Mim E^ PCEDEL5 Echte Zeeuwsche Boterbabbelaars J. B. DIESCH' Heeren Winkeliers vraagt prijsopgave en monsters %WADtmUtóJ&S ONS ZEELAND 13 BAL=MASQUE (Souvenir Zierikzee 4-2-'28.) Hossend-bonte fuivelingen, die door groote zalen gaan; heel gewone daagsche menschen, met een ander pakkie aan. Menschen, die je morgenochtend heel soliede weer ontmoet, menschen, door muziek gedragen in een wilden wervelstoet. Creaturen zonder facie, weggeloopen van een plaat, maskers, die wat anders zeggen dan hetgeen er onder staat. - Mooie vrouwen (soms wel mooier, dan ze morgen zullen zijn), gracieuse poederdonsjes, rugjes hol, in zachten lijn. Lieve lachjes uit gewoonte, lachjes-tegen-iedereen, levensvonkjes uit de oogen, schitterend als edelsteen. Uren van verbroken boeien, van conventie en van stand, menschen, door mensch ménsch geworden, drinkend, dansend, hand-aan-hand. Dansmuziek, soms wild van rhythme, verderzwiepend, volle kracht strakjes droomerig en weenend, ingeademd, meegedacht. Kennismaking, rendez-vous'tjes buiten in het nacht'lijk uur, maneschijn, kristallen aether, groote domper der Natuur. Grootsche stilte na dit helsche, menschenkinders-hoofd aan hoofd, fluisteringen, kleine leugens, die men altijd weer gelooft. Bal-masqué, revue der eeuwen, feest van klatergoud en schijn, stoet van lieden, die in 't leven leelijker of mooier zijn. Veiligheidsventiel der spanning van het menschelijk gemoed, avond, die het pad der plichten eventjes vergeten doet. WILLEM TELL II. MET aOUD BEKROOND Alleen echt met het merk J. D. CHOCOLATERIE „IN DEN ZOETEN INVAL" LANGE BURG C 110 MIDDELBURG Bestellingen boven f 2.50 franco (Vervolg.) Toen ik alles goed bekeken had, en Pimpelmees, zoo heette mijn kabouter, me alles verteld had van de groote raadzaal, gingen we een deur door en kwa men we in een grot die van onder tot boven behangen was met fijn geurig dennengroen, In een hoek der zaal stond een allerschitterendst praalbed met zachte tule gordijnen er om heen, dit was de slaapkamer van den ouden vorst. Het bed was gemaakt van dennenbast, en versierd met denappels, het werd bovendien ge dragen door acht fijnbesneden dennenblokjes. Heerlijk hé, om hier te slapen. Ja, dat dacht ik ook, maar durfde niet te vragen of ik ook zoo'n mooie slaapkamer kreeg, want natuurlijk had de koning de mooiste kamer, en dat verdiende hij ook wel, want de koning is een heele beste man, die heel veel gedaan heeft voor de kabouters en dan ook zeer gezien is. Een fonteintje spoot 't water in een klein vijvertje in 't midden van het vertrek. Hé, dacht ik„ je daarin te wasschen, wat zal dat zalig zijn. en terwijl ik zoo in gedachten stond, kwam de koning zelf heel stilletjes om den hoek van de deur kijken en zeide mij; Hoe vindt je nu deze kamer, is het niet verrukkelijk hier? Wel nu, hier mag jij nu voortaan gaan slapen, zooveel je maar wilt. Of ik in m'n schik was, dat kan je je voorstellen. Dat had ik nooit gedacht, dat ik nog eens zoo'n heerlijk bedje zou vinden, in zoo'n mooie kamer, inplaats van dat kale zolderkamertje waar ik thuis in sliep, met dat koude behang met groote bonte bloemen. Toen ik echter de koning wilde bedanken voor zooveel goedheid, was hij al weer weg. Pimpelmees lachte hartelijk om mijn verblufte gezicht en ik moet toegeven, zoo verbaasd ben ik nog nooit geweest. Komaan", zeide Pimpelmees, „ik zal je nu maar eens alleen laten, dan kan je je eens lekker wasschen en opfrisschen, dan kom ik je straks halen om te eten en gaan we vanavond nog naar den feeën tuin, dag! tot straks!" en meteen was hij verdwenen. Spoedig nadat ik me gewasschen had en wat opge- frischt was, werd er op de deur geklopt en kwam Pimpelmees weer binnen. Ik zag dat ook hij zich had opgeknapt, z'n baard was netjes gekamd en z'n werk jas je had hij vervangen door een keurigfluweelen buisje. ,,Kom," zeide hij, ,,nu gaan we eerst wat eten. De kok heeft het eten hiernaast in een kamertje klaar gezet voor je" en meteen maakte hij een deur los, waar ik eerst heelemaal geen erg in had gehad. Zoo ver scholen was de deur in het dennengroen. Jongen, wat een fijne tafel stond me daar gedekt: gebakken vischjes, aardappeltjes, groenten, boschbes sen en aardbeien, nee, verrukkelijk was het, en dan dat heerlijke drinken! (Wordt vervolgd.)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 13