14 KINDERHOED. Dikwijls begaat men de fout een kinderhoed geheel als een verkleinde copie van den groote-menschen-hoed te maken. In den regel staat zooiets de kleinen afschuwelijk en lijken ze er als opgemaakte poppen mee. De kinderhoed moet vóór alles kinderlijk zijn, dus eenvoudig en van wei nig opvallend maaksel. Aan bijgaand model van rose vilt met gros-grain lint in twee tinten blauw, kan men een voorbeeld nemen. SPORTIEVE MANTEL. Een mantel van grijze „kashabure", zeer geschikt om als sportieve ochtend mantel te gebruiken. De zak-ingangen worden ge vormd door driehoekige splitten met afgestikte zoo men. De ceintuur loopt rondom, maar verdwijnt on der de middenbaan van het overslaande voorpand. De mantel is voorzien van een kraag-sjaal, op 't einde gegarneerd met bijpassend bont. Men zie de hierbij afgedrukte teekening. DE REGENMANTEL, De regenmantel, alleen bestemd voor stortbuien en motregens, meest somber of saai van kleur de mantel die direct onaangenaam aandoet, als de zon weer even doorbreekt, die mantel zien we niet veel meer. We zijn verwend, onze smaak is verfijnd en o zoo gevoelig geworden voor het elegante. De luxieuse, waterdichte mantels, van zijde of suède, winnen meer en meer terrein. De glimmend zijden, diep-zwarte, donkerblauwe, bruine of beige regenman tels flatteeren bijzonder. De peau de suède mantels zijn zelfs voor heeren zeer gewild. Voor een dame vind ik, vooral in den zomer, die van zijde te prefereeren. Peau de suède is altijd min of meer zwaar en men wordt bij een groote wandeling te warm, daar de stof bijna alle warmte geheel omsloten houdt. Schotsche gekleurde en zwart-witte ruiten zijn aller aardigst en zullen nog langen tijd gedragen worden, daar ze onder de allernieuwste collecties weer aan getroffen worden. Gekleede modellen van fijne wollen stof, duvettine, ja zelfs van kasha (waterproof) zijn even doelmatig. Keus genoeg, niet waar BEA. VEROUDERDE GRAPPEN. Ik voel me al tijd onbehagelijk gestemd, als men zoo ironisch mo gelijk over speci fiek vrouwelijke gebreken spreekt. Ik geloof niet aan specifiek manne lijke en specifiek vrouwelijke on deugden. Er zijn mannen, die al de ondeugden bezit ten, die men ons, ONS ZEELAND vrouwen wil aankleeven, en vrouwen, die de gebreken van alle-mannen-te-samen schijnen te bezitten. Daar is geen vaste regel voor, men zondigt toch niet naar een vast systeem Maar, natuurlijk, er zijn honderden moppen op vrouwen-ondeugden en mannen-gebreken, u kent ze ook wel. Vrouwen die bittere tranen schreien of in onmacht vallen om een nieuwe hoed de hatelijkheden tusschen vriendinnen, de nieuwsgierigheid en vooral de ij delheid, de echt vrouwelijke coquetterie en, als ergste ondeugd, die ons aangewreven wordt de zwak voor leugentjes, de geniepige draaierijtjes Toegegeven, dat een vrouw er gauw toe komt om allerlei bespottelijke nietigheidjes anders voor te stel len dan het is, als ze er ontstemming mee kan voor komen. Ook kan de con versatie onder dames in het algemeen doorspekt zijn met van die kleine „afwij kingen" van de juiste waar heid, die toch on-sympa- thiek aandoen, maar daar mede is niet gezegd, dat een man altijd de waarheid zegt en nooit op een afwij king betrapt kan worden. Ik heb u immers al ge zegd ik geloof niet aan specifiek mannelijke of aan dito vrouwelijke ondeug den het is een vorige eeuwsche gedachte, om de beide seksen hun eigen deugden en ondeugden toe te deelen. Wat men ook mag keuvelen over 't „eeu wig vrouwelijke" en hoe ernstig men dit vijftig jaar geleden ook opgevat mag hebben, tegenwoordig is deze aardigheid in discre- diet geraakt. De vrouwen, wat men ook mag beweren, zijn wel degelijk veranderd, zooal niet in hun eeuwige en on sterfelijke coquetterie, dan toch zeker in de manier, waarop ze daaraan uiting geven. Weinig jonge vrouwen zullen tegenwoordig nog probeeren om met tranen hun zin door te drijven, of zullen het noodig vinden door middel van kleingeestige draaierijtjes iets te be machtigen, waar ze lust toe gevoelen. Wel neen, dat doen wij moderne vrouwen immers niet en waarom zouden wij het ook doen Niemand legt ons immers meer iets in den weg en wij doen eenvoudig onzen zin En hierin schuilt tenslotte het heele geheim. De tijd is veranderd, wij zijn veranderd en de vorige-eeuwsche aardigheden over ons gaan niet meer op VOORVECHTSTER. Wederkeerige beleefdheid is de eerste voorwaarde om het dagelijksche familieleven dragelijk te maken. Het huwelijk is door een of ander laag-bij-den- grondschen wijsgeer vergeleken bij een kippenren, want, zoo redeneerde hij, die er in zitten willen er uit en die er buiten loopen willen er in. Met andere woorden „dat wat je niet hebt

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 12