rm
VERGEET DE VOORDELLEN DER GRATIS ONGELUKKEN-VERZEKERING NIET.
1167
Laurent had haar bij het bed van den zieke daags
na het ongeval gevraagd, of zij hem zijn on
voorzichtigheid wilde vergeven, geen voor
zorgsmaatregelen te hebben genomen.
Ze had hem zwijgend de hand gedrukt, met even
haar gelaat tot hem opgeheven.
Aanstonds had ze zich weer van hem afgewend,
want ook zij kon niet het leed zien, dat door zijn
gelaat verraden werd.
Zij wist, dat hij van Antoon hield als van een
eigen kind, dat het ongeluk
hem niet aangeleund mocht
worden. Ze had het hem
willen zeggen, maar de woor
den kon zij niet over de
lippen krijgen. Ze verweet
zich haar harteloosheid en
nam zich voor een volgende
maal toeschietelijker, min
zamer te zijn en hem haar
toegenegenheid een weinig
meer te toonen.
Hoe dikwijls had zij zich
dit niet voorge:.. Tien
Ze had hem zoo graag een
blijk van dankbaarheid ge
geven, hem zoo gaarne een
oewijs van vertrouwen ge
schonken voor zijn toewij
ding. Maar hoe kon ze hem
vergelden, wat hij voor haar
had gedaan Hem haar
liefde schenken Zij zou
over eenige maanden groot
moeder zijn, zij grootmoe
der! En wie denkt dan
nog aan een huwelijk
Juist toen zij bij Dolly
was dien middag, dat het
ongeluk gebeurde, had haar
dochter haar het blijde
nieuws verteld. Ze hadden
samen knusjes, vertrouwelijk over alles gesproken
en toen, in haar heerlijke blijheid, werd haar het
droeve ongeluk van Antoon meegedeeldWat
had nu het leven voor haar weer mcoi kunnen
worden met het kindje van Dolly... Als ze Antoon nu
maar mocht behouden
Stil begon ze dan te bidden, smeekte den hemel
om genezing voor haar kind.
's Avonds verzocht Benthuizen, haar te mogen
spreken. Hij wilde haar zeggen, rust te nemen, om haar
gezondheid te bewaren en af ze dit voor haar andere
Kinderen verplicht was. Als niemand krachtdadig in
dit geval durfde optreden, wel, dan zou hij het
doen. Hij zou haar dwingen, eenige uren te gaan
slapen, haar desnoods zeggen, dat hij haar man
beloofd had, voor haar zorg te zullen dragen. In
haar plaats zou hij bij Antoon waken.
En dit zei hij haar niet onderdanig of smeekend,
maar haar op heur plicht en gezondheid wijzende.
„U vertrouwt toch zeker wel op mijn waakzaam
heid en toegenegenheid, mevrouw vroeg hij, toen
zij bleef zv.ijgen.
En alsof ze nu voldaan was, hem een bewijs te
kunnen geven, dat ze vertrouwen in hem stelde,
antwoordde ze
Ten volle! En om u dit te toonen, sta ik u voor een
paar uren mijn plaats af, echter onder voorwaarde,
dat zoodra mijn jongen teeken van leven geeft, u me
zult komen waarschuwen. Ik zal in I ït vertrek
hiernaast op den ruststoel wat trachten 'te slapen."
,,!k dank u, mevrouw, en wees overtuigd, dat ik
uw vertrouwen niet zal beschamen."
Hermina drukte op het voorhoofd van haar zoon,
daar, waar het verband een plaatsje vrijliet, een
iangen, teederen kus.
„Slaap rustig, mevrouw," fluisterde Laurent.
„Dank u.... mijnheer Benthuizen," lispelde ze.
In het getemperde licht van een schemerlamp
bleef de directeur waken en liet zijn blik rusten op
het gelaat van zijn jongen vriend.
„Wat zou het gevolg zijn van diens val Zou het
levenof de dood zegevieren Dokter Baats had
gezegd „Als hij zijn oogen opent, is dat de redding."
Bang Hermina te zullen storen, durfde hij zich
niet hewegen en zat stil te bepeinzen, wat er de
laatste jaren zoo al was voorgevallen. De druk was
nu van zijn schouders gewend. De fabriek floreerde
als nooit te voren. Alida zou gelukkig worden. Ze
zou huwen en hij bleef weer alleen met oude Maartje
in zijn landhuisje, dat doodsch zou worden, als zijn
zangvogel er uit vertrokken zou zijn. En hij, een
zaam man, nu zesenveertig, zou natuurlijk weer zijn
heil zoeken in de Club....
Eensklaps boog hij zich tot Antoon over. Bewogen
niet zijn oogleden, of was het door het voortdurend
staren op ne: gezicht van den jongen, dat hij meende
een beweging te zien Of flikkerde het licht van de
DOOR
ROSA CORTHAUTS-VAN PUIJENBROEK
lampNee, hij had zich vergist. God Als Antoon
nu eens tot zichzelven kwam Als hij haar het
heerlijke nieuws eens mocht aankondigen
Weer verliepen eenige minuten. Toen, bijna had
hij het uitgeschreeuwd van geluk. Antoon had hem
Hoe zou je 't vinden, Alida, als ik je een tweede moeder gat
aangekeken en zijn naam gepreveld.
Nu mocht hij de moeder waarschuwen, hij haar
zeggen, dat haar zoon gered was
t-iij klopte aan de deur. En alsof de moeder haar
slaap niet had kunnen vinden, was ze aanstonds bij
hem en vroegen haar oogen angstig en toch met
hoop, wat de mond niet durfde uitspreken.
„Kalm, niets slechts, kalm. Antoon heeft mij her
kend," beheerschte hij zijn stem.
Ze snelde met een onderdrukten juichkreet, haar
hand op heur hart naar het bed, waar ze gebogen over
den knaap bleef staan, spiedend naar een beweging
van zijn gelaat.
Even daarna opende Antoon weer zijn oogen en
zei met teere stem
„Mama, mama."
Toen, vermoeid, sloot hij ze weer.
Ze keek naar het verheugde gelaat van Benthuizen,
die haar toefluisterde
„Hij is gered. Dokter Baats heeft mij ge
zegd, dat, als Antoon de oogen opende, hij
genezen zal."
Hermina wankelde.
Benthuizen schoot toe en omvatte haar
met zijn sterke armen.
Stil snikkend vlijde- ze haar hoofd aan zijn
borst enliettoe.dat hij haar „Hermina, mijn
lieve Hermina" noemde en een innigen zoen op
haar voorhoofd drukte.
Haar trots was gebroken.
Zij gevoelde zich gelukkig door het te ver
wachten herstel van haar kind en door de liefde
van hem, dien ze al lang in stilte beminde
Haar hart, dat ze zoo dikwijls het zwijgen
had kunnen opleggen, had ze niet langer
meer kunnen beletten te spreken en alvorens
ze zelve goed wist, wat ze deed, had ze haar
geheim verraden.
Samen gingen ze weer naar Antoon, die rustig
scheen te slapen.
De voorspelling van dokter Baats zou be
waarheid worden. Inwendige, doch niet gevaar
lijke kneuzingen, hadden Antoon meer 'door
den schok dan door pijn, bewusteloos gemaakt.
Na eenige weken was de sterke knaap zoo
goed als genezen en toen Alida hem het geheim
verklapte, dat hij binnenkort haar vader ook
„vader" mocht noemen, zei hij
Ik héb hem altijd als mijn vader beschouwd."
Hij glimlachte guitig „Maar ik wist het al;
oom Jan heeft het mij al.aanstonds verteld. Hij
kon door zijn blijheid 't nieuws niet verzwijgen."
Alida was verheugd over het geluk van haar
vader. Ze moest soms bij haarzelve lachen, als
ze er aan dacht, hoe hij haar zijn voornemen
vertelde. Hij had even heen en weer geloopen
in de kamer, de handen in de broekzakken en
spelend met zijn sleutels. Dat was TVT.-. Irt
een bewijs, dat hij zenuwachtig was. i\|0.
Eindelijk was hij vlak voor haar gaan
staan en had haar bij de schouders genomen en ge
vraagd „Hoe zou je 't vinden, Alida, als ik je
een tweede moeder gaf En zij had geantwoord
„Aan een heb ik genoeg en die krijg ik nu toch, want
de moeder van Piet w >rdt immers mijn schoonmoe
der Wat had hij verbaasd gekekenToen had
ze gezegd „Och, vadertje, als men zelf liefheeft,
begrijpt men zoo veel." Ze had hem zien kleuren als
een broekje en lachend hadden ze elkaar omhelsd.
's Middags kwam Dolly met een blos van op
winding op de wangen en liet haar moeder en Alida
een prachtig bewerkt wiegesprcitje zien, dat Eva
zelf gemaakt had. „Van Eva, moeder! Maar zie toch,
hoe fijn riep ze.
„Van Eva," echode de moeder. Even zag ze haar
oudste aan het fijne handwerkje bezig zuster Maris
Stella in bruin habijt, het smalle hoofd in de diepe
kap gebogen over de blanke, aristocratische handen
en het teere naaldwerk. „Wat zouden Eva's gedach
ten zijn geweest, terwijl ze arbeidde vroeg zij zich
af. Stil veegde ze een traan uit haar oog.
Dolly, opgetogen pratend over de aanstaande
groote, blijde gebeurtenis, zei plotseling
„Wat wordt onze familie binnenkort aangevuld
een schoonzuster, een vader en dan..ons Kindje,"
liet ze er in verrukking op volgen. „Maar jij mag nog
niet trouwen," zei ze tot Piet, die de deur openend
nieuwsgierig naar het troepje keek. „Jij moet eerst
soldaat worden, nieuwbakken fabrikantvervolgde
ze, knipoogend tot Alida.
„Pardon, mevrouw Schoonveld, ik ben afgekeurd,
iets, waar ik niet rouwig om ben."
„Geluksvogel was haar antwoord. Ze hield hem
het spreitje voor.
„Maarvoor dient die antimakassar? Een ge
schenk voor ons huwelijk plaagde hij.
„Van Eva, voor ons kindje, een wiegespreitje,"
zei ze met stralende oogen.
Voorzichtig vouwde ze het kleedje dicht, streelde
het met haar hand, een blijden gliml ich om de lippen.
's Avonds bespraken Hermina en Benthuizen, of
zij op denzelfden dag als Alida en Piet hun huwelijk
zouden laten voltrekken
„Maar heb je er wel goed over nagedacht, Lau
rent vroeg ze. „Ik ben bijna grootmoeder En zie,
hier komen al rimpels bezijden mijn oogen en de tijd
weeft al zilverdraadjes door mijn haren. Een echte
oude vrouw dus onderhand," schertste ze.
Benthuizen sloeg zijn arm om haar schouder.
„Voor mij zul je altijd jong blijven, Hermina, al
bi n je ook nog twintig maal grootmoeder."
Zij keek hem lang en liefdevol aan. Hoe had ze
door haar trotschheid al die jaren haar hart het zwijgen
kunnen opleggen
En hij dacht, met innige voldoening op haar neer
blikkend
..Mijn belofte mag ik tot het einde toe vervullen."
F.INPP
„Voor mij zul je altijd jong blijven"