ONS ZEELAND gegaan, zei Pa Walpoot, die dien morgen juist de kwi tanties had geordend van de vele Haagsche zaken waar zijn dochter haar inkoopen deed. Maar ze is nu goed onder dak. Goddank, zuchtte Ma Walpoot. En na de tijding van Lize's huwelijk was de rust nog knusser geworden in het rustige bovenhuis van de stille straat. Een zomer later kwam er bericht dat Lize een jon getje het leven geschonken had. Ma Walpoot was dat bericht geweest alsof er een vriendelijk zonnestraaltje door een kier der neergelaten jalouziën de kamer was binnengekomen. Soms was het of ze in de stille kamer van hun rustige bovenhuis de echo van een kinderlach hoorde Maar nu dan was er hevige beroering al sedert weken in het huis van Pa en Ma Walpoot. Er was een brief uit Indië gekomen met de tijding dat Lize en haar man met het kind naar Holland zouden komen met verlof. Eerst een paar weken gezellig bij u thuis, schreef Lize, maar dan gaan we op reis, Lo en ik. Lo was Lize s man „in de suikerWij willen Europa zien, Parijs, Londen, Berlijn en zoo. Ma Walpoot schudde aangedaan het hoofd. Die menschen in de suiker zijn ongelooflijk rijk, lichtte ze toe, als ze het nieuws van Lize's komst aan haar kennissen vertelde. Bij Lize s brief was een P.S. geweest. Lize was nu eenmaal een wonderlijk kind. En dat P.S. had de rust uit het stille bovenhuis van Pa en Ma Walpoot als met een donderslag de deur uitgejaagd. Dat P.S. hield in, dat Lo en Lize voor het gemak van het kind op reis Simin, hun inlandschen huisjongen meenamen. „Het is een pracht huisjongen, mama, had Lize er verklarend aan toegevoegd, U behoeft niets geen drukte te maken. Als Lo en ik naar Parijs en Londen gaan, blijft hij met Pimmetje bij u en hij kan u bij al het werk in huis behulpzaam zijn. Een bed is niet noodig. Als u een matras met een kussen in het zijkabinetje op den grond legt, is het genoeg". Het valt me mee, dat Lies ook eens weet wan neer het „genoeg" is, zei Pa Walpoot schamper. De rust in het huis van Ma en Pa Walpoot was weg sedert de ontvangst van dien brief, dat was zeker. Ma Walpoot wilde Maleisch leeren, ze wilde kunnen bab belen met Simin, zoo'n zwartje zal zich anders zoo ongelukkig gevoelen, meende ze. Pa Walpoot dacht ik vloek hem stijf, dat zal hij ook wel verstaan.... Nu was de Indische familie al veertien dagen in het stille bovenhuis van de rustige straat. Het was alles erg meegevallen. Ma Walpoot was met Simin erg in genomen. Pa Walpoot offreerde hem nu en dan een sigaar. Simin was er aan gewend geraakt de zonder lingste dingen met een onbewogen gelaat te aanvaar den. In het huishouden kon Ma Walpoot alles aan hem overlaten en bij den kleinen Pim was hij volkomen ver trouwd. „Een gemak, zoo'n jongen, Lies", zei Ma Wal- Vtrvolg op bladt. 15 Adamson noch een vleeschmolen kunnen een bejaarde kip verwerken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 13