Ié ONS ZEELAND De Bewaarschool „Dreef hield in haar lokalen te Ierseke, Donderdag „Openbare les". Er was enorme belangstelling van ouders en belang stellenden, zoowel voor al het fraais, dat de kleuters gemaakt hadden en nu tent longesteld was, als voor de spelletjes die de kleinen speelden. We namen een paar aardige kiekjes in het tentoonstellingslokaal. Links „Het Bloemenmeisje met de vele bloemetjes", rechts „de Kaboutertjes". als hij haastig en met tegenzin iets tot zich nam. Nu en dan slaakte hij een diepen zucht, dan volgde weer een urenlange stilte. Slechts zijn gedachten werkten koortsachtig. Zou ze komen, zijn vrouw, Rosa Veen, de beroemde zange res? Zou ze haar tournée door Duitschland onder breken, om voor het laatst haar dochtertje, ééns haar afgod, te kunnen zien? Of zou ze ook thans roem en eer stellen boven menschelijke gevoelens, zooals ze reeds eenmaal had gedaan, twee jaar geleden, toen zij haar huiselijk geluk opofferde, om haar roeping als zangeres te volgen, zooals ze pathetisch had verklaard. Zonder ruzie waren zij uit elkaar gegaan, maar toch had zich in Herman's hart een diepe wrok geworteld. Slechts éénmaal had hij haar terug gezien, toen het verlangen naar haar kleine Bertha haar te machtig was geworden en zij tusschen twee contracten in, tijd had gevonden een paar dagen bij haar dochtertje door te brengen. Hij zelf was na de eerste ontmoeting naar zijn ouders gegaan, had hen geheel aan zichzelf over gelaten, want nooit had hij haar de stap, dien zij genomen had, kunnen vergeven. Even had hij toch gehoopt, dat ze blijven zou, dat ze hem zou roepen, dat alles weer het oude zou worden! Doch zijn hoop bleek ij del. En toen ze vertrokken was, was er iets in hem gebroken; eerst toen besefte hij, dat ze nooit van hem had gehouden, dat hun huwelijk een groote vergissing was geweest, een mislukking, evenals zijn leven een mislukking was En nu wachtte hij. Direct, nadat de kleine Bertha gestorven was, had hij het zijn plicht geacht, haar telegrafisch het droeve feit te melden. Haar adres had hij zich gemakkelijk kunnen verschaffen: was ze niet Rosa Veen, de beroemde zangeres? En uit de spanning waarin hij verkeerde, begreep hij, dat hij haar nog altijd liefhad, dat hij ondanks alles nog hoopte, nog verlangde, dat ze voor altijd bij hem terug zou komen. Nu vooral, nu hij zijn kleine Bertha zou missen, nu hij heelemaal alleen zou staan! Volgens zijn berekening, had ze er al kunnen zijn. Een bitter lachtje speelde om zijn lippen. Natuurlijk, ze kwam niet, had hij anders kunnen verwachten? In twee jaar tijds had ze éénmaal een paar dagen voor haar kind, waar ze toch dolveel van had gehouden, over gehad, hoe kon hij denken, dat ze nu, midden in een succesvolle tournée, tijd zou hebben, om naar het lijkje te komen kijken! Was dat niet te veel van haar gevergd, een kunstenares leefde immers alleen voor haar kunst, voor haar triomfen? Herman Veen keek op z'n horloge. De laatste trein uit Duitschland moest minstens al een uur binnen zijn! Vermoeid zakte hij in zijn stoel terug en sloot de oogen, een traan drupte langzaam langs zijn ge laat. Doch even later schrikte hij op, hoorde hij geen leven in de gang? Wildbonzend sloeg zijn hart, de deur ging voorzichtig open, voor hem stond Rosa, in reistoilet! „De trein had oponthoud," klonk haar melodieuse stem als verontschuldigend door het stille vertrek. Dan zochten haar oogen de roerlooze, kleine gestalte op het bed, en als mechanisch liep zij er op toe. Met een doffe snik greep zij het koude handje en drukte dat tegen haar gloeiend voorhoofd. Minutenlang snikte zij haar leed uit. Stil was ook Herman naderbij gekomen, met drooge, brandende oogen was hij naast haar neergeknield, naast haar, die toch gekomen was! En toen hij haar een paar uur later, bevend van emotie, smeekte hem niet meer te verlaten, als was het slechts terwille van hun gestorven dochtertje, dat evenals hij geleden had om haar, deed haar stomme knik hem een oogenblik de smart om het verlies van zijn kind vergeten. Nooit heeft Herman Veen geweten, dat de carrière van zijn vrouw een week voor het overlijden van de kleine Bertha door een heftigen aanval van bronchitis gebroken was, en dat de dokter haar voor goed het zingen had verboden Dameshoedenmagazijn A. LE COINTRE Wal 58 - Middelburg 11 Maart 1924 werd te Middelburg, Wal 58, opge richt de Dames-hoedenzaak van Mej. A. Ie Cointre. De affaire, bescheiden begonnen, heeft door hard werken van 't heele personeel en vooral door de Uit stekende leiding der eigenares, in zeer korten tijd het volle vertrouwen van 't publiek verworven. Doordat de directie zich steeds op de hoogte weet van het nieuwste wat op modegebied aan de markt wordt gebracht en door solide binnen- en buiten- landsche connecties, breidde de zaak zich steeds meer uit. Deze uitbreiding, gepaard gaande met verbouwing, was spoedig noodzakelijk, zoodat op 't oogenblik deze

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 16