Agentschappen van „Ons Zeeland"
18
ONS ZEELAND
trouw geworden. Van hèm had ze in een half jaar
niets gehoord, op een kwaden dag was hij weggeble
ven en een week later had ze een brief uit Duitsch-
land ontvangen, dat hij het armoe-bestaantje met
haar moe was en hij zich alleen een beter bestaan
zou trachten te scheppen. Na dien éénen brief had ze
niets meer van hem gehoord.
Eerst met naaiwerk, later als winkeljuffrouw had
ze toen in haar onderhoud trachten te vóórzien, naar
huis durfde noch wilde ze terugkeeren zij had nog
altijd haar trots
Ze zuchtte diep en bekeek de kale, armoedige meu
beltjes. Verleden jaar had ze tenminste nog een pret-
tigen dag gehad. Samen met haar jongen" had ze
toen een Kerstboompje gekocht en als kleine kinderen
hadden ze zich verheugd in de aardige, kleine ver-
rassinkjes, welke ze elkaar in stilte hadden bereid.
Maar nu....! Tranen liepen haar langzaam over de
wangen. Met een moe gebaar veegde zij ze weg, stond
toen met een ruk op zóó hield ze het niet uit, de
stilte van het kleine kamertje drukte haar, ze moest
er uit, de lucht in, anders zou ze stikken van benau
wenis. Vlug schoot ze een manteltje aan, zette haar
hoed op en snelde de nauwe, donkere trap af.
Gelukkig, ze was buiten, met diepe teugen zoog
ze de koude buitenlucht in. Langzaam liep ze voort,
haar schreden richtten zich naar de binnenstad. De
prachtige winkels met hel-verlichte étalages deden
haar pijn aan de oogen, en ze voelde zich week wor
den, als ze blijde, opgewekte gezichten zag. Ze liep
dicht langs de huizen, hoorde nu en dan vroolijke kin
derstemmetjes opklinken, hier en daar klonk ge
zang, overal heerschte een gelukkige, prettige stem
ming. En ze dacht aan haar eigen, zonnige jeugd,
vergeleek die opnieuw met haar leven van thans
Soezend liep ze voort, niet meer lettend op haar
omgeving, niet hoorend het luide claxon-signaal van
de auto
Een gil, een stekende pijn, dan duisternis rondom
haar
Eenige uren later ontwaakte Ina uit haar verdoo-
ving. Verwonderd sloeg zij de oogen op. Overal zag
ze bedden staan en zij zelf lag ook in bed. Waar was
ze Langzaam kwam haar herinnering terug en drong
het tot haar door, dat ze door een auto was aange
reden. Haar been deed pijn en ze steunde zachtjes.
Een zuster kwam naar haar toe
,,U moet zich rustig houden en vooral niet angstig
zijn. De dokter heeft gezegd, dat de beenkwetsuur van
onschuldigen aard is, maar hij maakte zich ongerust
over uw diepe bewusteloosheid. De schrik moet u
danig te pakken hebben gehad, want aan de wond
is die niet toe te schrijven. Over een uurtje komt de
dokter nog eens kijken en als u zich rustig houdt, is
u binnen een weekje volkomen genezen, 't Is anders
wel treurig, juist op Kerstdag".
Ina glimlachte zwakjes naar de vriendelijke zuster.
Wat kwam het er voor haar op aan, Kerstdag of een
anderen dag. ernstig of niet ernstig. misschien
was het eerste nog beter geweest, dan was alles met
een afgeloopen, haar ellende, haar triestig be-
staantje.Dan had ze rust
Ze keek de zaal eens rond. In het midden stond
een Kerstboom. Ze lag blijkbaar in de zaal van herstel
lenden en minder ernstige zieken en hier zou zooals
gewoonlijk Kerstfeest gevierd worden. Wie had dat
een jaar geleden kunnen denken, dat ze thans in een
ziekenhuis tusschen vreemden een Kerstfeest zou mee
maken, Meevieren kon ze moeilijk zeggen, want om
Kerstfeest te vieren, daarvoor was vreugde noodig
en bij haar was alle vreugde verre Liever nog had
ze geen drukte om zich gehad. Hadden ze haar maar
naar een stille zaal gebracht, haar kalmpjes laten lig
gen, alleen met haar verdriet en haar herinneringen.
Want die zouden nu vanavond des te erger schrijnen,
als ze anderen vroolijk en opgewekt zag.
Moe van het peinzen was Ina weer in slaap geval
len. Zij ontwaakte, doordat een hand op haar arm
werd gelegd. Verwonderd blikte zij in het over haar
gebogen gelaat. Dan schrok ze.
,,Max, jij?" kwam het over haar bevende lippen.
„Inderdaad, Ina. Het is wel een vreemde ontmoe
ting, niet, na jarenlang niets van elkaar gehoord te
hebben. Dus je herinnert je nog je ouden kameraad,
de arme, door jou verstootene?"
Een blos kleurde haar wangen. Er kwam een waas
voor haar oogen, toen ze hem aankeek.
„Herinner me daaraan liever niet, Max. Ik heb ge
noeg boete gedaan."
„Je toon zegt me, dat je er berouw van gehad hebt,
Ina. Bedoel je er mee, dat je toch wèl wat voor me
voelde
Er was spanning op Max Bruning's gelaat te lezen.
Vijf jaar geleden, als pas-gevestigd arts, had hij de
toen nog vroolijke Ina Donkers gevraagd zijn vrouw
te worden, maar een weigering was het resultaat ge
weest. Als schoolkameraden hadden ze veel voor el
kaar gevoeld, hadden geflirt, maar toen was de andere
in haar leven gekomen. Een ongeluk bracht hen
weer samen, zij als gewonde, hij als ziekenhuisarts.
En zoodra hij haar zag, voelde hij de oude, nooit-
gebluschte liefde weer opvlammen.
Ina had de oogen neergeslagen. „Max, ik mag je
daarop niet antwoorden, er is zooveel gebeurd in mijn
leven, zooveel waar jij niets van weet. Graag zou ik
de laatste vijf jaren ongedaan maken, maar het ge
beurde is niet te herstellen
Max greep haar hand. „Ik vraag immers niet naar
je verleden, kindje, ik wil niet weten, wat er in die
jaren gebeurd is. Wat ik wil weten, is dit Denk je
van mij te kunnen houden
Ina kon niet antwoorden. Krampachtig klemde haar
hand zich om de zijne. „Goeie, goeie Max", sta
melde ze.
De zusters ontstaken de kaarsen van den Kerst
boom. De andere lichten werden gedoofd. Zachtjes
weerklonken de tonen van een viool „Stille Nacht.
Twee menschen hadden elkaar weergevonden.
AMSTERDAM Const, C. Nobels, Wijttenbachstraat 85 I.
BRESKENS, GROEDE EN SCHOONDIJKE: Firma J, C,
le Bleu, Breskent.
GOES Boekhandel Firma P, A, H, Pieterman, Lange
Kerkstraat 33.
NEUZEN: Fa. P. J. v. d. SANDE, Noordstraat 57.
NOORD-BEVELAND: K. de Vos, Kortgene.
OOSTBURG EN ZUIDZANDE Firma A. J. Bronswijk.
SCHOUWEN EN DUIVEL AND: Boekhandel Firma A. C.
de Mooy, Kraanplein D 441, Zierikzee.
SLUIS J. van Damme.
SOUBURG A. G. Kruithof, Kanaalstraat B 137.
VLISSINGEN N.V. de Vey Mestdagh, Bellamypark 45-58.
WEMELDINGE Wed. A. VAN HOORN, Boekhandel.
YERSEKE Fa. J. J. vam der Pe*l.