ONS ZEELAND 15 CQgffliBHT g.l.B BOX 6. CQPEHHAGEH *^TS «win l»li lil Adamson heeft een nieuwe Raketen-Autp geconstrueerd. er buiten moesten houden en de deuren sluiten. Hou je maar koest, oude homp paardevleesch, verklaarde de spreker minzaam tegenover den eige naar van het restaurant, het minste splinter dat ik hier beschadig, zal ik betalen. Maar ik wil dat stuk kellner van je een lesje geven. Dan zal hij in het vervolg tenminste beleefd tegen de klanten zijn Het kleine mannetje sprong in hevige gemoedsbe weging om den grooten kampioen rond. In 's hemels naam, Storky, blijf met je handen van den man af je zult hem vermoorden. Denk aan je contract. Je zult gearresteerd worden, als je je aan hem vergrijpt en wat moet er dan van mijn voor stelling terecht komen Loop naar de maan met je voorstelling, gromde Storky, terwijl hij zijn jas uittrok. Hij heeft een gentleman beleedigd en daar moet hij voor boeten. Sluit de deuren, zeg ik, en die het waagt om de politie te roepen, zal ik een gat in zijn lichaam slaan. Voor uit jongeman.... op je knieën en netjes excuus vragen. Praat niet zooveel, vlegel, was het onverwachte antwoord van den kellner, stroop liever je mou wen op. In een seconde gebeurde het voor iemand tus- schenbeide had kunnen komen. Storky gaf den eer sten stoot, maar deze werd zoo netjes en volgens de regelen van de kunst gepareerd, dat de kleine man een kreet van bewondering niet kon onderdrukken. Daarop viel de nieuwe kellner uit. Hij slaagde er in, door de verdedigingslinie van zijn tegenstander heen te breken en den grof-gebouwden lomperd een stoot tegen de kin te geven dat zijn groote, domme kop kraakte, Geef hem nu maar een beetje soep, hoonde de overwinnaar, terwijl hij zijn jas aantrok. Dat zal hem wel weer opknappen. Hij wendde zich tot den eigenaar. Ik denk dat ik mijn baantje hier kwijt ben zooals ik andere ook ben kwijt geraakt, of schoon ik hard genoeg mijn best heb gedaan om ze te behouden. Wilt u me betalen wat ik nog te goed heb Hij kreeg het geld, zei vriendelijk „goeden avond" tegen de samengedrongen kellners, die hem stom van verbazing aankeken en ging de deur uit. Het was weer een mislukking geweest en in zijn ooren klonk het schreien van Jimsie bitterder en dringender dan ooit. Toen hij thuis kwam was Maisie al naar bed. Hij was er erg dankbaar voor hij had behoefte om alleen te zijn en den heelen toestand goed te overdenken. Alweer een fiasco Hij zei het zuchtend bij zichzelf en de muren schenen het vreeselijke woord als een veelvuldige echo te herhalen. Hij zat aan de tafel en strekte de armen voor zich uit langzaam, heel langzaam, boog zijn blond hoofd naar voren, tot het op de armen rustte. De deurbel ging. Hij glimlachte bitter, terwijl hij opstond. Als dit een schuldeischer was op dit on mogelijke uur, dan zou hij zijn komst betreuren Hij

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 15