Agentschappen van „Ons Zeeland" 18 ONS ZEELAND tafeltje kwam, „hoe komt het toch dat iederen avond precies om twaalf uur het lampje uitgaat....? Hij wilde er nog iets aan toevoegen, maar het doods- bleeke, bijna versteende gelaat van de hospita deed hem verschrikt zwijgen. Ze antwoordde niet, in haar oogen was een ver wilderde blik. Ze draaide zich om en liep weg. Hij haalde de schouders op en begon weer aan zijn werk. Maar het was eigenaardig, als hij met zijn rug naar het midden van het vertrek gekeerd stond, overviel hem een vreeselijk gevoel. Het was als gebeurde er iets verschrikkelijks achter hem. Het zweet parelde op zijn voorhoofd. Hij keerde zich om en zijn oog viel op den vreemden vorm van het gipsblok. Zijn beenen trilden, hij moest gaan zitten. Maar het gipsblok vroeg, eischte zijn aandacht, het dwong hem te kijken, het trok zijn oogen tot zich, het had hem iets te zeggen, een geheim, een afschuwelijk geheim. Léo zat doodstil en staarde naar het blok, het zweet liep bij straaltjes van zijn gelaat en z'n handen waren zoo krampachtig tot vuisten geknepen, dat de knok kels scherp wit tegen de huid afstaken. Hij worstelde met een vreeselijk visioen. Doodstil zat hij zoo, het duurde en duurde, doch langzaam veranderde zijn strak gelaat, de kleur keerde weer en de oogen verlo ren hun gespannen uitdrukking. Hij kon zich weer be wegen. Een zucht klonk door de kamer. Léo stond op, nam zijn fluweelen baret van het bed en ging uit. Een half uur later kwam hij, vergezeld van drie mannen, die een koffertje bij zich droegen, weer in zijn kamer terug, Op de trap hadden ze de hospita ont moet, zij had slechts even naar de mannen ge keken. „Mijn vrienden", mompelde haar huurder. Óp zijn atelier gekomen, sloot hij zorgvuldig de deur. „Heeren", zei hij, „daar staat het blok.... En die vrouw, die we zoo even op de trap ontmoeten weet er meer van, ik geloof dat haar man het u kan zeggen". De aangesprokene knikte. „Ga uw gang zeide hij tot de beide andere mannen. Deze namen elk een beitel en een hamer en begonnen het gipsblok als het ware af te bikken. De eerste stukken die er af vlogen waren mooi wit, stevig en vast als droge gips gewoonlijk is, maar plot seling kregen de afgebikte stukken een vuile kleur alsof ze doortrokken waren van iets.... een andere stof als water, Léo en de man die gesproken had stonden naar het werk te kijken. Plotseling uitten beide mannen tegelijk een kreet. De schilder en zijn metgezel kwamen dichterbij. Haas tig sloegen de mannen nog een paar groote stukken gips weg, dat vreemd afbrokkelde. Het blok viel uit elkaar en op den grond lag het verstijfde afschuwelijk opgevouwen lijk van een vrouw met verpletterden schedel. Het gelaat, dat nog duidelijk herkenbaar was, droeg de geslagene, onderdrukte en angstige uitdruk king, waarnaar Léo te vergeefs gezocht had „U heeft gelijk gehad, mijnheer, zeide de man, die steeds gesproken had, tot Léo, „gaat u mede en wijst u ons de kamer van uw hospita". Hij wenkte de beide andere mannen en allen daal den de trap af. Beneden wierp de man plotseling een deur, waarachter hij stemmen hoorde, open. Hij en zijn mannen keerden even hun jaslabel om, waarop een politie-orde was vastgemaakt. Midden in de kamer stond de hospita met doodsbleek gezicht, aan de tafel zat een breedgeschouderde man, met een ongunstig uiterlijk. „Dat gaat maar zoo niet", dreigde deze. ,,In naam der wet. zeide de politieman, zonder zich te laten intimideeren en hield hem de handboeien voor. De man stond op, greep zijn stoel en wilde den politiebeambte te lijf, hij keek in den tromp van een zware browning. Men deed hem de boeien aan en leidde hem met zijn vrouw naar de gesloten auto die buiten wachtte. Toen de politie een foto van het atelier had gemaakt, werd Léo van Bergen vergund zijn schilderij af te nemen. Een jaar later had hij zijn werk voltooid, waarvan de roep over de geheele wereld ging. S is de beginletter van een plaatsnaam in Zee land welke komt te staan op S. 4. 6. 7 en 8, even eens komt een plaatsnaam beginnend met S op S. 5. 9. 10. 11 terwijl ook 1. 2. 3. 4. 5, 12. 13. 7. 10. 14, 15. 16. 17. 8. 11 en 13. 17. 18.19 plaatsnamen voorstellen. Welke zijn die namen Volgende week de oplos sing. AMSTERDAM Const. C. Nobels, Wijttenbachstraat 85 I. BRESKENS, GROEDE EN SCHOONDIJKE: Firm* J. C. Ie Bleu, Breskent. GOESBoekhandel Firma P. A. H. Pieterman, Lange Kerkstraat 33. NEUZEN: Fa. P. J. v. d. SANDE, Noordstraat 57, NOORD-BE VEL AND K. de Vos, Kortgene. OOSTBURG EN ZUIDZANDE Firma A. J. Bronswijk. SCHOUWEN EN DUIVEL AND: Boekhandel Firma A. C. de Mooy, Kraanplein D 441, Zierikzee. SLUIS J. van Damme. SOUBURG: A, G. Kruithof, Kanaalstraat B 137. VLISSINGEN N.V. de Vey Mestdagh, Bellamypark 45-58. WEMELDINGE Wed. A. VAN HOORN, Boekhandel. YERSEKE Fa. J. J. vaa der Pelfl,

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 18