mm1) EN POEDELS 6 ONS ZEELAND Walcheren, meer dan eenig ander deel van Zeeland bekend om zijn bloeienden meidoorn, wordt" dezer dagen weer door honderden toeristen bezocht. De smetteloos witte meidoorn mag in .Ons Zeeland" deze week niet ontbreken 26 Mei. De zon scheen toen ik wakker werd. Wat een gewaarwording Kon me weer eens met koud water wasschen. Niet gewandeld. Gras en onkruid in het tuintje, 's Morgens er in gewerkt 's middags er in gewerkt en 's avonds er in gewerkt. „Hoe kan je dat nu in je hoofd krijgen vroeg de postdirecteur me, terwijl hij naar 't mooie weer wees. Heeft Liesbeth in haar hoofd gekregen," mom pelde ik. 27 Mei. De dag dreigde wat saai te worden, om dat Wybo mijn fiets aan zijn vriendje beloofd had, maar 's middags reed er een 4-persoons Fordje voor, waaruit oom Leo uit Roosendaal, zijn vrouw, vier nichtjes en neefjes en een herdershond te voorschijn kwamen. „Houdt u van corned-beaf, papa vroeg Beppie. „Neen kind, maar ik eet steeds wat de kok schaft." De familie bleek geweldig veel dorst te hebben en een van de jongste telgen verslikte zich gulzig in de limonade en liet 't glaasje vallen een van 't twaalf tal, waarvan niet bijgeleverd kan worden. Liesbeth stak haar ontevredenheid niet onder stoelen en ban ken. Ik moet toegeven, dat ze stiikt onpartijdig met haar ontstemming is. Gelukkig leed de vroolijke sfeer er niet onder, want oom Leo is, als hij bij ons komt, veel hartelijker, dan wanneer wij bij hem zijn. Zit in het verschil van lucht, 28 Mei. De man van onze vroegere werkster, die steeds de pet voor ons afneemt en waar wij dus veel verplichting aan hebben, kwam deze week weer met loten van den Rotterdamschen Dierentuin. Er twee gekocht dat doe ik sinds jaren, hoewel ik er nooit geen voordeel van kan hebben, omdat ik de trekkings- lijst niet krijg. Ik redeneer zoo Het is noodig, dat de dieren daar in stand worden gehouden. Dat is leerzaam, vooral waar het gaat om groote beesten. Als ieder steunde, zou voor achteruitgang van het kostbare dierenbezit niet behoeven te worden gevreesd. Zoo heb ik het altijd betreurd, wat er met de rhinocerossen uit onzen dierentuin is gebeurd. In mijn tijd waren er twee. Sinds ik weggegaan ben is er nog slechts één over. 29 Mei. Heb in de soos getracht om de twee loten te verkoopen, na de conclusie uit" mijn dagboek met warmte te hebben voorgedragen. Wel lach-, doch geen verkoopsucces. Bah, wat 'n menschen HANEHEIBEL Op de Goesche Markt Zuidzijde reed een hanenhandelaar, op zijn fietsbagagedrager, in een mand, zat Canteclair. 't Was een Haan, in wiens gebaren men gekrenkte grootheid las, die door dit transport waarschijnlijk min of meer beleedigd was. Toch had deze combinatie niet heel komisch aangedaan, zoo het touw der hanenkorve niet te vroeg was losgegaan. Doch helaas, het feit dat was er; rollend viel de mand op straat en de Haan poetst, zeer verstandig, eerst zijn pluimen, toen de plaat. En de man-op-'t-rijwiel zei toen een verbazend leelijk woord, dat toch heusch niet aan een nette hanenhandelaar behoort. - Hij berekent zijne kansen met een kennersoog en dra holt hij wijdbeens 't Marktplein over, zijn bezitting achterna, Pappa Haan genoot zijn vrijheid in een dolle hanen-race, niets, dat bij de achtervolging op een spoedig einde wees. Nu en dan, met tusschenpoozen staat het kraaibeest even stil, maakt weer beenen, als zijn baas hem bij de vleugels grijpen wil.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 6