetje-Liesjesdag onbekend de
stad ondergaat hem alleen, maar viert hem niet mee.
In Zeeuwsch-Vlaanderen, op Zuid-Beveland en in
Nieuwland eindigt de zomer-periode ongeveer een
maand later, n.l. met Sint-Maarten (11 November).
Deze heiligendag, in alle westersche landen van groote
beteekenis, speelt ook hier een belangrijke rol, maar
is daarentegen op Walcheren weer geheel onbekend.
De boerenknechts en -meiden verhuren zich van den
eersten St. Maarten tot den anderen, of ook wel van