J"L
JL.
"TT
VERGEET DE VOORDEELEN DER GRATIS ONGELUKKFN-VERZEKERING NIET.
Dag, mijnheer Benthuizen. Neem plaats
Hij vroeg haar hem te willen verontschul
digen, haar om een onderhoud verzocht te
hebben.
Ze knikte genadig, keek hem even aan en sloeg weer
een blik op haar verzorgde handen. En bemerkend,
dat hij niet zoo kalm was als gewoonlijk, vreesde
ze, dat hij haar een intieme vraag zou stellen, die
ze al lang verwachtte, maar dewelke zij met een
weigering zou beantwoorden.
„Ik weet niet, mevrouw," begon Laurent, „of u
soms niet, door uw zoon Piet bent ingelicht over
hetgeen gisteren tusschen hem en mijn dochter is
voorgevallen
Hermina herademde. Ze had zich vergist. En toch
was ze een weinig ontgoocheld en vroeg zich af, of
hij soms niet van haar hield, of het slechts van haar
een veronderstelling was
„Nee," zei ze even glimlachend, „maar ik begrijp,
wat dat is geweest. En waar u op doelt, heb ik al
lang zien aankomen."
„Dus u hadt dat voorzienen u is er niet op
tegen
„Nee, Benthuizen. Ik ken Alida en zij zal mij als
schoondochter welkom zijn."
Hij keek haar verbluft aan. Was dat mevrouw
van Henken, geboren barones van Westerberg, die
al wat burgerlijk was uit haar huis wilde verwijderd
houden
„Denki u, dat mijn zoon zal genezen haalde ze
hem uit zijn verbouwereerdheid.
„Wij zullen het beste hopen, mevrouw.... Maar
weet u ook, wat uw zoon besloten heeft
„Hoe bedoeit u?"
„Als.hij genezen zal zijn
„Verder studeeren natuurlijk zijn doctoraat zoo
gauw mogelijk halen."
„Het spijt me, mevrouw, dat ik u wellicht de il
lusie daarvan nr. et ontnemen, waarvoor ik u vraag,
mij dit niet euvel te duiden, maaruw zoon zou
dan in de fabriek zich willen bekwamen."
Ze fronste licht haar voorhoofd en liet haar handen
als moedeloos in den schoot vallen, zeggend
Het leven is zoo vol desillusies, mijnheer Bent
huizen, dat wij er onderhand aan gewoon raken. Ik
heb maar één hoop meer en dat is, dat mijn kinderen
gelukkig zullen zijnEn als zij elkaar li hebben.
Ze sprak niet verder. Er lag iets pijnlijks om haar
fijnen mond, alsof ze lichamelijk en geestelijk terneer
geslagen was, alsof ze inwendig veel leed.
Toen glimlachte ze zenuwachtig
„Dan wordt u de schoonvader van Pieten
Alida's schoonmoeder," vulde hij aan. „Wat kan
het vreemd gaan in de wereld
Even keek ze naar zijn sympathiek gelaat, dat
door die onverwachte en naar wensch uitgevallen
oplossing, veel jeugdiger scheen door de blijde uit
drukking ervan.
Zc kon niet verhinderen.dat een blos haar wangen
kleurde. Haastig en met bijna afgewend gelaat, alsof
ze zich voor dat rood op haar wangen schaamde, stak
ze hem de hand toe.
Hij merkte stil op, dat die blos haar nog bekoor
lijker maakte en aan de deur waagde hij het even nog
eenr om te kijken.
Toen trof hem weer haar hautaine blik en voelde
hij zich weer haar mindere.
Hermina was kwaad op zich-
zelve dcor die verwarring. Ze
kon niet besluiten, om zich thans
naar Piet te begeven, om hun
gesprek te vertellen.
Doch de zieke, die Benthuizen
voorbij zijn venster zag gaan,
vroeg hem, even binnen te komen.
Aanstonds begon hij over z'n doel.
„Ik weet er alles van, jongen
Mooi, mooiZorg nu maar, dat je
gauw opknapt, dan kunnen we
samen eens flink aanpakken
Maar zeg, zou het niet'beter zijn,
dat je eens een paar maanden
naar Davos ging?"
„En het geld vr eg Piet zacht,
rondkijkend, of hij ziin moeder
niet bespeurde.
Die zorg trof Benthuizen en
nam hem voor den jongen man
in. Ja, hij scheen met goede
bedoelingen bezield. Alida zou
nog gelukkig kunnen worden....
Als Piet nu maar genas! En om
hem niet te beleedigen, door zelf
zijn laatste spaarduiten er voor te
willen besteden, zei hij
„De zaak laat toe, aat er wel
-wat afgenomen, wordt."
.Nee, nee!" weerde Piet. „Ik
DOOR
ROSA CORTHAUST-VAN PUIJENBROEK
blijf hier! Hier wil ik genezen, hier!" En het
werd bijna fluisteren, toen hij er teeder bijvoegde
„bij Alida."
En vol hoop, betreffende zijn ziekte, gingen allen
de toekomst tegemoet.
Kwamen er ook al eens treurige dagen, doordat
Piet verergerde en hun toekomstvertrouwen hierdoor
verzwakte, dan probeerde Dolly den geest in huis
wat meer levendig en opgewekt te houden. En on
willekeurig werden de gemoederen weer in even
wicht gebracht.
De avonden begonnen koud te worden en voor
Piet werd reeds de haard ontstoken.
Meestal hield Alida hem 's middags gezelschap,
zorgende voor zijn medicamenten en versterkende
miui leien, di< hij moest gebruiken.
Haar te zien was hem een troost. Hij verlangde
naar zijn gezondheid, om haar te kunnen vergoeden,
wat hij haar schuldig was.
Hij betreurde di p het werkeloos leven, dat hij
geleid had en herhaalde telkens
„Je zult eens zien, als ik hersteld zal zijn, Alida."
Doch zijn beterschap maakte weinig vordering en
somtijds kwamen hem de tranen in de oogen van ont
moediging, omdat hij zoo lang lijdende bleef. De weg
naar gen zing scheen hem dan eindeloos en dt heer
lijke toekomst niet te bereiken.
Wegens de ziekte van Piet en op uitdrukkelijk
verlangen van Eva, was er voor haar vertrek geen
afscheidsfeest gegeven. Dolly en Alida zouden haar,
daar 't hun toegestaan was door de overste, halfweg
Beverningen vergezellen en alleen moest Eva dan de
reis vervolgen. Dit behoorde tot de voorschriften.
Het afscheid was aangrijpend. De moeder hield
haar dochter omstrengeld, of zij haar nooit meer zou
weerzien, terwijl Eva troostte en haar zocht te kal-
meeren, zeggend, dat ze dikwijls bezoek mocht ont
vangen en dat ze haar geluk tegemoetging.
Onder den indruk van het afscheid, verliet ze de
woning, die ze wellicht maar eens in haar leven nog
zou :rugzien. Haar vertrek liet een leegte achter,
die nimmer aan te vullen was.
Benthuizen, nu door de stille verloving van Alida
en Piet meer omgang hebbende met de familie,.tracht
te de moeder door troostwoorden op te beuren, maar
stil verliet zij het vertrek, om zich in haar boudoir op
te sluiten.
In haar behoefte aan steun was ze bang, niet
bestand te zijn tegen zijn medegevoel en liever dan
zich te vernederen, om iets van haar liefde voor hem
te laten blijken, ging ze uit zijn nabijheid, ofschoon
ze meer en meer naar zijn tegenwoordigheid begon
te verlangen.
Laurent keek naar de gesloten deur, die zij achter
zich dicht getrokken had, deed een stap in die rich
ting, doch bleef weer staan. Wat wilde hij gaan doen
Wat haar zeggen Haar in zijn armen nemen en
vragen „Geef mij het recht je zorgen, je verdriet
te deelen Sta mij toe je te tonnen, dat ik met je
meeleef...." Alleen od haar kamer,zou ze zich aan
haar intense droefheid overgeven ze zou ziek wor-
den door zich op te winden^Tr-\ C
Kwam Alida maar gauw, om haar lNO. O
gezelschap te kunnen houden en om
er voor te zorgen, dat haar niets ontbrak
„Nu zijn er al twee weg, mijnheer Benthuizen,"
kwam Antoon nader. „Wie zal nu aan de beurt
zijn
Beider blik ging naar de ziekenkamer.
„Stil, stil jongen," waarschuwde Laurent zacht, als
vreesde hij dat de weduwe en Piet hen zouoen hooren.
„Laten wij liever naar hem gaan," wees hij naar het
vertrek, waar Piet zich bevond. „Die zal ook wel een
opbeurend woordje noodig hebben."
Maar de zieke was in slaap gevallen en beiden
bekeken sprakeloos het wasbleeke gelaat met de
scherp uitstekende kaken. Ook beiden dachten „Hij
zal nu wel de eerste zijn, die de woning eveneens
verlaat."
Behoedzaam verlieten zij het vertrek en gingen
naar de fabriek.
Toen Dolly en Alida terug waren en de weduwe hen
zag, nam ze beiden in de armen.
„Blijf altijd bij mij, altijdanders zal ik me zoo
verlaten gevoelen."
Alida leidde haar naar een divan en zei op beslisten
toon
„Nu wat gaan rusten, mevrouw. U is overspannen.
De laatste dagen hebben te veel van uw kracht ge
vergd."
„Noem me moeder, Alida, dan heb ik weer twee
dochters, want.... Eefje is nu voor goed weg,"
zei ze met haar oogen vol tranen.
„Graag, heel graag Ik vind het heerlijk, uw doch
ter te mogen zijn,antwoordde Alida bewogen.
„Ikheb mijn moeder zoo gemistMaar ga
nu rustig wat slapen, mjedertje, mijn moedertje,"
zei ze, met een kus.
Hermina glimlachte even en hand in hand bleven
ze naast elkaar, terwijl de meisjes nog het een en
ander over de reis vertelden. Eva had hun moed in
gesproken en met een glimlach op het gelaat hen
vanuit den trein toegewuifd.
De moeder was ingeslapen en Alida begaf zich
naar Piet, om ook daar weer hulp te bieden.
De eerste dagen verbleef zij in de woning van van
Henken, troostend, opbeurend en gereed om iedereen
bij te staan.
De winter verliep droef.
Dolly mopperde, omdat er geen feesten konden
gegeven worden. Haar intrede in de wereld was op
een mislukking uitgeloopen. Nu wachtte ze op de
herstelling van Piet, om met veel luister haar ver
loving met Henri Schoonveld te vieren.
Langzaam scheen de toestand van Piet te ver
beteren. Iedereen verlangde nu naar de zonnige
lentedagen, verwachtend, lat die hem dc gezondheid
spoediger zouden terugschenken.
Maar ook dit werd een teleurstelling, want het
mooie weer liet lang >p zich wachten.
De inkleeding van Eva had plaats gehad. Zij had
den naam „Maris Stella"„Sterre der Zee" aan
genomen. Een naam, die, volgens Hermina, zeer
lief was en zoo echt geschikt voor Eva.
„Hoe vindt u mijn nieuwen hoed?" had Eva, na
de felicitaties in ontvangst genomen te hebben,
gevraagd.
En Dolly was uitgeschoten
„Ik zou je danken Je kan niet
eens rechts of links kijken. Je lijkt
nu een paard met oogkleppen."
Eva had gelachen
„Toch draag ik mijn nieuwen
hoed liever dan mijn rood dopje,
u weet wel mama, waar ik zoo van
hield
Ja, Hermina wist hetdat ro»de
hoedje had ze destijds voor Eva
in Brussel gekocht, 't Stond haar
om te stelen met dat blonde haar.
Ze had het nog aan den kapstok
laten hangen, was niet in staat
geweest, h- weg te geven.
Eva had de bedruktheid van
haar moeder opgemerkt en ver
telde lachend, om haar op te mon
teren, dat ze zoo juist bij het
ontbijt, telkens haar kap vergetend,
haar Kopje koffie er tegenge-
stooten had.
Dolly verkocht grapjes en An
toon noemde haar gedurig zuster
Maris Stella, zeggend, dat hij het
een prachtnaam rond.
Er was een groot diner gege
ven en hoewel de weduwe niet
graag met al die, haar onbekende
menschen, die eveneens voor een
zelfde doel daar waren, het maal
1118
ik.
Ze begreep haar, de moeder, zoo goed.