ONS ZEELAND 15 Z-IERll<2.e,Ê- IgVWEftfrCg P OVLVgLAN Op m'n zwerftochten door Zeeland is het me dik wijls opgevallen, dat kleine plaatsjes dikwijls een groote kerk hebben. U hebt zeker ook wel eens opgemerkt, hoe groot de kerk of de kathedraal te Veere is, in verhouding met het kleine plaatsje, en zoo zijn er meer aan te wijzen. En al is nu dikwijls de eigenlijke kerk, dus het schip, klein, de torens wijzen er maar al te goed op, dat de bouwmeesters een grootere kerk bedoeld hadden. Zoo zien we bijvoorbeeld duidelijk aan den toren te Veere, dat er een stuk nog bovenop behoorde te komen, evenals in Ritthem, Nieuwerkerk en zeer veel andere plaatsjes. Duidelijk blijkt hieruit, hoe groot de welvaart was, vroeger in deze stadjes en toen ik onlangs door Schouwen en Duiveland ging, voelde ik zoo de histo rie, die aan de verschillende plaatsen was verbonden. Thans zijn ze klein, haast vergeten, maar eens zweefden hunne namen op ieders lippen, eens stond de vijand in drommen voor de poorten en loerde op de vesting. Van veel plaatsen is de bevolking, evenals de wel vaart, hard achteruit gegaan, maar de groote oude to rens, die thans droefgeestig en eenzaam staan te treu ren en nu verlaten schijnen, hebben eens neergezien op een woelig stadsleven, eens waren zij getuigen van welvaart en bloei, maar ook van strijd en victorie. Eens zouden de torens prijken aan trotsche kathe dralen en kerken Eens.BOB. flfiriOE pi'jx

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 15