ONS ZEELAND
15
Adamson als practisch dierenbeschermer.
Je hebt me al lang genoeg van mijn plicht ge
houden.
- Ga niet, ga niet! Geloof me, er dreigt gevaar!
Gevaar?
Ja, ik weet het zeker.
Een oogenblik staarde Gasparin haar aan en in
haar oogen zag hij dat zij de waarheid sprak. Even
aarzelde hij; toen draaide hij zich om.
Gevaar? Des te meer reden dat ik gaan moet!
Colette sprong naar voren en pakte hem bij den arm,
maar hij rukte zich los en holde weg.
Het duurde niet lang of hij had het houten gebouw
tje bereikt; de deur stond nog open, zooals op het
oogenblik dat hij weggerend was. Hij ging naar binnen,
maar bleef als vastgenageld staan.
Aan zijn voeten lag Èmil, de groote, sterke, vroo-
lijke Emil. Dood!
Plotseling werd hij van achteren bij den arm vast
gegrepen. Hij worstelde hevig, doch het was vergeefs.
Twee mannen hadden hem stevig beet; het waren de
aanvallers van het meisje!
Kalm aan, kalm aan, ventje! zei de eene. Je
moet weer eens aardige meisjes te hulp komen, spot
te hij.
Ze sleepten hem naar buiten en bonden hem stevig
vast aan een van de palen van den seinpost, die aan
de houten barak grensde.
Je moet de meisjes niet vertrouwen, ezel die je
bent; vooral niet als ze een aardig snuitje hebben!
Het is een dapper kind, Colette; mannen vechten met
wapens, maar vrouwen en meisjes hebben andere wa
pens, maar die zijn misschien nog veel gevaarlijker!
Die kleine, sluwe rekel wist wel dat ze je van je post
kon weg lokken; zoodat we maar èèn mannetje hadden
om mee af te rekenen. En ze heeft je zeker ook een
beetje aan de praat gehouden, hé? Dat was tenminste
de afspraak! Zoo, en nu zullen we eens een boodschap
naar het front doorsturen, dan mag je ons nog een
handje helpen ook.
Gasparin had tot nu toe geen woord gezegd; hij was
heelemaal uit het veld geslagen, eerst door den dood
van zijn kameraad en dan.... het bedrog van dat
meisje, dat hij het liefste meisje had gevonden dat
hij ooit gezien had!
Zeis al zou ik willen, zou ik je niet kunnen hel
pen; wij, seiners, kennen de code niet.
De ander glimlachte toen hij den verborgen triomf
in Gasparin's stem opmerkte: Zoo, vriendje, het is
niet erg hoor; ik ken zelf de code van deze week
wel! Laten we maar eens op het eerste bericht uit
Parijs wachten; dan zullen we het wel doorsturen naar
Luik, dat wil zeggen, een beetje anders!
Ze maakten het zich gemakkelijk op het gras voor
de deur van de barak en trokken hun mutsen over de
oogen om zich tegen het brandende zonlicht te be
schermen.