IDEAfNAAIMACHINES ZIJN ONOVERTREFBAAR FIRMA GEBR. KAAN - MIDDELBURG Bij aankoop vrage men beslist dit merk Sedert jaren bij vele families in gebruik EENIGE IMPORTEURS: Verkrijgbaar bij eiken soliden handelaar 8 ONS ZEELAND 23 Januari. Kon vandaag weinig schrijven, 'n Splin ternieuwe splinter onder mijn duim opgeloopen. 24 Januari, 'n Propagandist van de Padvinders op bezoek gekregen om leden te werven. Gevraagd wat de zaak eigenlijk inhield. Begon me de Padvinders- wet voor te lezen. „Een padvinder is trouw. Zijn woord eerlijk. Een padvinder is verdraagzaam. Een padvinder is een broeder voor zijn collega's. Een pad vinder is ridderlijk. Een padvinder is een dieren vriend, Een padvinder is gehoorzaam. Een padvinder is blijmoedig. Een padvinder is spaarzaam." Gezegd dat dit heel wat was, maar dat ik zeer be treurde, het ontbreken van een artikel over het vin den van paden. ,,Die zijn allemaal al gevonden", be weerde de man. Hem aangeraden dan alle pogingen in 't werk te stellen, die vereeniging zoo vlug mogelijk op te doeken. Hij vloekte met de deur. Een padvinder is niet vriendelijk dat staat ook niet in zijn wet Twaalf jaar geleden ben ik geschilderd. Door een van de toen modernen. Hij is getrouwd met een kostschoolvriendin van me en uit hoofde van die vriendschap werd ik uitgenoo- digd zijn atelier-werk te komen bezichtigen, op z'n atelier. 't Was in den tijd toen er hoeden werden gedragen als gebouwen. Ik had er een van goud-bruin fluweel met een rand van goud-galon en een toef strijdlustige haneveeren opzij, vastgehouden door een geval van schildpad en goud. Toen ik met deze glorie op m'n bol 's mans atelier binnentrad, gebood-ie me stil te staan, een bevel waar ik eenigszins verbaasd gehoor aan gaf. Hij kneep z'n oogen tot spleetjes, tuurde van m'n gebouw naar m'n gelaat en fluisterde „Mooi is dat, echt Oostersch Ik zou u graag zoo schilderen." Nu zou ik geen vrouw geweest moeten zijn, om daar niet door geflatteerd te zijn Noortje, m'n oude kostschoolvriendin, was 't heele- maal met hem eens en met z'n beiden zagen ze het heele Oriënt in me, „Gaat u daar eens even zitten noodde hij. Ik liet me neervallen in een antieken stoel, draaide op bevel van den schilder m'n toet naar alle kanten. „Mooi zei hij weer. „Wanneer kunt u poseeren Ik zat er in en kon niet meer terugkrabbelen. „Maar met uw hoed op." De week daarop zat ik mèt het zware gebouw op raast een fel brandende vulkachel, terwijl de schilder bezig was m'n achtergrond te verzorgen. Alle mogelijke zijden lappen werden achter m'n onschuldig krullebolletje gedrapeerd. „Niet fel genoeg Te zoet Te wreed waren de uitroepen, die zijn lippen ontvloden. Eindelijk vond een donker-groen-zijden lap genade in z'n oogen en begon hij de schets op te zetten. Goeie hemel, wat werkte hij ijverig door En het gebouw drukte me zoo zwaar en de kachel brandde m'n koonen hei-rood. Kleiner en kleiner werden m'n oogen. Ik vocht tegen den slaap Hij als een tijger die z'n prooi beloert blikte van mij naar het doek, zette met vaste hand z n lijnen, om na anderhalf uur zware marteling van mijn kant vreugdevol uit te roepen „Dat staat Veertien middagen heb ik zoo geposeerd, al die lij- densdagen het gebouw op m'n hoofd getorst. Toen het klaar was, kon ik niet meer zien of het wel of niet leek, maar Noortje en haar schilder waren verrukt. Ik was een Oostersche prinses en 't was fel, het ding. Er kwamen collega's, die het een fameus ding vonden en ze keken van het doek naar mij en er was er een, die dacht dat m n neus op het doek korter was, dan m'n voorgevel in werkelijkheid was. Strijd om een neus Ze gingen de maat nemen, hadden we in werkelijk heid bij m'n neus. Ik kreeg het schilderij ten geschenke, op die voor waarde, dat het af en toe geëxposeerd mocht worden. Het werd naar huis gestuurd, 't Was heusch een gedenkwaardig moment De heele familie stond er om heen. De meeningen waren verdeeld. De een vond het schitterend, de ander affreus. Maar het gebouw vonden ze eenparig buitengewoon goed getroffen. De schilderij heeft lange jaren aan den wand ge hangen, tot die ouderwetsch geworden hoed me zóó verveelde, dat ik het doek uit de huiskamer verbande en opborg op zolder. Eenige weken geleden we hadden elkaar al dien tijd niet meer gezien loop ik Noortje en haar man tegen het lijf. „Daar heb je m'n Oostersche prinses zegt hij blij. ,,U is niets veranderd Noortje belooft me, eens gauw bij ons te komen ze spreekt zelfs een dag af. Ik kom in wanhoop thuis, vertel de historie. „Portret weer ophangen raadt mijn husband aan. Noortje en haar man verschijnen op den afgespro ken avond. Ze zitten juist over het portret, kijken er telkens met genoegen naar. Even later komt een jeugdige neef binnen. Gaat óók over het portret zitten. Plotseling valt z'n blik er op, „Goeie hemel schatert hij. „Heb je „Opoe met den hoed" weer van den zolder gehaald Tableau EBB

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 8