I DE SCHELDE-ZENDER
3
ONZE FOTO PRIJSVRAAG.
ONS ZEELAND
Vooral aan oude familiepapieren schijnt men hier
een buitengewnoe waarde te hechten, wat aan den
eenen kant zeer lovenswaardig, maar aan den anderen
kant voor den onderzoeker wel eens teleurstel
lend is.
Toevallig wist ik dezer dagen op een en ander de
hand te leggen, en daarvan wil ik u nu iets vertellen.
Van den ouden schoolmeester, ik bedoel dien uit
de 18e eeuw en vroeger is reeds voldoende bekend
ieder weet wel, dat deze opvoeder der jeugd hoofdza
kelijk met de plak werkte tegelijk doodbidder, kos
ter, klokkeluider en wat al niet meer was, maar waar
schijnlijk weet nog niet iedereen, hoe een 18e eeuwsch
onderwijzer zijn leerlingen les gaf in de edele schrijf
kunst. Eigenlijk zeg ik met deze woorden wat veel,
want ik kan u alleen inlichten over de schrijfvoor
beelden, zooals die in de 18e eeuw werden gebruikt.
Ik heb een dergelijk voorbeeld voor mij liggen het
bestond oorspronkelijk uit twaalf pagina's klein quarto-
formaat de tand des tijds heeft er echter slechts drie
van overgelaten. Maar dat zijn de voornaamste.
Het handschrift is gedateerd op 19 Januari 1773 en
begint met een opdracht van den onderwijzer aan zijn
leerlingen, die als volgt luidt
Wij waaren voor het hoofd geslagen
Wij kwamen 't aan elkander vragen
Hoe is Dat schrift zoo opgecierd
Van ons 's Heer-Arendskerks helden
Maar schoon ons niemand dit vertelde
Ons antwoord was siet hoe het swiert
met 's Meesters mooye zoete Trekken.
Siet maar de 't is geen gekken,
de steerten van het schrift zijn gladt
op geen houtse kool geschreven
maar op een Regel (d) dese(r) neven.
En 's Meesters Pen heeft 't wel gevat,
De Meesters van ons Jonggesellen
Die willen genen Meesters quellen
Om aan ons Letterstrek te doen.
Wij hadden voor de vuyst geschreven
Maar nu is 't daar niet bij gebleven,
Wij wouden dit gebrek vergoen.
eynde van Digt.
(onderteekening)
Het schrift is moeilijk leesbaar, zoodat ik voor een
juiste weergave niet in sta. Het vers is gemaakt te
Heinkenszand de 's Heer Arendskerksche helden
zijn misschien scholieren geweest uit dit laatstgenoem
de dorp. Het is onderteekend door den vervaardiger.
Op de preciese beteekenis van den inhoud kan ik
in dit bestek niet ingaan.
Na dit in mooi sierschrift geschreven vers komen nog
eenige andere de aandacht vragen, waarvan ik slechts
een zal weergeven, omdat ik niet weet, of deze door
den vervaardiger van het eerste zijn gemaakt. Het
,,door mijn gedaan" kan namelijk ook wel slaan op het
overschrijven van deze verzen, te meer waar deze
waarschijnlijk als schrijfvoorbeelden zijn bedoeld.
Ik geef een der laatste, dat in ieder geval ini dit kader
past
Bemind de penne o gij jonge scholeeren
Want door haaren meenigte komen sommege tot
groote Heeren
Hadden sommege de Penne wat Beter bemind,
Zij waaren behouden voor Regen en wind
daarom leerd en stuydeerd al zonder verdried
Met geld koopt men de konste niet.
Deze week plaatsen we „De Romeinsche brug" in het bosch van
het Kasteel „Westhove" bij Domburg. Inzender is de heer J. C.
Qroenenberg, Kanaalstraat 44, Vlissingen.
Misschien is dit een van de rederijkersverzen uit
vroeger tijd ik heb het echter nog niet kunnen thuis
brengen.
De overige verzen zijn van godsdienstigen aard en
vallen buiten het kader van dit artikel.
Hallo, hallo
Hier is het draadloos uitzendstation de Schelde-
Zender
Vindt u het interessant, te hooren
dat het electrische licht de vorige week Bosch-
kapelle in den steek liet. Van Dinsdag tot en met
Zaterdag moest men er zich met petroleum en kaar
sen behelpen. Een defect van zoo langen duur lijkt
ons eenigszins buitensporig.
dat iemand, werkzaam te Sluiskil, en belast met
het uitbetalen der loonen, Zaterdag een snoepreisje
naar België maakte, inplaats van het geld ter juister
plaatse af te leveren.
dat een tweetal Goesche chr. vereenigingen een
poging in het werk wil stellen om de Goesche café's
te 10 uur n.m. te doen sluiten. Is de verleiding der
café's de leden der vereenigingen te sterk
dat de bekende J. W. Perrels, uit Veere, die
20 jaren voorzitter was van de af deeling Zeeland
van den Algemeenen Ned. Politiebond, dezer dagen
als zoodanig aftrad.
dat Zondagavond op den Vlissingschen boule
vard eenige Middelburgsche jongens handgemeen
werden met eenige Vlissingsche dito. Een der knapen
werd dermate met een mes in den buik gestoken, dat
hij in het Gasthuis moest worden opgenomen.