DE ONTSNAPPING KON. DRUKKERIJ G. W. DEN BOER Lange St Pieterstr. F 33 MIDDELBURG Levert alle soorten DRUKWERK inkeurige uitvoering tegen billijken prijs Uw Haar 1ft ONS ZEELAND het fanfare-korps? Wie dat nu geestige ongepastheid noemt, is ver heen! 24 Maart. Liesbeth wilde morgen met de geheele familie en mij naar oom Chris in Vlissingen. Ik vond 't goed en stelde voor om, evenals anders, gedurende onze afwezigheid den sleutel bij de politie te brengen. „Weet je dan niet, wat er in Groningen gebeurd is?" viel Liesbeth uit. „Wanneer je dat zou willen doen, mocht je eerst wel een inbraakverzekering gaan af sluiten." Ben naar een verzekeringsagentuur gegaan en heb daar de situatie blootgelegd. „Ja hoor eens hier meneer" zei de kerel, „als u bepaald de sleutel bij de politie wil brengen, dan passen wij er voor u een polis te geven. hebt u dat gevalletje in Groningen dan niet gelezen?" Aan Liesbeth verslag uitgebracht. „Uilskuiken, dan gaan we niet riep ze woest. Heb het goedgevonden. Vervolgens naar het politiebureau gestapt om te informeeren wat of dat Groningsche gevalletje toch eigenlijk was. „Scheer je weg", zei 'n inspecteur. Meer niet. 't Leven is lastig. 25 Maart. Stemming thuis zeer gedrukt. Barometer gaat echter vooruit. 26 Maart. Ochtendwandeling bestemd om den aanplant te bewonderen van jonge gemeente-ambte naren; zoo noemen ze tegenwoordig de stedelijke boo- men nota bene. n Aardig gezicht, die bezigheid, 't Ble ken allemaal kastanjes. Die hebben ze genomen, hoorde ik van den opzichter, omdat de kweeker gegarandeerd heeft, dat die de iepziekte niet kregen. Gevraagd of ze de kastanje-ziekte niet op 't lijf konden halen. Daar had-ie nooit van gehoord; wel eens onpasselijk geweest van gepofte kastanjes, maar of dat een speciale ziekte was wist hij niet; toch leek mijn informatie hem te treffen. 27 Maart. Op soos meende griffier Dorias zich verdienstelijk te maken met een boom op te zetten over den tocht van de Schuttevaer. Krimp vroeg waar ze het laatst gezien waren. „Bij de Braakman", brulde Breeduitstra. Die was goed! door J. MORTON LEWIS. (Nadruk verboden). Haar aankomst veroorzaakte groote sensatie in Landbrook. Ze was een kittig, opgewekt vrouwtje, uitnemend gekleed en ze had een bijzonder onder houdende en aantrekkelijke conversatie, in één woord, het type van een Fran^aise. Landbrook ontleent zijn bekendheid uitsluitend aan het feit dat er een van de grootste gevangenissen van Engeland is, waar gedetineerden die tot langdurige straffen zijn veroordeeld, gehuisvest zijn. Verder zijn er een paar groote landgoederen in de buurt, terwijl het meerendeel der bevolking in zijn onderhoud voor ziet door landarbeid. Een van die groote landhuizen had Mrs. Monsane gemeubeld gehuurd en in een paar weken was ze de favoriet van het stadje geworden. Zelfs kolonel Lake side, de commandant van de gevangenis, een erkend vrouwenhater, sprak over haar als een van de char mantste dames die hij ooit ontmoet had. De „groote wereld" van Landbrook beschouwde de idylle die zich zienderoogen tusschen den gestrengen kolonel en het aardige mevrouwtje aan het ontwikkelen was, met geamuseerde blikken, maar tegelijk met groote spanning omtrent "den afloop. Mevrouw Monsane maakte haar dagelijkschen wan delrit op haar kastanjebruine merrie en niet ver van haar huis haalde zij den kolonel in. Goeden middag, kolonel riep zij opgewekt. De hoofdofficier draaide zich halverwege in het zadel om en zei op een toon van aangename verrassing: Ah, madame In gedachten verzonken ging ze vroolijk voort. Zeker aan het peinzen over uw zware beroepsplich ten. Ze keek naar de grijze muren van de gevangenis, die zich een eind verder somber verhieven. Maar denkt u er wel aan, ko'onel, dat u mij be loofd hebt, mij de inrichting eens te laten zien? Het interesseert me buitengewoon! Er was een vreemde glans in haar oogen, toen ze dit zei, maar die ontging haren bewonderaar ten eenen- male, Het zal me een bijzonder genoegen zijn om u rond te leiden, madame. Zegt u maar wanneer het u het beste schikt. Kunt u morgenmiddag vroeg mrs. Monsane. Uitstekend. Rijdt u dan maar tot de poort; dan zal ik u daar opwachten. Mevrouw Monsane scheen zich op het bezoek aan de gevangenis te verheugen, alsof ze daar het joligste blijspel ter wereld zou zien En dan gaat u na afloop met mij naar huis een kopje thee drinken, kolonel zei ze lief. Dat zal me bijzonder aangenaam zijn, ant woordde de Cerberus op veelbeteekenenden toon. Den volgenden middag voerde de kolonel zijn uit verkorene langs sombere witgekalkte gangen, waarop zware deuren met sterke sloten uitkwamen. Ze liepen de eene gang in, de andere uit het was als een hellevaart. Een enkele maal opende hij een deur met een op elk slot passende looper en gunde haar een vluchtigen blik in een cel. Zit er hier geen enkele erg-beruchte misdadiger vroeg ze opeens in een blijkbaar echt-vrouwelijke nei ging tot griezelen. Ja zeker, antwoordde de kolonel gedienstig. We zijn direct bij zijn cel. Een van de beruchtste en bru taalste juweelendieven, waar ik ooit van gehoord heb Antoine Gabrielle heet hij. Hij heeft vijftien jaar ge kregen voor zijn laatste berooving. wordt gezond en sterk het krijgt mooier glans het wordt vrij van roos het blijit beter zitten het valt niet meer uit indien gij des morgens een weinig PUROL tusschen de handen wrijft en dit door de haren uitstrijkt, 't Voldoet iedereen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 16