Hoe men elders lacht De dochter van den dominee ,,Ja, het spijt moeder erg, dat ze zelf niet kan komen. Ze gaf me dit fleschje wijn voor U mee. De oude zieke juf: „Dat is heel lief van haar, hoor. MaarKrijg ik iets terug voor de leege flesch?" (London Opinion.) De man in 't water „Ik heb met iemand gewed, dat ik de rivier kan overzwemmen." De vriend aan den kant „Zoo, maar t was toch zeker niet met dien vent, die daar juist met je kleeren weg loopt?" (London Opinion.) Zij „Is het geen gedicht, die nieuwe japon van me?" Hij: „Ja. Maar 't komt me voor, dat het een paar cou pletten langer moest zijn." (Passing Show.) De vriendelijke „buurvrouw" „Dat mensch daar? Liegt altijd. Ik zou haar niet gelooven, zelfs al wist ik, dat ze de waarheid zei!" (Passing Show.) Zij „Geloof je niet dat die hoed mij heel goed zal staan?" Hij (die den prijs heeft gezien) „Ongetwijfeld. Miss Smith had er gisteren net zoo een en...." Zij „O ja; nu, dan zal ik toch het leelijke ding maar niet nemen."

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 20