xwxm I PUROL tojmpi 14 ONS ZEELAND HISTORISCHE CRIMINEELE GEVALLEN EN AVONTUREN. Mannen rr-eiO arX-iCP - m £t 7?l->: Wat heeft Mimi in de handen Van uit A een lijn te trekken door de punten zoodanig dat het voorwerp gevormd wordt dat Mimi vasthoudt. I. De gevangenschap van Benvenuto Cellini. In den tijd, dat Florence groot was en machtig, en dat onder het bestuur van de Medicis de kunsten en wetenschappen er bloeiden, leefde daar Benvenuto Cellini, die nog steeeds geldt als de meester der goud smeden; als de man die door zijn talent en zijn groote artistieke gaven prachtstukken van goudsmeedkunst te voorschijn bracht. Zoowel hooge geestelijke als wereld lijke heeren, de Paus niet uitgezonderd, bestelden bij hem kettingen, ringen en al wat tot verfraaiing kon die nen. Zoodoende vestigde Benvenuto zich te Rome, waar hij, om zijne kunstvaardigheid, eene bijzondere bescher ming genoot. Zelfs bleek men terwille van deze talen ten geneigd om de oogen te sluiten voor de keerzijden van zijn karakter, want hij was een opvliegend, harts tochtelijk, twistziek man, die zelfs, in een woorden wisseling, die hij met een zijner voornaamste concur renten, den goudsmid Pompejus, had, niet aarzelde dezen op de plaats zelf te doorsteken. Slechts met veel moeite, en tengevolge van een alleszins onjuiste voorstelling der feiten, slaagde men er in Paus Paul III te bewegen om hem brieven van gratie te schenken, dit echter op de begrijpelijke voorwaarde, dat hij zich in de naaste toekomst beter en meer ingetogen zou gedragen. Paus Paul III toonde al spoedig niet de lankmoedigheid te bezitten, die zijn voorganger, Paus Clemens VII, althans ten opzichte van Benvenuto Cellini, had betoond. Het heette eenigen tijd daarna, dat de goudsmid van de troebelen, die in 1527 plaats hadden, en die Paus Clemens VII er toe dwongen om het fort St. Ange in staat van tegenweer te stellen, had gebruik gemaakt om een deel, wellicht slechts een klein deel van de schitterende steenen van den pause lijken schatkelder zich toe te eigenen en deze naar zijne woning over te brengen, genaaid in de zoomen van zijn kleeren. Het pleit niet voor Benvenuto Cellini, dat men ook in den kring dergenen, die zijn kunst zeer bewonderden, er vrij velen vond, gereed om deze be schuldiging te gelooven. De Paus beval zijne inhech tenisneming, en een der hoofdlieden van de z.g. Sbirren, een zekere Crespino, werd aangewezen om hem in hechtenis te nemen. Zij kwamen hem tegen, rustig als gewoonlijk, zijne dagelijksche wandeling doende. Hij geloofde aanvan kelijk aan eene vergissing; meende, dat men hem voor een ander hield, maar Crespino overtuigde hem al spoedig van zijn ongelijk, en nam hem mede naar het kasteel St. Ange, waar lieden van zijn stand en talen ten werden gevangen gezet. Men had de noodige zorg voor hem; behandelde hem beleefd, maar niettemin sloot men hem in een vertrek, veilig gelegen, op. Ben venuto poogde zich vrij te pleiten van het hem ten laste gelegde; zelfs slaagde hij er in den Franschen koning Frans I, die hem aan zijn hof te Parijs ver wachtte teneinde er eenige bestellingen uit te voeren, te zijnen gunste te doen pleiten. Maar de Sieur Jean de Montluc, de gezant van Frans I, vroeg tevergeefs; de Paus vond geen reden om Benvenuto in vrijheid te stellen. Wel trof de goudsmid het in zooverre, dat de resideerende gouverneur van het kasteel St, Ange, Florentijn van geboorte was, en niet naliet hem, voor zoover zijn bevelen hem dit vergunden, zekere vrij heden toe te staan. Toen men echter verdenking begon te koesteren, dat hij van die vrijheden zou gebruik maken om te ontsnappen, kortte men ze in. Men had Benvenuto op zijn eerewoord doen beloven, dat hij geen poging zou doen om te ontvluchten; niet ten onrechte achtte hij zich aan dit eerewoord niet meer gebonden, toen men duidelijk te kennen gaf hem niet te vertrouwen en tegen hem de maatregelen nam, bij gewone misdadigers gebruikelijk. Vervolg op bladz. 16 die er correct uitzien, scheren zich dagelijks. Men scheert zich pijnloos, vlug en schoon, zonder dat de huid stukgaat of na- schrijnt, als men voor het inzeepen de baardopper- vlakte inwrijft met 'n weinig Doos 30 en 60, tube 80 ct. Bij Apoth. en Drogisten

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 14