I DE SCHELDE-ZENDER
6
ONS ZEELAND
was zelfs twee rederijkerskamers rijk, die eerst later,
in den vervaltijd, tot één samensmolten. De plaats van
het tooneel in de rederijkerskamers hoop ik later in
een afzonderlijk artikel te bespreken. Laat ik voor-
loopig volstaan met de opmerking, dat deze plaats
groot was. We gaan nu weer eenige eeuwen verder eni
belanden in de 20e eeuw, in onzen tijd. En dan zien
we, tot onze verbazing, dat de liefhebberij voor het
tooneel eer toe- dan afgenomen is. Ik heb geen ge
gevens voor alle deelen van ons gewest, maar enkele
feiten wil ik toch opnoemen. Kruiningen heeft ver
schillende vereenigingen, waarvan ik de volgende no
teer: een fanfaregezelschap annex tooneelvereeniging;
vier zangvereenigingen, waarvan twee ook de tooneel-
kunst beoefenen en één operettes geeft; een gymnastiek-
vereeniging annex tooneelvereeniging; buurtvereeniging,
waarvan twee zich ook met tooneelspelen bezighouden;
een jongelingsvereeniging annex tooneelvereeniging;
een knapenvereeniging, een kcrfbalvereeniging, een
dansclub, allen. annex tooneelvereeniging. Dan is
er nog een meisjesvereeniging die zangspelen opvoert.
Deze opsommig lijkt ontstellend. Ik wil dan ook niet
beweren dat al deze vereenigingen tegelijk eigenlijke
tooneelvereenigingen zijn. Maar een feit is het, dat elke
festiviteit, welke een of andere vereeniging geeft, altijd
geopend of besloten wordt met een tooneelstuk. De
betere geze1 schappen geven zelfs uitvoeringen in andere
plaatsen. Op Hansweert is het al net eender, daar
heeft men zeTs de beoefening van duivensport en too-
neelkunst geen verwerpelijke combinatie geacht! Ik
geloof, dat men dezen sterk ontwikkelden zin voor het
tooneel ook overal elders in onze provincie vindt. In
Kapelle heeft men b.v. nog een onvervalschte rede
rijkerskamer. Goes heeft ook zijn tooneelvereenigingen,
w.o. het bekende „Onderling Kunstgenot", dat dit jaar
jubileert en goed geslaagde uitvoeringen heeft georga
niseerd.
Nu is dit alles heel weinig belangwekkend op zich
zelf, en ik zou het dan ook niet meegedeeld hebben,
wanneer deze overdenking de algemeene stelling, dat
de Zeeuw nuchter is, niet bedenkelijk aan het wanke
len had gebracht. Nuchterheid en zin voor het tooneel,
dus neiging voor romantiek, kunnen onmogelijk samen
gaan. Waarop is deze stelling dan gebaseerd? Ver
moedelijk is het deze kwestie: De Zeeuw is landbouwer,
en als zoodanig al van oudsher geneigd tot een zekere
fatalistische levensbeschouwing. Het eene jaar mislukt
de oogst, het andere jaar niet. Dat is nu eenmaal zoo,
En daarom neemt men de dingen zooals ze zijn, zonder
er veel ophef over te maken. En men gaat kalm zijn
eigen gang, denkende: het volgend jaar beter.
Deze levenshouding van den Zeeuwschen boer is
kenmerkend voor al zijn handelingen. Maar er is geen
nuchterheid. Heel het vasthouden aan de goede oude
traditie is een vasthouden aan de romantiek van ver
vlogen dagen. Wanneer en dit zou men nog kunnen
tegenwerpen het dilettontentooneel alléén te be
schouwen was als een liefhebberij zonder meer, een
gepast tijdvermaak gedurende het doodsche eentonige
winterseizoen, dan zou elke waarde, welke men aan
het tooneel zou willen hechten, aprioristisch en zinloos
zijn. Maar dat is het geval niet. Het is den Zeeuwen
heiligen ernst met hun liefhebberij, die daardoor al
dadelijk het eigenlijke dilettantistische karakter ver
liest, en op een hooger plan kan worden gesteld. Het
is een ernstige poging om iets te presteeren, en mag
eenerzijds het spel en de keus der stukken veel te
wenschen overlaten, aan den anderen kant ziet men
een stuk als „Vriend Frits" niet onverdienstelijk ten
tooneele voeren.
Doodelijke ernst! Dit blijkt wel uit een tweetal inter
mezzo's die tijdens de opvoering van een stuk door
een der dorpsvereenigingen plaats vonden. Tijdens de
voorstelling ging onverwachts het licht op het tooneel
uit. Een der spelers riep kalm een tooneelknecht om
het licht weer aan te steken, en men speelde in het
donker kalm verder, alsof er niets was gebeurd.
Een andere acteur had vergeten zijn hoed mee te
brengen. Maar ook dat was een kleinigheid. Hij riep
door het raam: Hé, breng m'n hoed eens even, die
ligt daar op een tafeltje", en speelde verder alsof deze
zin in z'n rol thuis hoorde Dat zijn allemaal dingen,
die men wel ontelbare keeren bij het beroepstooneel
vindt, maar die voor het dilettanten-tooneel meestal de
oorzaak zijn van flagrante mislukkingen. Daarom zei
ik: het is ernst met het tooneel! De allerijselijkste dra
ken ziet men vaak met een verbazingwekkende toe
wijding opvoeren. Het is best mogelijk, dat dit alles
nog Vlaamschen invloed verraadt,
Het tooneel is met de rederijkerskamer uit Vlaan
deren tot ons gekomen. Maar de verdere ontwikkeling
is zelfstandig geweest. Maar welke vereeniging zal het
aandurven om zich op te werpen als vertolkster van
speciaal Zeeuwsche stukken? Deze vraag is te her
leiden tot een andere. Wanneer zal er eens een
Zeeuwsch tooneelstuk worden geschreven? Hoeveel
krachten werken er nu niet, die even goed in dienst
konden worden gesteld van ons gewest? Aan het werk!!
Hallo, hallo
Hier is het draadloos uitzendstation de Schelde-
Zender
Vindt u het interessant, te hooren
dat H. M. de Koningin-Moeder Dinsdag j.l. voor
8 dagen Haar intrek nam in het hotel Britannia te
Vlissingen,
dat in den nacht van 15 op 16 Mei natuurlijk
niemand onzer verzuimde de klok ten 2 uur op 3 uur
te zetten en dat Dinsdagmorgen zich niemand ver
laatte.
dat de maximum snelheid te Krabbendijke niet,
zooals een der Zeeuwsche bladen schreef, 300 K.M.
bedraagt, doch slechts 20. Wie harder rijdt, zal in
het politioneele verbaalboekje terecht komen.
dat de nieuwe sluis te Wemeldinge Woensdag
23 Mei in gebruik genomen zal worden. De minister
van waterstaat zal daarbij tegenwoordig zijn.
dat de Vlissingsche zeebaden en strandstoelen
morgen door passagiers in gebruik genomen mogen
worden. Hopelijk hecht de zomer goedkeuring hier
aan.
dat 60 leden van de vereeniging van oud-leer
lingen der tuinbouwcursussen te Kapelle een welge
slaagde excursie maakten naar de kassencultuur in
België.
dat te Westkapelle op 76-jarigen leeftijd over
leed de heer J. J. van Elsacker, die van 1 October
Vervolg op bladz. 8