u 1 S 2 6 ONS ZEELAND ONLAND NAMEN2K0EIEN INHET KANAAL TE MIDDELBURG EEN&AD DE BE LANGSTELLING WA! zoo C,aogT DAT PE poLlTjE PACHT PAT EEN PAAR DAME5 AAN HETZWëMMëN WARElV ^E<1T j iTA ARr^oep"i^i^eHTg^^ PAN NET OOEhJ ^AUv^EElJ SEEtjé - I'JpoEOeJ (^Npp^iTA) ~_uc=rv STCLJE Nl) EEfVi VOOR PAT A LLE ~&APL XöElEN £ENS NE7?oo PEQEN AUïDE h&E PAMgS veel beweging, dat hij onder de bewaking van burge meesters rechterhand (in uniform) werd gesteld. dat het voormalige beursgebouw in de Schelde- stad door „Hendrick de Keyser" is gerestaureerd. Het is thans ingericht als café-restaurant. Het aantal beurs- menschen in Vlissingen zal wel opvallend vermeer deren. dat de badplaats van Goes, het Goesche Sas, Zondag j.l. door een paar duizend bezoekers bezwom- men en bebaad werd. dat de Thoolsche brug waarschijnlijk de volgende week op de plaats harer bestemming zal arriveeren. dat in 109 Zeeuwsche gemeenten f 36.739 is inge zameld voor het huldeblijk van de Koningin-Moeder. dat in Bruinisse een nijdassige hond een oor van een levend varken verwijderde. De mishandelde knorrer overleed aan de bekomen verwondingen. dat een Belg, die op verschillende plaatsen in Zeeland in-, te Middelburg uitbrak. De politie heeft dit wonderlijke vakmensch ten slotte in een schoor steen achterhaald en weer in de cel gedeponeerd, „L'histoire se répête" zullen de Goesche ordebewakers glimlachen. dat de M.U.L.O.-examens dit jaar voor het eerst in Zeeland afgenomen zijn. dat reeds diverse Zeeuwen de trip naar Holland maakten waarvan we in de vorige nummers schreven. U toch ook al? dat we dezer dagen iemand ontmoetten die niet zei: „Pff. wat is het warm." De man zal in een museum gezet worden. Wij sluiten nu tot volgende week Vrijdag Adieu. ,,De groote dingen doen het 'm niet altijd. Aldus m'n mede-lid van de bitterclub „Het Halve Maantje", een dezer dagen te kwart voor zes, voordat hij zijn tweede slappe Catz besnuffelde. De kletstafel bleek, als steeds bij de vooroefeningen, eenstemmig. „Neen", zoo filosofeerde de geachte spreker, „neem. „Anné-me Jacob.vóór meneer". presenteer de de oudste. „Een tikje donkerder." „Neem," vervolgde de spreker, die èn zijn borrel- kas en zijn onderwerp bijna spreekwoordelijk weet vast te houden. „neem nu den oorlog. Dachten de hee- ren dat de grootste verliezen de meeste ellende te weeg brengen? Niks niet er van. 't Zijn de kleintjes, de piete peuterigheidjes, die 'm dat leveren meneer. En dat is niet alleen met den oorlog zoo, maar met al les.... Ik zegge maar zoo, je ziet het iederen dag. Daar heb je nou de staking in Vlissingen, men werkt nieter wordt niet verdiendmen „Ober, we drinken nog eens een keer," ordonneerde de meneer die op den zonnigen hoek zat. „Kortom," aldus de spreker, „de staking werpt een breede schaduw af maar. 't is niet op de eerste plaats die breede schaduw, die de beroerdigheid levert. Dat doen precies als in den oorlog de kleine dingetjes. „Kom, kom, kom," protesteerde zwakjes de soos- genoot, die wat de Angostura betreft, de periode van de lichte verkennings-schermutselingen was ingegaan. „Niks te kom kom kommertjes," grapte de hij van het woord. Voorbeelden meneer. De klein-tjes doen het 'm, Was er geen staking geweest, dan had de „Schelde" nooit de loonlijsten publiek gemaakt. Dat is nou één van de misère-dingetjes. Er zijn heele hui selijke veldslagen uit voort gekomen, mudden blauwe mannen-oogen, geschilderd door vrouwenhanden, die na de publicatie achter de dubbeltjes kwamen die d'r mannen jaren in de zaak van meneer Bols hebben gestoken. Zelfs de meneer van de Angostura voelde het geval aan. We zwegen stuk voor stuk. „Dat is één", zei de filosoof van het halve maatje" superieur verder. Prepareer je op de volgende. Zonder staking nooit dat kilometerslange krantenverslag van de laatste propagandavergadering der S. D. A. P ik wil zeggen van de Vlissingsche gemeenteraads zitting. Dat was voor mij een nachtmerrie. Een merrie in de hondsdagen telt voor twee." De nachtelijke hengst werd op voorstel gemeenschap pelijk verdronken. „De staking", aldus m'n vriend de filosoof, „is er de schuld van, dat de burgemeester zich bezwaard voelt over zijn buitenverblijf in Domburg, (hij zal het nu wel voor overspannen raadsleden bestemmen) en dat de Vlissingsche politie geen slaap-nachten meer maakt door het zoeken naar 99 pet. tact die ze verspeelde. Ik zeg maar zoo. de kleintjes zijn het 'm die het doen.... overal.... de lilliputtertjes. En daarom., annéme George. geef me er als een haas een dubbele. Als er geen staking was geweest, had ik thuis het dessert al achter de kiezen en geen onweersbui voor den boeg gehad."

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 6