Bij KON. DRUKKERIJ
Handwondjes G.W. DEN BOER
PUROL Levert alle soorten
ONS ZEELAND
13
had een rokje van zes in klokvorm vallende volants,
waarboven een glad, doch licht blousende taille. Een
gesp van esmerald accentueerde de taille, terwijl een
ketting van deze'fde half-edelsteenen om het ranke
halsje gedragen werd.
De lange paarlen ketting wordt dit seizoen niet zoo
uitsluitend gedragen, maar heeft in de ketting van
diamantjes (echt of on-echt!) in schakel-vorm gezet
■en op de borst hangend met een pendentif in steenen
die harmonieeren met de kleur van de robe, een felle
mededingster gekregen.
U heeft weer voorraad modenieuws, mijne dames!
E. B. B.
7 Maart. Wat is het toch gevaarlijk om getrouwd
te zijn. Ga dat drama in Veenerdaal maar eens na.
Herbergier. veertien dagen getrouwd. ruzie met
zijn vrouw omdat het wittebrood op was. er vallen
klappen. neg eers ruzie. weer applaus.
vrouwtje neemt vergift in.naar ziekenhuis. en
echtgenoot ontvangt klappen met een bijl van 'n rid
derlijken commensaal. Om te griezelen. Ben over één
kant toch maar b1 ijdat ik altijd goed voor Liesbeth
ben geweest en de laatste wil zijn.... en geen com
mensaals houd; dat bespaart je goed beschouwd toch
heel wat narigheid. Toch voor alle zekerheid de bijl
verstopt en Breeduitstra en Krimp op een pintje bier
getracteerd,
8 Maart. Groot feest in Rotterdam. Kamer van
Koophandel 125 jaar oud. Kolcmmen in de couranten.
Gelezen van a tot z. Ik bewonder menschen die voor
een ding meer weten terug te krijgen, dan ze er zelf
voor gaven. Ik ben nu 45 jaar en heb 't nooit zoover
kunnen brengen. Bepaa'd 'n fout in m'n opvoeding.
Debat met Breeduitstra gevoerd. Die lachte wat met
m'n geestdrift. Opgeschroefde beweging, zoo'n festijn,
hoonde hij.... kouwe drukte van de journalisten;
de kooplui zelf voelen er geen klap voor; hij had het
zwart op wit zien staan, dat bij de herdenkingsplech
tigheid van Rotterdam zelfs geen een van de oprichters
aanwezig was geweest. De voorzitter betreurde dat,
maar zoo'n jeremiade kon natuurlijk den wanklank niet
overstemmen.
De Tweede Kamerleden hebben minister de Geer
met zijn aarde-werk laten struike'en; dat zullen ze
thuis bij hun dienstboden niet moeten lappen.
9 Maart. Ik, Philemon Zijdewind, houd machtig
veel van het leger. Van jongs-afaan bewonder ik de
mannen, die zich om de liefhebberij van een ander
desnoods dood willen vechten, maar de cavalerie mag
ik niet; ik dweepte eenmaal nooit met wat je noemt
paardemiddelen. Mijn afkeer is wel gefundeerd; dat
bespeurde ik vandaag weer, teen ik 'n geïllustreerd
blad in den kapperswinkel doorbladerde. Prachtig défilé
in Den Haag; Koninklijke familie op het appèl....
en op het plechtigst moment rolt me daar een huzaar
met zijn knol onderste boven. Paniekje! Ons geheele
hof schaamde zich dood voor het corps diplomatique,
dat zich tranen stond te lachen. Alleen de Engelsche
gezant bleef eerst ernstig; toen hij echter zag, dat het
Doos 30 ct. Bij Apoth. en Drogisten DRUKWERK
de prins van Wales niet was, schaterde hij ook mee.
O, land van Herman en Michiel de Ruyter
10 Maart. Bitter koud op straat; bovendien Maart-
sche sneeuw. Van middagwandeling kon niets komen.
Met Krimp en Breeduitstra naar een lezing gegaan
over schoolartsen; dat brak den tijd tenminste. Wat
sprak die spreker mooi. Wanneer er niet vlug school
artsen komen, gaat ons gehee'e geslacht naar de maan.
Met bacteriën beladen, zitten die arme kleinen naast
elkaar en geen schoolmeester let er op. Dat moet anders
worden, zoo we ten minste nog 'n greintje ouder- en
kinderliefde hebben. Aldus de spreker. Gaten in de
vloer geapplaudiseerd. In de pauze even met dr.
Doorloop staan praten. Spreker kwam op ons af. Vroeg
aan mij of ik voorstander van het instituut der school
artsen was. Ik knikte bevestigend. ,,Dat is slim van u,
mijnheer," zei de redenaar, ,,want krijgen we de zaak
voor elkaar, dan raken er 200 van ons in een gemeente
betrekking; inplaats van concurrenten worden dat klan
ten-aanbrengers." Dr. Doorloop greep hem bij den arm
en schreeuwde zenuwachtig: mag ik u voorstellen aan
mijn vriend, den op wachtgeld gestelden rijksambte
naar Zijdenwind."
,,0, pardon," stamelde de ander ontzet, ,,ik dacht
dat u ook dokter was."
Aan tafel het ontzettende verhaal voorgelezen van
den Franschen onderwijzer, die door zijn leerlingen
vermoord is. Jossie vroeg belangstellend of dat kwaad
was.
11 Maart. Fietstochtje naar Wemeldinge gemaakt
om het burgemeestersmonument te bezichtigen. Aldaar
aangekomen rijwiel tegen 'n steenen paaltje gezet en
op onderzoek uitgegaan. Geen succes! Veldwachter in
den arm genomen; die stapte met me mee. en
terug. „Wel lieve deugd", bulderde hij opeens, „daar
gebruiken ze het waarachtig al voor fietsenrek."
't Was of ik door den grond zonk. Met gewe'dige
tegenwoordigheid van geest riep ik: „Hoe komt mijn
fiets daar nu!"
De aftocht was niet roemzucht.
12 Maart. Op wandeling langs den Singel een
reusachtig groot kippen-ei gevonden. Eerst naar het
plaatselijk nieuwsblad om een kwartje en toen naar
de vrienden om het ei te laten bewonderen. Op aan
dringen van Breeduitstra naar het stadhuis gegaan om
er aangifte van te doen. Groote geestdrift onder het
ambtenaren korps ging van hand tot hand. Burge
meester opgebeld. Die vroeg of ik het niet aan de
gemeente wilde aanbieden. Bevestigend geantwoord,
's Middags de plechtige overdracht. B. en W. present,
alsook de hoogste gemeen te-beambten. Burgemeester
gevoelig gesproken en herinnerd aan het gevleugelde
woord van de Koningin-Moeder: „Laten wij groot zijn
in alle dingen, waarin een klein land groot kan zijn."
Gaarne wilde hij dit buitengewone kippenei voegen bij
de vele waardevolle en eigenaardige voorwerpen in het
stedelijk museum.
De gemeente-opzichter uitte ook zijn blijdschap; die
was des te meer verheugd omdat er 's morgens een
zwanenei uit het nest aan den Singel verdwenen was.
13 Maart. Op soos vreeselijk geplaagd met feit
van gisteren. Niets dan afgunst,