ZEEUWSCHE WATERRATTEN 4 ONS ZEELAND De Zuid-haven-brug in Zierikzee, die aan het toenemende verkeer belangrijke diensten bewijst. Dezelfde brug, terwijl ze open gaat (of dicht, naar het U lijkt.) gen omlaag te vallen, overal is het gebouw aan het barsten. Wie het stadhuis in Veere wel eens wat nauw keurig bekeken heeft, weet dat de onbekende architect geenszins overdrijft. De toestand laat inderdaad veel te wenschen over. Als Veere geld had, zou het advies moeten volgen „Veere, stel een flinke som ter beschikking en laat je mooie stadhuis in orde brengen," maar.... Veere is daartoe niet in staat. De kleine gemeente kan geen sommen ten koste leggen aan de weliswaar mooie, doch dure erfenis van een rijk voorgeslacht. Anderen dan het stadje zullen hier uitkomst moeten brengen. De beste oplossing zou zijn als het rijk van Veere het stadhuis overnam, en het rijksmonument geheel in orde liet brengen. De geschiedenis van het Walcher- sche stadje is wel zoo ongewoon, dat een dergelijke on-economische overname alleszins te billijken zou zijn. Blijkt het rijk de filantropie in deze niet toegedaan, dan zouden we de provincie in overweging willen geven haar aandacht aan het stadhuis te Veere te willen schenken. Want we zullen het er allen wel over eens zijn, dat dit fraaie Zeeuwsche historische bouwweik niet ten gronde mag gaan door ZELANDUS. De tijd der romantiek is voorbij. En wij Hollanders, die van nature toch al geneigd zijn om de dingen van den nuchteren kant te bekijken, komen er nu zeker toe, om de glorie, die de hoofden van onze oude vader- landsche helden omgeeft, met een sceptischen blik te beschouwen. Nu is onverschilligheid altijd nog beter dan dwaze verheerlijking. Maar er is ook een midden weg, die men zonder gevaar van buitensporigheden kan bewandelen. Men behoeft een Piet Hein niet te zien als een nationale held, die zonder eenige persoonlijke eerzucht of zonder hoop op voordeel de Spanjaarden ging bevechten, maar men mag hem toch zeker niet zien als een gewetenlooze zeeroover, tuk op buit en wien de vrijheidsoorlog koud liet. Het is nu zoo lang zamerhand wel duidelijk geworden dat de tachtigjarige oorlog niet alleen 'n godsdienst- of vrijheidsoorlog was, zooals velen zich dat nog graag voorstellen, maar dat er ook economische factoren een groote rol hebben ge speeld. Trouwens die zijn de grondoorzaak van eiken oorlog. Maar de historie vermeldt toch oak daden van mannen, die zonder aarzelen lijf en goed gaven voor hun vaderland. Hoe men daar ook over moge denken, iets edels en toch ook iets tragisch ligt hierin, vooral waar het de verdediging van idealen betrof. Laten we dus de Zeeuw sche zeehelden, die momenteel veel kans loopen aan de vergetelheid te worden prijs gegeven, hier even me- moreeren en hun de plaats geven die hen toekomt. In de eerste plaats dan Sebastiaan de Lange. Deze Verenaar had het bevel over een schip en kreeg op dracht den toevoer van levensmiddelen en manschap pen naar het door de Zeeuwen belegerde Middelburg te beletten. Zijn schip raakte echter aan den grond, en toen hij door vier vijandelijke schepen was aangevallen en zich langen tijd moedig verdedigd had, stak hij de lont in het kruit en vloog met vriend en vijand in de lucht. Het is natuurlijk altijd de vraag, in hoeverre het toeval in zulke gevallen een rol speeelt. Maar, het is in ieder geval al een groote prestatie tegen een vier voudige overmacht te strijden. Eere dus zijn naam Iemand van grooter beteekenis hoewel hij niet zulke bokkesprongen maakte, was de Zeeuwsche ad miraal Ewout Pietersz. Worst. Deze admiraal, die buiten zijn goeden Zeeuwschen naam, over eenige oor logsschepen beschikte, werd door de stad Vlissingen uitgezonden om de Spaansche vloot te bevechten, die onder bevel van Medina, Alva's opvolger, voor Blan kenburg geankerd lag. Worst kweet zich goed van zijn taak en behaalde de overwinning. Hierbij moet nog een andere Vlissingenaar worden genoemd, en wel Boude- wijn Ewouts. Deze was met de Spaansche vloot van een handelsreis teruggekeerd, maar toen Worst den aanval begon, dwong hij de vijandelijke soldaten op

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 4