ONS ZEELAND Adamson is er voor om kleine reparaties zelf te verrichten. hem stoppen bij het begin van de daling om de extra machine af te koppelen en van enkele wagens de rem men aan te zetten. De mannen zetten vier remmen aan achter de machine, en Severn, de remmer, zette de remmen van vijf wagens vast voor zijn goederenwagen; vier remmen met blokken op twee wielen en één met een blok op één wiel. Dit was het gebruikelijke getal voor een trein van dat gewicht op deze helling. Juist op den top bij Copy Pit staat 'n bord, waarop: „Goe derentreinen moeten stoppen om de remmen aan te zetten"; en er zijn strenge regels betreffende het afrij den van hellingen, die echter alle opgevolgd worden. Toen de remmen aangezet waren en alles gereed was om verder te gaan, gaf de remmer het signaal voor vertrekken en de machinist begon heel voorzich tig, zonder stoom te rijden en zei tegen den stoker de handremmen op den tender los te zetten. De heuvel, die ze juist waren opgeklommen, was een op zeven en zestig over een afstand van een goede mijl en ze waren nu de steile helling aan het afrijden. Het was een stikdonkere nacht en bovendien mistig. Geen van de drie mannen op den trein merkten iets bijzonders tot ze dichtbij Portsmouth (Lancashire) wa ren. Toen stootte Lockwood, de stoker, den machi nist tegen den arm en wees met een verschrikt ge zicht naar achteren. „Ik ben bang, dat er iets niet in orde is", riep hij uit. „Ik kan de lichten van den goederenwagen niet zien." „Wat! kan je de lichten van den goederenwagen niet zien?,, zei Smith, ontsteld. Hij draaide zich om en staarde in den donkeren nacht. De stoker had gelijk. Geen lichten volgden hen. „Wat zou er zijn?" vroeg de machinist zich af en keek angstig zijn metgezel aan. „Wij zijn van den trein losgeraakt, dat is er", zei deze. Wij moeten full speed rijden, kerel. Die wagons zijn in een oogenblik bij ons en op dezen heuvel. Hij eindigde zijn zin niet; dat hoefde ook niet, want de stoker zag het dreigend onheil nu, evengoed als hijzelf. Zij waren op een ononderbroken-afloopende helling van zes mijl lengte. De zware goederentrein achter hen die nu nog maar langzaam achter hen aankwam zou door zijn eigen gewicht en de helling steeds meer zijn vaart versnellen en hun achterna razen en jagen als een expresstrein. De stoker, in ontzettenden angst, zette tot razende vaart aan en de locomotief vloog over den weg, totdat het verwijderde signaal voor Stansfield Hall zichtbaar werd. Tot onuitsprekelijke angst van de mannen stond het signaal veilig. Toen hij het signaal voorbijreed met verminderde vaart, viel het juist en hij vermeerderde direct zijn vaart weer. De duisternis was intens. De machinist, noch de sto ker, al spanden ze ook hun oogen nog zoo in, konden zien hoeveel wagens nog aan de machine vast zaten. Inderdaad, zij hadden geen andere aanduiding, dat er iets niet in den haak was. dat hun trein was los gebroken. dan dat zij de lichten niet konden zien.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 15