Fotowedstrijd 16 ONS ZEELAND „Het aantal amateur-fotografen die iets beteekenen, neemt in Zeeland geweldig toe", hoorden we een des kundige onlangs beweren. En zoo is het ook! Vooral ge durende, de zomermaanden is in onze provincie het foto grafeeren tot een sport geworden die met toenemenden hartstocht wordt beoefend. Teneinde dezen vooruitgang der liefhebberij-fotografie eens tot uiting te doen komen, hebben we besloten tot en met 30 September voor de lezers van „Ons Zeeland" een fotowedstrijd te organiseeren. Tot dien datum zal in ieder nummer van ons blad één foto worden geplaatst, afkomstig van een fotogra feerend lezer, die het fotografeeren als amateur beoefent. Beroepsfotografen zijn dus buiten dezen wedstrijd gesloten. Het behoeft natuurlijk geen betoog, dat alleen de beste en meest geslaagde inzendingen voor een plaatsje in aan merking zullen komen. De inzenders van de foto('s) (opname van aardige groepen; dus geen stads-, dorps- of landschapsgezich ten) welke in „Ons Zeeland gereproduceerd worden, ont vangen als tegenprestatie een aardige verrassing. Fotografeerende lezers, aan den arbeid dus. Legt in de zomersche dagen aardige gebeurtenissen op de gevoelige plaat vast en doet ons het resultaat van uw werk toe komen. We stellen niet den eisch, dat de foto's binnen de grenzen van Zeeland opgenomen worden. had hem niet vaak gesproken aan boord: hij had zich altijd erg apart gehouden. Ze stak de handen in de zakken van haar regen mantel, die ze haastig over haar dunne japon aange trokken had, toen het eerste waarschuwingssein aan boord gegeven was. Het was de eerste keer geweest dat zij de jas aan had, nadat zij op reis was gegaan. Haar vingers voelden opeens iets hards. Brieven! Plotseling schoot het haar te binnen dat iemand die haar gegeven had, juist toen ze aan boord wilde gaan. Ze had ze in haar zak gestopt, en in de drukte van het vertrek vergeten. Zou er een bij zijn van. Ze haalde ze te voorschijn; de adressen waren nau welijks meer leesbaar door het zeewater. Maar één er van was nog haast droog, die had zeker heelemaal onder in haar zak gezeten. Ze keek naar het hand schrift en met bevende vingers opende zij de enve loppe: Liefste Lilian! Door de plotselinge ziekte van Moeder kan ik je helaas niet goedendag komen zeg gen, maar ik kan je toch niet laten gaan zonder je ge zegd te hebben hoeveel ik van je houd. Ik heb maar een oogenblikje tijd, maar ik hoop dat de orchideeën, die ik aan boord gestuurd heb, je de rest vertellen totdat ik meer tijd heb om te schrijven. Ik hoop op je behouden terugkomst! Jack. In het oneindig gevoel van geluk dat over haar kwam en haar bijna den adem benam, vergat het meisje een oogenblik het huwelijk van zooeven vergat alles be halve dat de Eene van haar hield. Toen bracht het geluid van een aanrollende golf haar weer tot de wer kelijkheid terug. En nooit zou hij nu weten dat zij hem óók liefhad. In starren wanhoop keek zij over de eindelooze wa tervlakte Opeens hoorde zij dat iemand vlug kwam aanloo- pen en het roepen van een opgewonden stem. Ontsteld keerde zij zich om en zaghaar man, die met uitgestrekten arm naar iets wees. Een schip Lilian; een schip! schreeuwde hij. Ze keek hem eerst aan alsof ze niet begreep, en toen kwam er een dolle vreugde over haar. Een schipdat zij Jack weer zou zien en Clevering strekte zijn handen naar haar uit. Mijn vrouw, zei hij met denzelfden triumf van daarnet in zijn stem. Mijn vrouw, we zijn gered! Zijn vrouw! En Jack hield van haar! De hemel mocht haar genadig zijn! Toen schemerden zee en lucht haar voor de oogen en in het volgende oogenblik lag het meisje bewusteloos aan Clevering's voeten. Verscheidene uren later lag Lilian zwak en uitgeput tusschen de kussens van een dekstoel aan boord van de „White Peacock de mailboot die de schipbreuke- kelingen had opgepikt. Vlak bij haar leunde Clevering over de verschansing. De kapitein van het schip voegde zich bij hen. En knapt u al weer een beetje op? vroeg hij vriendelijk. Het meisje knikte met een poging om te glimlachen. Ik kan verzekeren, ging de kapitein voort, zich tot Clevering richtend, dat we blij waren dat u ons signaal beantwoordde en dat we niet te laat zijn ge komen. Signaal beantwoordde? vroeg het meisje scherp. Wat bedoelt u? Ja zie je, zoodra wij op die bank waren aan gespoeld, bond ik mijn zakdoek aan een stok als nood vlag en stak die in het zand voor het geval er een schip in de buurt zou komen, legde Clevering op luchtigen toon uit. Bedoelt u dat, kapitein? Het meisje, dat plot seling heelemaal opgeleefd was, keek den gezagvoer der doordringend aan. Eigenlijk niet, zei hij langzaam. Ik bedoel dat u ons signaal beantwoordde, mr. Clevering. Het moet u wel een eeuw toegeleken hebben, maar het geluk diende ons niet. De reddingsboot kreeg een lek toen ze halverwege was en de jongens moesten een andere gaan halen. Het moet wel een uur geduurd hebben voor ze bij u waren. Een uur! En Clevering had nog geen twintig minuten voor de redding opdaagde, voor het eerst ge vraagd of zij met hem wilde trouwen! Enfin, eind goed al goed en vannacht lekker sla pen, dan bent u morgen weer in orde, meende de vrien delijke kapitein, en hij ging verder. Clevering wendde zijn blik af, toen hij het bleeke, toornige gezicht van het meisje zag. Dus je wist, zei ze koud en scherp, toen je me vroeg of ik met je trouwen wilde, dat er redding in aantocht was? En als ik dat nu eens wist? vroeg Clevering tar tend. Was ik soms niet in mijn recht? In de liefde en den oorlog is alles geoorloofd. Houd op! riep het meisje verontwaardigd, Zeg dat woord niet nog eens tegen mij. Liefde! Ik wil je gezicht nooit meer zien, riep ze hartstochtelijk. Je schijnt te vergeten dat je mijn wettige vrouw bent! Lilian keek hem aan met oogen die groot van ont steltenis waren. Vervolg op bladz. 18

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 16