Hoe men elders lacht. Pietersen (thuiskomend van kantoor) „Nou zou ik wel eens willen weten hebben hier dieven ingebroken of zou m'n vrouw met de auto uitgereden zijn? Jopi (wijzend naar een eend met een ring om zijn poot) „Kijk, pappie, dat is er één, die getrouwd is". Pensionhoudster „Ik moet je den dienst opzeggen, Mina, tegen het einde der maand". Mina „Waarom toch? De gasten zeggen allemaal, dat ik lekker kook". Pensionhoudster „Juist, daarom!" (Passing Show). Mevrouw (wijzend op een spinneweb) „Meneer vraagt of je dit hier wel gezien hebt?" Nieuwe dienstbode „Ja, dat zat daar toen ik kwam. het behoort zeker bij de draadlooze, is het niet?" Dame (zeer uit de hoogte) „Is 't beslist noodig, dat u zoo dicht tegen mij aan blijft zitten Hij „Zoolang u op m'n jas blijft zitten, wel." (London Opinion).

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 20