m VICTORIA-WATER ONS ZEELAND ONZE FOTO-PRIJSVRAAG. ZEEUWSCHE VARIA 3 Zoo zou men denken. Maar geen sprake van. De kin deren uit Aardenburg een van de grootste plaatsen in Zeeuwsch-Vlaanderen moeten, als ze met de tram zouden reizen, 's ochtends om half zeven al weg en die uit Sluis te 5.56. Dan zijn ze in Oostburg om zeven uur. De scholen beginnen om half negen of negen uur. Zoo is het met de kinderen uit Cadzand, Zuidzande ook. Ook dezen hebben aan de tram niets. Ze moeten wel loopen of fietsen bij alle weersgesteldheid. Is daar nu niets aan te verbeteren Het schijnt van niet. Men vertelde mij, dat er wel conferenties zijn gehouden door belanghebbenden met den directeur der trammaatschappij. Zonder resultaat. De directeur gaf te kennen, dat het personenvervoer van onderge schikte beteekenis is, hoofdzaak is het goederenver voer. Heeft die trammaatschappij dan misschien zooals zoove'e andere, zoo te tobben om zich staande te hou den Men verzekerde mij, dat ze 9 pet, dividend uit keert. Dat gaat dus nog al. Door het goederenvervoer. Zijn er dan geen invloedrijke personen, die den stoot kunnen geven om aan den onhoudbaren toestand een einde te maken Behalve de directeur zijn er toch ook commissarissen, die ook wat te zeggen hebben Of kennen deze de trammisère niet zoo van nabij Beschikken ze wellicht over een auto voor particu lier gebruik, zoodat ze de tram voor zich en de hunnen niet behoeven Die veronderstelling is niet heel vriendelijk, maar men is toch wel eenigszins geneigd in die richting te denken. In het belang van de bevolking van het „land van Cadzand", dat deel van Nederland aan den overkant der Schelde, dat in den na-oorlogschen tijd zoozeer de belangstelling had van allen die aan dezen kant wonen, wilde ik eens de aandacht vestigen op die trammisère aldaar. Mij dunkt die Stoomtram maat schappij, die wellicht met steun van rijk, provincie en gemeenten tot stand is gekomen, heeft behalve met de aandeelhouders toch ook nog wel eenigermate rekening te houden met de belangen van de bevolking dier streek." Tot zoover de onbekende inzender. We hopen dat deze lijst van klachten de betreffende heeren zal bereiken en dat ze er rekening mede zullen houden. Hoe spoediger hoe liever door LEO VAN BREEN. De Zeeuwsche familie Mulock is afkomstig van Zie- rikzee het wapen van dit geslacht bestaat uit vier deelen. Op het eerste ziet men een schip (zinnebeeld van den handel), op het 2e en 3e hondenkoppen, die op verwantschap met het geslacht Tuyl van Seroos- kerke wijzen. Het helmteeken vertoont den kop van Deze week komt voor plaatsing in aanmerking „De kleine kapitein", een opname op het s.s. „Vredenburg" van de Halcyon-lijn en ons toegezonden door Mevr. C. Vermeulen, Spuistraat 59, Vlissingen. een kalkoen. Daar gaat het om, want Reygersberg vertelt dat de zeevaarder Anthonis Mulock in 1528 de eerste kalkoenen van Indië naar Europa bracht. Tevens maakte hij na'am door den handel van zout en wijn met de Kaapverdische eilanden te openen. Men kreeg daar voor één ducaat meer zout dan in Biskaye voor elf ducaten. Hij was de eerste zee vaarder die zich zoover waagde. Het volgend jaar voer hij weer uit, maar kwam nooit terug. Den naam en ook het wapen vinden we heden ten dage nog terug in het geslacht Mulock-Houwer. Heeft Europa den kalkoen aan de Zeeuwen te dan ken, evenzeer is dit het geval met den goudvisch. In 1728 werden voor het eerst goudvisschen uit China naar Engeland gebracht, maar ze bleven niet in leven. De Zierikzeesche natuur-onderzoeker Job Baster slaagde er echter in, een twaalftal van deze visschen te bemachtigen. Bij zijn dood in 1775 bezat hij er honderden, die door zijn erfgenamen werden verkocht. In de voorzaal van het gemeentehuis van St. Maar tensdijk vindt men o. a. twee schilderijtjes, voorstel lende Jacoba van Beyeren en Frank van Borsselen. In Literschroeffl. OBERIANMSTEIN voor huishoudelijk gebruik

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 3