18 ONS ZEELAND meer zal er een Duitsch leger Frankrijk overweldi gen, en God geve, dat onze kinderen nooit een oor log als deze hoeven door te maken. EEN SURPRISE door R. J. BRANDENBURG. Mr. Martin was ontdaan. Hij was geschokt, hevig geschokt, en zijn spreekwoordelijk geworden opge wektheid had plaats gemaakt voor een doffe melan cholie. Ongetwijfeld moest er een ernstige reden zijn voor de ontstemming van mr. Martin, als gevolg van den eersten, plotselingen schrik. Was het een scherpe daling in den koers van zijn effecten? Was er mis schien iets met zijn vrouw? Dit laatste is een snoode veronderstelling, het huwelijksleven van mr. Martin was gelukkig en zijn echt was gezegend met de ge boorte van een dochter, Annie, die den aanvalligen leeftijd van achttien jaar bereikt had. Mevrouw was iets meer dan tweemaal zoo oud als haar dochter, droeg het haar geshingeld en zag er uit als Annie's zuster. Scherpe tongen beweerden dat mevrouw de jongere zuster was. Nietwaar, de jeugd van tegen woordig is wat levenservaring betreft het oudere ge slacht in vele opzichten vooruit. Annie had al gevlogen, Annie kon eigenhandig een auto besturen en reed dan met een snelheid van minstens tachtig kilometer. Voor haar ouders waren deze sensaties nog vreemd. In één opzicht waren de „ouwelui'' met den tijd mee gegaan en dat was met het dansen. Evenals Annie konden Pa en Ma steppen, jazzen en zelfs den black bottom creëeren. En ook op sportgebied deden ze mee, al stak hun dochter hen ver de loef af. Toch speelde Ma een aardig partijtje tennis en Pa speelde hockey, net als minister Kan. De leeftijd van Pa? Hoe gaarne had de schrijver hem de publicatie daar van willen besparen. Pa was tegen de vijftig, maar krachtig en vief als een goeie dertiger, een echte sports man, bruin van gelaatskleur en stevig van handdruk. Mr. Martin was ontdaan. Ik wil u thans niet langer in de onzekerheid laten omtrent de reden. Mr. Martin had dien morgen, toen hij zich voor den spiegel in de hotelkamer met pijnlijke nauwkeurigheid een scheiding in het donkere haar trok, de eerste grijze haren bespeurd. En in den trein gezeten, op weg naar huis, na een buitenlandsche zakenreis van een maand, zat hij maar al over die grijze haren te piekeren. Ja, hij werd oud, hij voelde het, het zou niet lang meer duren of hij kon niet meer mee. Zijn blijdschap, dat hij dien avond weer thuis zou zijn, vlood heen. Hij verlangde er nu eigenlijk heele- maal niet meer naar om zijn vrouw te zien. Ze was toch een stuk jonger dan hij en bovendien geshingeld. Een mooi cadeautje om mee van de reis te brengen: vier grijze haren. Nee, hij kon haar eenvoudig niet on der de oogen komen, tenminste vanavond niet. En hij besloot in de hoofdstad te overnachten en den volgen den dag door te reizen. Teneinde weer wat in z'n humeur te komen, dronk hij in een der grootste restaurants een flinken borrel en amuseerde zich met te kijken naar een danspaar, dat op den gladden parketvloer in de felle lichtbundels der electrische lampen, een vurigen tango danste, toe gejuicht door het talrijke publiek. Daarna maakte hij een wandelingetje om den eet lust op te wekken en om een uur of zeven tracteerde hij zich op een fijn dinertje. Alles om maar weer in zijn humeur te komen en de grijze haren te vergeten. Vooraf dronk hij een glas sherry, bij de visch een half fleschje Graves, bij het gevogelte een half fleschje oude bourgogne en voor het dessert liet hij een half fleschje champagne in den koelemmer zetten. Wat drommel. Het smaakte hem alles best. Hij was nog zoo oud niet. Nog geen vijftig. Die grijze haren moesten een vergissing zijn, een speling der natuur. Hij bewonderde de matte schoudertjes van het vrouwtje, dat aan het tafeltje tegenover het zijne zat. Toch jammer, dat zijn vrouw niet hier was. Hij had haar kunnen telegrafeeren. Stom, dat hij daar nu pas om dacht. Hij rookte een fijne Havanna, dronk zijn mokka met een pousje en voelde zich heel behaaglijk. Een weinig licht in het hoofd. Dan maar weer een straatje omwan delen. Wel ja, hij kon nog best de nieuwe revue gaan zien. Dus betaalde hij, liet zich zijn pels aanreiken en stond op straat. De frissche avondlucht deed hem goed. Toch nog een beetje. of hij op een schommel zat. Wat botste die juffrouw tegen hem aan, hield hij nu links of rechts Stevig zette hij er den pas in en voelde zich heele- maal opknappen. Keek belangstellend naar het drukke verkeer. Tal van taxi's passeerden hem, waarin gecos- tumeerden, lachend en druk gesticuleerend. Zeker een bal. Was er den tijd voor. Eens vragen aan een agent. Ja, groot bal masqué. Met een taxi liet hij er zich heen rijden. Vol was het in de groote balzaal, de tafeltjes waren alle bezet en in het groote rechthoek, dat ze omzoom den, bewogen zich de paartjes in hun fantastische, kleurige costumes. Serpentines werden geworpen, ba- lonnetjes gekaatst. Een ieder amuseerde zich kostelijk. De jazzband liet haar strakke, rhythmische muziek hooren. Een heldere lach klonk er af en toe bovenuit. Mr. Martin bleef even als verdoofd staan en werd toen door een kellner veilig naar een vrijen stoel ge- loodsd. Hij bestelde uit dankbaarheid wat en keek met be langstelling naar het bonte tafreel. Plotseling bleef zijn oog rusten op een meisjesfiguur, een pierette, zwart en wit. Ze danste zoo kalm en elegant, sierlijk als een porceleinen poppetje. Onder het zwarte maskertje bloeiden haar roode lippen. Toen de dans geëindigd was, haastte hij zich naar haar tafeltje en vroeg haar en even later stepten ze samen. Lief was ze en geestig, een tikje ondeugend, heel erg ondeugend soms. En hij maakte haar een ge waagd complimentje, waar ze om schaterde. ,,Of ze niet warm was, niet even in den tuin wilde wandelen." Even stribbelde ze tegen, maar toen stemde ze toe. Hij liep met de kleine pierette, in haar avondmafitel gehuld, in den tuin. Ze fluisterden samen geheimzinnig. Nee, hij was nog niet oud, hij had wel charme. Hij legde zijn arm om haar schoudertje, wat ze toeliet, maar toen hij haar trachtte te kussen, ontweek ze hem. En ook wilde ze niet hebben dat hij haar masker op lichtte. Maar soupeeren met hem, ja, dat was goed. Ze gingen naar binnen en dansten weer samen, dan bracht hij haar terug naar haar tafeltje, waaraan een groep gemaskerde jongelui zaten. Als nu maar spoe dig het uur van het demasqué sloeg. Hij verlangde er

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 18