ONS ZEELAND
YAOUCHI'S ZEGEPRAAL
J. H. EEKHOUT.
li
De trekhond wordt wettelijk beschermd Honden, die beneden
de maat zijn moeten van de karren verdwijnen.
In Ierseke werden de vorige week de trekhonden gekeurd.
van ons, je vertrouwelingen en boezemvrienden al op
te wachten. Je zag aan onze verhitte gezichten, dat
er voor de zooveelste maal weer iets niet in orde was.
Maar als dan Tom en zijn bol bockeurbuikje met ko
mische dribbelpasjes naar huis was gewandeld en één
van ons had gekeken of hij goed en wel den hoek der
straat om was, kregen wij je sleutels en we zochten
onze cahiers.
Kees maakte altijd schitterende repetities en een
copie van 't proefwerk bezorgde ons een hoog cijfer,
dat prachtig meewerkte bij 't overgaan naar een hoo-
gere klasse. Want rekenen was een belangrijk vak.
Het belangrijkste, zei immers de ronde Tom.
En als alles afgeloopen was en zóó de schriftenstapel
gelegd, dat géén vermoeden kon gewekt worden aan
een onverklaarbare snoode inbraak, sloot jij weer de
deur, of niets zondigs en misdadigs was gebeurd. We
babbelden dan nog een poosje of keken naar je jong,
kraaiend kindje en liefkoosden het, zoo handig wij, op
geschoten slungels, dat konden doen.
Onze voorloopige dank bestond in het toereiken van
een paar goede sigaren. Lakenswaardige omkooperij
was het niet wij deden het als symbool van genegen
heid. Jij deed je daad uit een mooie, pure mensche-
lijkheid, uit een zucht om belangeloos ons te steunen.
Die sigaren waren een toevallige aangenaamheid
slechts....
En nu ben jij dood en ligt er bleek en met
geloken oogen in een eikenhouten kist. Stralend is de
parelende morgen de zon zal dezen klaren middag
hoogtij vieren. De wegen zijn vol kleurigheid en prettig
lawaai. Gejuich van blonde, blanke en roze kinderen
slaat tegen huizen naar buiten trekken in de scha
terende natuur de gelukkige lieden van de stad....
Maar jij bent dood. En jij zult niets meer zien,
nooit meer, van het schitterende, blijroerige leven
En straks zullen we je begraven gaan en ons scharen
rond de kille groeve. Dan zullen woorden worden
gesproken, wat banale woorden, die jij niet hooren
kan en waarom niet mag worden gelachen
Je bent veel in ons leven geweest je laat er een
vreemde, leege ruimte.
En tóch, beste Cerberus, en tóch zullen we je ver
geten. Ik dorst het niet te zeggen, maar na eenige
weken weten we natuurlijk niet meer, dat je een be-
teekenisvolle figuur was in ons bestaan. Wij zullen je
vergeten, droef vergeten. Er zal een nieuwe indringer
komen, die je zaken bereddert, die de kachel inspec
teert, die cahiers ronddeelt
De trekhond-bezitters kwamen met hun equipages ter keuring.
O.a. de in ierseke zeer bekende (we mogen wel zeggen
populaire) Philip Kosten moest zich aan de wet onderwerpen.
Maar zal hij artiest zijn, zal hij ook Drager zijn
van 't bezielend, groot-gulle gebaar Zal hij 't accep
teeren van sigaren beschouwen als een schoon sym
bool
(Een West-Indische vertelling)
door
Yaouchi behoort tot den stam der Warraus. Hij is
thans een oud en zwak man. Maar hij gaat op het
geringe dorp aan de vlotte Marrowijne door voor zeer
wijs. Haast zóó wijs als een piaiman!
Vrouwen en mannen ook de jeugd is hij in
alle aangelegenheden een zeer gewaardeerd raad
gever. Op de vreemdste vraag vindt Yaouchi nog een
volledig antwoord.
Zwak en oud is thans Yaouchi. Zijn huid, vol slapoe
vouwen, glanst niet meer; zijn haren hebben de bleeke
kleur van 't zongeschroeid zand der savannah, en het
vuur van zijn donkere oogen smeult nog slechts.
Doch eenmaal! Eenmaal: strak omspande die huid
kloek en vast vleesch, glinsterden de tot op de ronde
schouderbuiten afhangende haren gelijk het vel van
den zwarten tijger, strak in zijn blik een straffe vlam.
Waar hij licht schreed door zijn dorp, speurden de
jonge vrouwen hem verlangend na, en elk harer wou
wel een kamisa weven voor hem en deze allerfijnst
bestikken! De mannen benijdden Yaouchi hierom.
Nog om iets anders benijdden hem de mannen: want
geen kon een snellere korjaal bouwen als hij, geen zoo
parelen als hij, geen zingen of zoo schoon de yarri-
yarri bespelen, geen dansen als Yaouchi op 't hol
geluid der samboela!
Over dien tijd vertelt Yaouchi gaarne.
Ook nu weêr.
De dagtaak voor het dorp is afgedaan. Het is sche-
merval. Ontelbare vogelen slaan hun gelukkigen jubel
uit het dichtnabije oerwoud. Duidelijk valt te hooren
het bekorende kristallen lied van den klokkenvogel
Yaouchi ligt rustig uitgestrekt in zijn hangmat voor
de breede palmbladen overdekte hut. Hij verhaalt met