DAG fi W ÓNS ZEELAND 5 dat te Vlissingen een electricien, die een anten ne wilde aanbrengen, van het dak van een huis op den beganen grond stortte. De man moest naar het zieken huis worden gebracht. dat de Zeeuwsche landbouwers voornemens zijn dit jaar eens niet over den oogst te klagen. dat de gemeenteraad van Burgh besloot een jaar- lijksch subsidie te verleenen aan de in Haamstede te stichten lagere tuinbouwschool. dat een jager te Axel zich in de hand schoot. Het lichaamsdeel moest worden verwijderd. dat niet minder dan 70 personen te kennen heb ben gegeven zeer gaarne gasfitter te worden in Tholen. dat de Goesche kermis Dinsdag j.l. geopend werd. Dinsdag a.s. is de laatste dag. dat in de hoofdplaats van Zuid-Beveland Zon dag j.l. een internationale voetbalwedstrijd is gespeeld tusschen Goes I en Zurenborg Sport I uit Berchem (België). De Belgische sportmenschen brachten be halve 300 supporters een muziekgezelschap mee. Toch kregen ze met 20 op het hoofd. dat de r. k. boerenbond in West Zeeuwsch- Vlaanderen op 1 September a.s. zijn 25-jarig bestaan zal herdenken. dat hotel „Britannia" te Vlissingen weer een uitbreiding staat te wachten in den komenden winter. Duizenden hebben dit jaar van het grootsche Vlissing- sche hotel, van zijn dancing en van de attractie daar van (het alleraardigste danspaar) genoten. dat in het Vlissingsche zeebad dezer dagen de 40.000ste bader of baadster wordt verwacht. We zijn zeer nieuwsgierig naar de hulde, die men de (n) geluk kige zal bereiden. dat het verbod tot het betreden van de duinen tusschen de Vijgenetter en Valkenisse onder de ge meenten Koudekerke en Biggekerke opgeheven is. Vergunningen tot het kampeeren in de duinen worden echter dit jaar niet meer afgegeven. dat Prins Hendrik de vorige week in Walcheren vertoefde en verder een bezoek aan Wemeldinge bracht. dat het water in het kanaal NeuzenGent door de Belgische fabrieken zeer verontreinigd wordt. Als dit aanhoudt, zal de visch het niet overleven. dat de Vlissingsche stakers de werkwilligen weer meer actief gaan volgen. De politie moest al eenige keeren ingrijpen. Wij sluiten nu tot volgende week Vrijdag Adieu Maandag 20 Augustus. Bijna in geen week m'n journaaltje bijgehouden. Dat had zijn droeve oor zaken! Er is iets geweldigs tragisch gebeurd in deze laatste dagen. Bijna faalt mij den moed om nu op schrift nog eens al de doorgestane ellende opnieuw te beleven, maar een eerlijk journaalhouder heeft zijn Een trouw en schrander varken. Deze knorrende viervoeter van den heer Goffau te Nieuw- en St. Joosland volgt zijn baas als een hond op de wandelingen door het dorp. Ook eet het dier uit de hand van zijn eigenaar. Krijgt Zeeland binnenkort zijn sprekend varken wellicht, zooals Arnhem zijn sprekende hond verplichtingen voor het nageslacht, waarom ik dan ook mij nedergezet heb, om het verschrikkelijke zoo waar heidsgetrouw mogelijk te boekstaven. Het kan ongeveer een week geleden zijn, dat ik op zekeren morgen bespeurde, dat mijn oogen hun scherp te verloren hadden. Daar mijn tegenwoordigheid van geest een der schoonste gaven is, die ik bezit, dacht ik er terstond aan, dat een bril mij redden kon en omdat tijdige hulp dubbele hulp is, vatte ik onmiddel lijk de koe bij de horen en lag, na het ontbijt, mijn toestand aan Liesbeth bloot. Nu heeft Liesbeth een buitengewoon goed hart. doch aangezien ze dat nimmer blijken laat, antwoordde ze op tamelijk bitsen toon, dat ik 't eerst nog maar eenigen tijd moest aanzien. Ik merkte met gepaste bescheidenheid op, dat ik juist daarvoor een bril noodig had. Liesbeth werd driftig en zei, dat ze mij nog nooit over 'n slecht gezicht ge hoord had. Ik wierp, wederom zeer gematigd, haar tegen, dat 't toch eens de eerste keer moet zijn en dat zij toch ook 'n bril gekocht had. „Maar ik heb ook slechte oogen" viel Liesbeth uit. „Ik ook!" „Ja, natuurlijk, wat ik heb, wil jij ook". Maar laat mij deze onaangename dingen niet meer ophalen, en volstaan met de mededeeling, dat na drie dagen lijdelijk verzet en veelzeggende manifestaties van gezichtszwakte, die 'n klein tikje aan overdrijving mank gingen, Liesbeth mij op Donderdag 16 Augustus een bankbiljet van 10 toewierp en zeide: „Koop dan 'n bril van mijn part'. „Nu als 't zoo moet gaan", wrong ik uit mijn keel. „Hoepel op!" beval Liesbeth en ik spoedde mij naar den oogarts, die na ettelijke letterproeven me een pri ma bril verkocht, waarmee ik blijde stationswaarts ging en daarna naar mijn Heimat spoorde, 's Avonds ontsloeg ik Wybo als lector en verwerkte zelf m'n krant. De bril las prettig. Maar helaas! Philemon Zijdewind is een pechvo gel. Toen ik Vrijdag 17 Augustus nooit zal ik dien dag vergeten 's morgens den bril opzette, zag ik alles rondom mij in nevelen gehuld en dit bleef zoo. Wat ik sindsdien uitgestaan heb, is met geen pen te beschrijven. Of Liesbeth het voelde: ik weet het niet,

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 5