16 uNS ZEELAND Het echtpaar Brusket—Plompe te Goes vierde onder groote belang stelling van de buren de vorige week Woensdag zijn 50-jarig huwelijksfeest. Het gouden paar, omringd door kinderen, klein kinderen en andere familie-leden. „Ontzettend", bracht Nobile er bibberend uit, „hij loopt dag en nacht te ijsberen". Hierop ontving hij een pinguin-bonbon en den rid derslag met den berenklauw; het laatste overleefde hij niet. In Drente gaat het er warmer toe. Daar brandt het nog, dat 't een lieve lust is. Wie in 't veen zit, ziet op geen turfje, en zeker niet wanneer dat flink verzekerd en onverkoopbaar is. 10 Mei. De Noordenwind doet je bloed in de ade ren verstijven. De ijsco-zaken vlaggen halfstoks. De oudbakken voorraden hoopen zich op en de goede menschen breken zich het hoofd, hoe ze zoo'n zaakje opgewarmd verkoopen kunnen. Met Breeduitstra, die al in meer café's geweest was, onze morgendrank gebruikt in „Het varken met de sirene", Langdurig gesprek over de toestanden in het Heme'sche Rijk, waar de Chineezen, om de animo erin te houden, nu eens met de Japanners aan het bakke leien zijn gegaan, „Dat moest daar misloopen", zei mijn vriend, terwijl bij zijn glas naast het tafelblad neerzette, „die twee volkeren hebben elkaar reeds eeuwen met schuine oogen aangekeken". 11 Mei. Mr. Mierick van Peuteren was woest vandaag. Het vorige jaar is hij naar den minister van buiten!andsche zaken geweest om zijn zoon in de di plomatiek te krijgen. „Kent hij Spaansch?" vroeg zijn Excellentie. Neen zei mr- Mierick, maar dat valt wel te leeren. Terstond er werk van gemaakt en met bovenmen- schelijken ijver toog de jongeling aan de studie. Gis teren ontving hij zijn laatste les en mr. Mierick we derom naar het Haagje. De minister van buitenlandsche zaken stond hem te woord en nauwelijks hoorde hij het doel van de audiëntie, of hij vroeg alweer: „Kent uw zoontje Spaansch?" „Ja zeker Excellentie!" riep Mierick triomfantelijk. „Nu, dan kan hij de don Quichot lezen voor tijd verdrijf!" was het bescheid, 12 Mei. Wederom guur weer. De zon laat ons met haar ultra-violette stralen en vitaminen, totaal in den steek. Daar mijn zakgeld op was, heb ik mij terug getrokken in mijn studeervertrek met een ouden rid derroman. Heerlijke tijden toch zoo 'n dikke tien Ter gelegenheid van haar 40-jarigen staat van dienst als huidhoudster bij den heer S. Dekker te Goes werd aan Mej. J. Kosten de bronzen medaille der Oranje-Nassau-orde toegekend. eeuwen terug. Belegering van burchten, riddertour- nooien, feestgelagen, harpenaren, minnestreelen, gift mengers, alchimisten, toovenaars, zachtaardige jonk vrouwen, liefelijke matrones en de deugd, die op het laatste de zaak wint. Komt daar tegenwoordig eens om. Neen, 't leven is plat, saai en materialistisch ge worden; het avontuur is er uit. Vroeger eedgenootschap op eedgenootschap en nu alleen nog diner-vereeni- gingen. 13 Mei. Griffier Dorias liet voor zichzelf en z'n vrouw belet vragen. „Ze heeft zever wat nieuws", zei Liesbeth- Zag later aan haar oogen, dat ze juist gera den had. Daar m'n sigaren niet al te best waren, hem een rookertje gepresenteerd in den tuin. Hij vertelde me ve'e merkwaardige dingen uit zijn rechtspractijk. Het meest had hem nog" getroffen, dat zelfs landloopers een ongemeene waarde hechten aan een vast tehuis. Laatst moest zoo'n oude zwerver wegens diefstal ver oordeeld worden en het was zijn collega, die met tranen in de oogen voor de rechtbank getuigde, dat hij nooit veel moed in de toekomst van zijn kameraad had gehad, omdat die nooit tweemaal onder dezelfde brug sliep. 14 Mei. Lezing bezocht van de vereeniging tot bescherming van dieren. De spreker betoogde op over tuigende wijze dat het de plicht voor ieder rechtscha pen mensch was om de dieren, die men ter dood wilde brengen, eerst door een klap met een hamer op hun hersenen te verdooven. Het neo pallium, het centrum van het pijngevoel, raakte door zoo'n mep buiten wer king. Een garnalenhandelaar had daar wel idee in, wanneer de spreker hem daarbij assisteerde en een soldatenvriend wilde die bewerking ook toepassen op de recruten, die men den oorlog inzond. Rumoerig slot. 15 Mei. Wij en de kinderen zijn vandaag lichtelijk in het ongereede. Aan de hand van diepzinnige bereke ningen was de meerderheid gisteravond tot de conclu sie gekomen, dat de wijzers van de klok één uur vooruit gezet moesten worden. Liesbeth besliste achteruit. De dwaas doet nooit wat hij zegt de wijze zegt nooit, wat hij doet.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 16