DAG
m
WND
'XWADCmütóJ&S
14
ONS ZEELAND
(Vervolg).
Kukelekuuuudaar sprong me waarempel een
haan te voorschijn en kijk eensook een kipen
nog een.... en nog een.... Stom verbaasd stonden
de goede menschen met open mond te kijken. vier,
zes, tien. nee, twaalf kippen. en daar begonnen
die beesten waarempel te dansen en te kakelen, en de
haan kraaide, nee, 't was me een lawaai dat hooren en
zien je verging. Opeens hielden ze allemaal op en daar
lagen. nou, wat denk je wel dat daar lagen.
twaalf groote eieren!
Al dien tijd stonden de houthakker en z'n vrouw on
bewegelijk te kijken, maar toen het lawaai verstomde en
ze die mooie eieren zagen liggen, teen vielen ze op de
knieën en dankten voor die groote gaven.
Hun geluk kende geen grenzen en toen ze tenslotte
ook nog de geit zagen, riep de man uit, zoo hard dat
Klauter haast uit den boom rolde,Nu ben ik den
Koning te rijk!"
HOOFDSTUK IV.
Nadat Pimpelmees me de heele geschiedenis van den
Houthakker verteld had, gingen we naar buiten, om het
rijk der Zwartmutsjes eens verder te bekijken.
Spoedig nadat wij van onder een grooten wortel
te voorschijn kwamen, hoorde ik
klop-klop-klop net of een een
schoenmaker aan het werk was.
Wat is dat? vroeg ik.
Dat is Kloppertje, antwoordde
Pimpelmees, de schoenmaker, kijk,
daar zit hij, en waarlijk, in een klein
kamertje verscholen, onder het mos,
zat Kloppertje ijverig schoenen te
maken. Natuurlijk wilde ik er meer
van weten en dus stapten we de
schoenmakerij binnen. Het was een
heel klein vertrek waarin alleen een
paar werktafels stonden, waarach
ter Kloppertje gezeten was, terwijl
hij een zool tikte op een van die
lange puntige kabouterschoentjes,
zooals jullie zeker wel kennen.
„Wel-wel, Pimpelmees, wat heb jij daar bij je," vroeg
Kloppertje.
,,Een vriendje van mij, die eens een bezoek komt
brengen bij ons."
„Zoo-zoo, en heb je ook schoenen noodig?" vroeg
Kloppertje lachend, terwijl hij zich tot mij wendde.
Noodig nu juist niet, maar ik zou er toch wel een
paar van je willen hebben om ze te bewaren als aan
denken, wanneer ik weer in de menschenwereld ben."
Zoo-zoo, zou je dat willen, maar wie maakt er an
ders jouw schoenen?"
„Baas Jansen, onze buurman."
(Wordt vervolgd
/APRIL
21 Maart. Met Breeduitstra in het „gekroonde pot-
lam", onder het genot van een kruidenbitter, gefiloso
feerd over het wereldgebeuren. lederen dag leert een
bewust levend mensch zoodoende. Daar heb je nu die
landelijke onlusten in Zuid-Duitschland. Vroeger dacht
ik, dat alleen de Beiersche bieren een sterk gistings
vermogen hadden, maar na diepzinnige uitlatingen van
mijn vriend begreep ik, dat de Beiersche boeren daar
ook vatbaar voor waren. Of er wisselwerking tusschen
die twee dingen bestaan? Wie zal 't weten. Over 't al
gemeen, oreerde Breeduitstra, zijn opstanden van boe
ren niet gevaarlijk. Dat heeft Denemarken net weer
geleerd. Door allerlei regeeringsplagerijen verbitterd,
marcheerden 60.000 boeren, gewapend met hooivorken,
sla-lepels en stinkbommen in den vorm van meststoffen,
tegen de hoofdstad op. Groote ongerustheid in Kopen
hagen. Burgers gilden om den staat van beleg. De
regeering stond op het punt om redeloos te blijven,
totdat een der hoflakeien, die van boerenafkomst was,
zijn nerveusen monarch iets in zijn vorstelijk oor fluis
terde. De koning lacht plotseling opge'ucht; die lach
werd overgenomen en voortgeplant als een sneeuwbal
systeem. De hoflakei kreeg gelijk. Kopenhagen heeft
nooit de 60.000 woedende boeren binnen zijn muren
gekregen; want ze moesten „meikerstijd" weer thuis
wezen.
22 Maart. Ze zeggen dat de Lente in het land is,
maar er wordt tegenwoordig zooveel gekletst; eenige
gereserveerdheid dient men wel in acht te nemen tegen
over de verschillende beweringen. Ik bespeur althans
niets van 't naderend voorjaar en Liesbeth, die toch
zoo scherp ziet, evenmin. Ik heb de schoonmaakster
althans weer moeten afzeggen. Den geheelen middag
Krimp van Duimen geholpen met een wingerd tegen
zijn tuinhuisje op te leiden. Toen 't eindelijk klaar
was, werd Krimp weggeroepen, van welke gelegenheid
ik wilde gebruik maken om in het bedoelde tuinhuisje
wat uit te blazen. Zag tot mijn ergernis overal spijkers
door den wand steken. Bedacht me geen oogenblik en
sloeg ze een voor een weg.Niets vind ik zoo slordig
en gevaarlijk dan onnutte spijkerpunten in een huis.
Krimp kondigde zijn terugkomst aan door een noodge
schrei; de wingerd bleek me zoowaar te zijn wegge
vallen. We snapten er niets van.
In den staat Michigan is een man wegens een reeks
wangedragingen veroordeeld tot 99 jaar gevangenis
straf.^ Er was eerst levenslang tegen hem geëischt. Zijn
familie heeft bepaald den rechter omgekocht.
23 Maart. De wind heeft veel van zijn scherpte
verloren. Ik heb op den Singel een kastanjeboom zien
uitloopen. Terstond naar huis gegaan en de gort van
M. ik meen de Mei van Gorter gegrepen. Liesbeth
heeft Sientje berispt wegens herhaald gezang: „Als de
Lente in het land komt, krijg ik schokjes in mijn kui
ten, enz."
Vanmiddag Wybo geholpen aan 200 strafregels
„Geestigheid ten koste van mijn leeraren is hoogst on
gepast."
Die malligheid! Toen hij mijnheer Globin tegenkwam
met een eekhoorn, had hij alleen gevraagd: is U bij
Vervolg op bladz. 16