ONS ZEELAND 5 met de wortels onder water, ook in den zomer, en in de volle zon. Een eigenaardige plant is de Gras Iris. De kleine verscholen bloem is als snijbloem prachtig en heeft den geur van rijpe pruimen. De eigenaar der prachtige Irissen, Dr Folmer, tevens schrijver van dit artikel Na verwant met deze, maar veel grooter, is een groep vreemdsoortige planten, meerendeels moeras- planten, ofschoon enkele vormen ook in de woestijn voorkomen. Er zijn prachtige groote witte en blauwe bloemen bij, ook helder gele. Alle hebben een steilen vorm en smalle afstaande bloembladen. Op de laatste foto is er links een te zien. De mooiste is Iris Ochroleuka, de reuzen Iris, twee Meter hoog, met bloemen van 20 c.M. breed en Monspur, een prachtige blauwe zaailing van Foster, den meest beroemden Iris-kweeker van alle tijden. De naam betee- kent, dat ze is een product van Iris Monnieri en Iris Spuria. Een nieu we naam wordt n.l. gegeven door een stuk van den moeder-naam te zetten voor een stuk van den vader-naam (vader is steeds de plant, die het stuifmeel voor de bevruchting heeft geleverd). Iris Monaurea is dus een product van de kruising van Ir. Monnieri en Ir. Aurea, en aan de verschillende kleur-variëteiten, die uit één zoo n kruising ontstaan, geeft men dan willekeurige fantasie-namen. Zoo zijn in den Drieweegschen Iris-tuin talrijke zaailingen van Iris Sibirica ontstaan, die a'le Zceuw- sche vrouwennamen hebben gekre gen. We vinden hier een Jikke Tanne -Mine Koo Laui ine enz. En nog steeds wordt deze groep uitgebreid. Iris Sibirica heeft twee hoofd vormen, de westelijke, met hooge stengels en sierlijke kleine bloem en overdadig rijken bloei, en de later bloeiende vorm uit Mandchouria, met reuzen groote bloemen, die tusschen het blad verborgen zitten. Er zijn nu al eenige variëteiten, die groote bloemen van allerlei kleur op hooge stengels vroeg laten bloeien, zooals op foto no. 3 te zien is. Koo groote licht blauwe bloem, met witte aderen, soms 100 stengels aan een plant. Een paar rose kleurige en een gele zijn reeds verkregen en in die richting wordt door gegaan. In de hooge berglanden van Azië zijn de laatste jaren prachtige soorten gevonden, die zich met Ir. Sibirica laten kruisen. Een aardige Iris is nog Ir. Sty- losa de bloem ontluikt al in Ja nuari, en bevriest natuurlijk in ons klimaat. Maar wie de knoppen bij tijds uittrekt, en in huis zet, heeft midden in den winter prachtige lila en witte bloemen. Een andere groote groep, alge meen bekend en bemind, zijn de Bol-Irissen. Van Februari af, met de helder gele Ir. Daufordiae en de pauw-blauw, met goud gespik kelde Ir. Histrioides, tot Juli, met de Engelsche en Spaansche Iris, wier snijbloemen onze bloemen markten in dien tijd een vreugde voor het oog maken. Alle bol-irissen ziin gemakkelijk te kweeken, enkele hebben een fij nen viooltjes-geur, zooals de prach tige Ir. Persica en de overrijk bloeiende, geel met witte, Ir. Bucharia. De prijscouranten der verschillende handelaren bie den een rijke keuze voor weinig geld, en met wat zorg komen elk jaar nieuwe bollen te voorschijn. Iris-verzamelingen zijn in Nederland zeldzaam, in Engeland zijn er meer. Ook in Genève is een prachtig Iridarium van Correvon, wiens boekje ,,les Iris dans les Jardins" een goede kleine handleiding bij het kweeken is. In onze taal is een handig klein boekje van Dix, Een fraaie verzameling van verschillende soorten Irissen (in de serie Weten en Kunnen) ook wel bruikbaar. Betere, maar ook duurdere handboeken zijn die van Rickatson Dykes, en Irwin Lynch, in de Engelsche taal. Van de verzameling in Driewegen is voor eenige

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 5