r2fö/n-d
J
A
i P
Bij het schrijven op advertentiën wordt men beleefd
verzocht „Ons Zeeland" te vermelden.
18
ONS ZEELAND
Nog ontbrak haar alle begrip. Een dam, stotterde
zij. Waarvoor?
Omdat ik een goed zwemmer ben, hijgde John Press-
cott, omdat deze dam als golfbreker werkt en het
mij mogelijk zal maken om haar te bereiken.
Een oogenblik keek ze hem met oogen vol twijfel
aan en na even nagedacht te hebben, riep zij plotseling
met een stralend gezicht:
O, wat een schitterend idee! En ik dacht nog
wel dat u geen fantasie,
Maar Presscott had geen tijd om complimenten aan
te hooren. Graaf zoo hard als u kunt! was alles
wat hij zei.
Rusteloos werkten ze samen vooit en de dam was
het meisje-in-doodsnood al op twaalf voet genaderd.
Bij iederen steen rees de moed van de redders, maar
toen Alice, gedreven door een of andere impuls, even
opkeek, gaf ze een luiden gil. John Prescott volgde
haar angstigen blik.
Muriel's oogen waren nu wijd open, haar handen
bewogen; ze rukte zachtjes aan de takken die haar
leven beschermden. Ze riepen haar waarschuwend toe,
ze gaven haar door gebaren te kennen nog even ge
duld te hebben.
John Presscott's forsche lichaam en breede schouders
spatten een golf van schuim op toen hij zich zonder
lang te bedenken in het water had begeven. Zijn lenige
sprong en krachtige bewegingen brachten hem regel
recht naar den tegenovergestelden rotswand. Even
zette hij zich schrap tegen den sterken stroom, hij
bleef overeind. Op dat zelfde oogenblik liet het zwakke
steunsel van den pijnboom los en Muriel Gresham
zonk neer in de sterke armen van den man die haar
lief had. Zou de dood nu een dubbele overwinning
behalen? De adem stokte Alice Harberton in de keel.
De zwemmer scheen met zijn last een speelbal van
den woesten bergstroom, het leek of de machtige wa
teren hem naar beneden zouden trekken, of de draai
kolken hem zouden verslinden. Met een harden slag
werd- hij tegen den dam geslingerd, dien zijn eigen
handen hadden gebouwd. Maar zijn vingers klemden
zich vast in een spleet, zijn voeten vonden een steun
punt en na een worsteling die Alice eindeloos scheen,
klauterde John Presscott met een zucht van onuitspre
kelijke verlichting van steen naar steen en eindelijk
legde hij, met een glimlach van diep geluk, zijn lieven
last zacht neer aan de voeten van Alice. Én Alice
greep, nadat ze zich even over haar vriendin had heen
gebogen, de bruine, sterke handen van den koenen
redder en kuste ze, in een opwelling van dankbaar
heid en bewondering die geen woorden vinden kon.
Het maanlicht scheen helder over het knusse dorps
plein, maar in een stil hoekje hadden twee menschen
een plaatsje gevonden in de schaduw van het geluk.
Toch was er één, die hun paradijs durfde storen,
iemand die gedreven werd door diep berouw en felle
schaamte.
Het zou mijn verdiende loon zijn, zei Alice
kleintjes tegen John Presscott, als u van Muriel ver
langde dat ze me nooit meer aankeek. Maar ik hoop
dat u genadig zult zijn. we zijn altijd als zusters
voor elkaar geweest.
John Presscott nam den arm weg dien hij om het
middel van zijn meisje had geslagen en stond glim
lachend op. Zijn jullie werkelijk zusters? vroeg hij.
Dat wil dus zeggen dat ik niet meer of niet
minder dan je zwager ben!
En de onbeschaamde jongeman gaf zijn nieuw-ont-
dekte „schoonzuster" een hartelijken zoen op de wang.
Kwasi-verschrikt en verontwaardigd wendde Alice
zich tot Muriel:
Mag dat zoo maar?
Natuurlijk mag dat niet, was het vroolijke ant
woord, maar ik denk dat de kwestie is dat hij zich
heeft laten meeslepen door zijn fantasie.
Oplossing van het vorige raadssl
de cirkel die Prop moet hebben, ligt precies onder z'n schoen
Laatst zag ik in een circus een paard met een kleed op z'n
rug vol grooten ruiten. Opeens dacht ik, als nu op de eerste
rij horizontaal de naam zou staan van een oud Zeeuwsch stadje,
op de tweede rij de naam van een voorwerp dat we bij het
eten gebruiken, op de 3e rij het meervoud, van een boomnaam,
de 4e rij een plaatsnaam (bij Zutfen) de 5de rij iets wat niet
vol is, de 6e rij in de goede volgorde de klinkers van ons
alphabet, de 7e rij een plaatsnaam en op de achtste rij de
naam van iets wat op bed ligt, dan vinden we op de eerste
rij verticaal de naam van een eiland en op de tweede rij
verticaal steeds dezelfde letter.
Welke woorden moeten het nu zijn?
Hebt gij geen ondank geoogst, dan moogt gij reeds
zeggen, dat men zich dankbaar betoond heeft.
Het licht, door zoogenaamde „officieele mededeelin-
gen" ontstoken, is menigmaal niets dan een dwaal
lichtje, dat ons in het moeras voert.