tb PCEDEL5 De Vlissingsche Ruyterschool 8 ONS ZEELAND Zoo welvarend ziet 't er allemaal uit. Je voelt, direct bij aankomst in dit bloemendorp, dat je in het centrum van den tuinbouw zit. Als bewijs van den vooruitstrevender! geest van de Aalsmeersche exporteurs dient wel, dat de bloemen des ochtends in Aalsmeer gesneden worden, per vlieg tuig naar Londen vervoerd worden en daar den zelfden dag ter markt komen. Ik heb me voorgenomen je krijgt den smaak er van beet een veiling te gaan bijwonen. lederen werkdag worden alle soorten snijbloemen geveild. Eiken Dinsdag, Donderdag en Zaterdag pot- bloemen en perkplanten. De tentoonstelling juist dien dag was de Koningin er geweest en Aalsmeer was in vlaggentooi is een bepaald succes geweest. O, het binnenkomen in die zalige bloemen-hal! De zoete geuren die je neus streelen! „Rechts houden, rechts houden!" roept men je toe, En 't is maar goed, dat hieraan de hand gehouden wordt, in je extase ren je van het eene bloemenbed naar het andere. „Kijk eens, die rozen!" je staat in stille bewondering voor een vaas met roode Hadley-rozen, zóó nobel van vorm, dat je er stil van wordt. Maar daar vraagt een vergulden mand met een weelde van wuivende paarse seringen in oploopende tinten, van wit-lila, tot diep-violet, reeds je aandacht. Bescheiden was-kleurige lelietjes staan stil te droo- men. Rose rozen als heel fijn porcelein lijken haast on wezenlijk. Cyclamen, zóó groot en mooi als ik ze zelden zag. Een collectie in enkel wit leek op een veldje met witte vlinders, die in de zon spelemeien. Vlam-roode azalea's wedijveren in pracht met de witte, de rose, maar mooier nog is de terra azalea, die wat apart staat, als een pauw, die zich niet wil enca- nailleeren met de kippen waarmee ze in één hok is. De teêr-rose prunis is er sterk vertegenwoordigd. Je denkt je er kleine geisha's bij, die, de armen hoog geheven, speelsch de takken beroeren. Een keur van begonia's, in rose en rood. Maar wat haalt bij de rijke pracht van de horten sia's. Enorm van grootte zijn ze. Ik zag ze in maan- blauw, in wit, in rose, maar de rozen-roode hortensia, die wat apart van haar soortgenooten stond, was van een kleur, zooals men die nooit nog bij hortensia's eantrof. Wat zoete geur strijkt daar langs me heen, als een vrouw, die, bescheiden geparfumeerd, langs je gaat. Lathyrus! in alle mogelijke tinten. Neen, maar, die zalmkleurige had u moeten zien. Een wondertje van kleur en lijn. Primula's, sneeuwballen, anemonen, cineraria's, ach, wat niet al! Een verzameling cactussen deed de harten van de liefhebbers sneller kloppen. „Geurige, zoete bloem van thee, Mimosa van Japan!" Ik dacht aan het Geisha-liedje, toen ik de beeldige, gele trosjes ontwaarde. Heel stil, heel devoot stond midden in de bloemen pracht, een magnolia, de tulp-vormige room-kleurige bloem naar boven geheven. In vormen geknipte Buxus en Taxus voor de liefhebbers een weelde! ik voor mij vind ze stijf. Een ouderwetsch bouquet je, van rose en roode rozen, met wit papieren ronde manchet en lange, smalle lint jes in rood en lila, doet aardig aan, O, en er was nog zooveel, maar ik heb m'n ruimte opgesnoept. Gaat u er esns heen, al is er geen tentoonstelling, er is alles te vinden wat ik er zag en u komt met zeld zame bloemen terug naar de hoofdstad. E. B. B. D,e Ruyterschool die jubileert, versierd zijn hare wanden, de vlaggen waaien flappend uit op reede en op stranden. Zij is nu vijf en twintig jaar een sieraad voor den boulevard en voor de Nederlanden. De Ruyterschool die jubileert; haar oude onderdanen zijn nu kap'tein of officier en hijschen thans hun vanen. Die jongens van de Ruyterschool, ze varen nu van Pool tot Pool op groote oceanen. De Ruyterschool die jubileert, weergalmt de Jacobstoren, de meisjes van de Scheldestad moet je daarover hooren! Want 't blauwe Ruyterboy-jacquet en 't Vlissingsch meisje, zoo cocquet, zijn voor elkaar geboren. De Ruyterschool die jubileert. nu één moment 't Verleden de Gouden Eeuw, daar denk je aan, op dagen zooals heden, toen héél ons land een goudmijn was, dat is voorbij nu voel je 't pas, maar we zijn vrij tevreden. De Ruyterschool die jubileert, Michiel moest het eens weten, dat men na zooveel honderd jaar zijn naam niet is vergeten; hij draaide zich in 't graf wel rond, kwam trots weer op beganen grond en ging weer ijzer vreten. De Ruyterschool, de Ruyterschool staat stevig in de bloemen, het dient toch éventjes gezegd, wij mogen op haar roemen. Laat men haar eeuwen nog hierbij een fundament der koopvaardij, de trots van Zeeland noemen. WILLE;TELL II.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 8