GEBRü BOER,
^WADtmUtóJ&S
ONS ZEELAND
13
Superi"*,.;-
gestopt had. Ik heb namelijk de gewoonte om bij het
knutselen met den hamer op mijn vingers te s'aan en
wilde daar wel een middeltje tegen weten. Ben op mijn
wenken bediend. Goeden raad gekregen. „Houd den
hamer met beide handen vast", stond er. Lindbergh
heeft zich na zijn huldiging in een ziekenhuis laten op
nemen. De psychaters hadden eigenlijk een gekkenhuis
voorgeschreven, maar Lindbergh vond, dat hij dan net
zoo goed in 't volle leven had kunnen blijven.
(Vervolg.)
Wijnkooperij
Opgericht 1795
VLAARDINGEN.
Generaal-vertegenwoor
digers van
Carré Perseval, Epernay
Edmond Dupuy Co.,
Cognac.
Red. Hackle Whisky,
Glasgow.
D. Leiden Ltd., Keulen.
Hofleveranciers van
Z. M. Koning Willem III
Zijne Keizerlijke, Konink
lijke Hoogheid Keizer
Frans Jozef
Z. M. den Koning van
Engeland
Leveranciers van
Z. K. H. den Prins van
Wales
Z. K. H. den Hertog van
York
Z. H. den Hertog van
Wellington
Z. H. den Hertog van
Manchester
The House of Lords, etc.
18 Maart. Neef uit Rotterdam op visite. Heel den
dag bluf over zijn woonplaats. Reusachtig vooruitstre
vend stadsbestuur. Ze hebben nu al boschwachters aan
gesteld voor het woud dat nog aangeplant moet worden.
Wybo sarde hem daarmee. Neef vond a'les heel lo
gisch. Waar dienen boschwachters anders voor, dan om
te wachten op een bosch. Van den zomer wilde neef
een tijd doorbrengen aan het Rotterdamsche strand.
Homerisch gelach van de jeugd. Op school circMeerde
juist de historie, dat tijdens het vorige badseizoen
Hoek van Holland verloren was gegaan onder een laag
olienotendoppen en boterhammenpapier. De maat vol
gemaakt met de vraag of het waar was, dat Boefje het
eenigste tooneelstuk was dat de echte Rotterdammers
trok.
19 Maart. Mr. Mierick heeft zijn oude Ford omge
ruild voor een nieuwe. Heb het ding bewonderd. Gewel
dig verschil, zei mr. Mierick. Bij het oude model maakte
alles lawaai, behalve de claxon en bij het nieuwe was
het juist andersom. Mr. Mierick vertelde me ook nog,
dat hij het opeens zoo buitengewoon stil en rustig in
Zeeland vond. Vreemd!
20 Maart. Vreeselijke gebeurtenis op een Fransch
ambtenarenbureau in Verdun. Eenige employé's wiD
den tijdens hun kantoor-uren een granaat demonteeren.
Hevige knal; granaat weg, employé's weg en bureau
weg. Dat komt er van, zei Breeduitstra, wanneer amb
tenaren buiten hun eigen tijd werken. Gelijk heeft hij!
Je begrijpt, het ging als een loopend vuurtje, van
mond tot mond, „dat de arme menschen zoo heel, heel
gelukkig waren en heusch wel zoo'n verassing hadden
verdiend.
Dien avond toen de maan opkwam, verzamelden wij
ons weer, en gingen nu voorzien van hamers en
zagen, spijkers en ander timmergereedschap, naar de
houthakkerswoning. Sommigen van ons sleepten lange
planken.
Aan Vader Wind hadden we gevraagd, om f'ink
te gaan blazen dien nacht, maar zoo dat de wind niet
naar het huisje zou toewaaien maar eer van af, dan
zou de houthakker ons niet kunnen hooren als we zoo
druk aan 't timmeren waren. Ja, we waren druk aan
't timmeren, want we gingen een
flinke schuur bouwen waarin al het
gereedschap van den houthakker in
opgeborgen zou kunnen worden, en
bovendien maakten we er ook een
hokj e voor een geit en een hok voor
kippen.
De ghmwormen hadden we nu
niet noodig, en evenmin de eek
hoorns, maar wel hadden we ge
vraagd aan de spechten om ons een
handje te helpen, je weet, die kun
nen zoo goed gaatjes slaan in het
hout; dat doen ze met hun snavel.
En 's nachts klopten we en zaag
den, timmerden en sjouwden dat
het een lust was om te zien, en
ook te hooren, want we zongen het
hoogste lied uit, daarbinnen in het hutje zouden ze
ons toch niet hooren, daarvoor zorgde de wind wel.
En teen we zoo aan 't zingen waren, kwam juffrouw
Nachtegaal ons begeleiden en we hadden zoo'n pret, en
werkten zoo lustig, dat we al lang voor zonsopgang
klaar waren, nu gauw de geit gehaald en kippen in de
ren gedaan, en net toen de zon haar stralen boven
den horizon uit'iet komen, zongen we ons afscheidslied,
dansten in een grooten kring rondom de hut, en snelden
toen, zoo vlug we konden, naar huis terug; waar we
direct naar bed gingen en sliepen als roosjes.
Weer was Klautertje in den hoorn gekropen om nog
eens te zien wat de houthakker wel zou zeggen.
Toen ze spoedig daarna buiten kwamen, riepen ze
tegelijk uit: „Wat is dat?" Ze wreven zich de oogen
uit, want dat konden ze niet gelooven. Gisteren een
tuintje er bij en nu dit?
Zou het toch heusch waar zijn? Een schuurtje, een
kippenhok en een ander hok voor. ja, waarvoor.
een hond misschien.
Voorzichtig slopen ze naderbij.... voelden met de
handen. ja, het was waar. een echte schuur.
neen maar.... en ze begonnen beiden te hui'en van
geluk bij het zien van zooveel moois.... en dan dat
kippenhok, en meteen raakte de man het met de hand
aan.... en.... Wat was dat?
(Wordt vervolgd.)