18
ONS ZEELAND
noemde hem een brutale schavuit, en de schrijver zeide
ook hierop „enggeh". Zielig was het....
De uitspraak zou over acht dagen plaats hebben en
hij werd weggeleid, geboeid (Dit laatste is veelal
gewoonte in Indië de beklaagden worden geboeid
voorgebracht en weggeleid. Alleen tijdens de zitting
zijn ze ongeboeid). Hij werd dus ook geboeid weg
geleid door een politie-oppasser, welke hem ruw-on-
verschillig naar het arrestantenlokaal bracht. De weg
daarheen bracht hem weer smaad. Zij, die vroeger
voor hem gekropen hadden, hoonden hem nu. Lah-ill-
Allah Maar hij zeide niets terug, keek pnverschillig.
In de gevangenis tot zes maanden vrijheidsstraf
was hij veroordeeld gedroeg hij zich voorbeeldig,
maar hij was als versuft. Na korten tijd werd hij ziek
en stierf hij. Niemand was bij zijn begrafenis, niemand
sprak meer over hem. Hij was slechts één van de
vélen.
DE SCHEIDING
door
LEO VAN BREEN.
Meer dan een jaar was hij nu gelukkig getrouwd
zooveel geluk had hij in dien korten tijd moeten absor-
beeren, dat hij dikwijls droom en werkelijkheid niet
van elkaar kon onderscheiden en 'n vaag besef in zich
voelde doorbreken, dat het toch niet voor eeuwig zóu
kunnen blijven, zooals het nu was.
Meestal kwam hij in een dergelijke „vergankelijk
heidsstemming", wanneer een of andere kleinigheid,
die au fond met zijn geluk niets te maken had, hem
hinderde. Dan kon hij geweldig uitvaren en zoo te keer
gaan alsof zijn heele geluk in dat moment werd be
dreigd. Zoo was het ook dezen morgen. Hij was vroeg
opgestaan, had een kleine wandeling gemaakt en was
in zoo'n goede stemming, dat hij besloot zijn jonge
vrouw een genoegen te doen. Met dit plan in z'n hoofd
stapte hij naar de eetkamer, maar had onderweg het
ongeluk uit te glijden en zijn knie te bezeeren. Inwen
dig woedend, trachtte hij toch z'n kalmte te bewaren.
Met een gezicht als een donderwolk stapte hij driftig
de eetkamer binnen en wou juist een scène maken
over de beweeglijkheid der matten, toen hij zich zijn
besluit van zoo straks herinnerde. Hij beheerschte zich,
en zei zoo beminnelijk mogelijk, hoewel er nog een
booze grijns op zijn gezicht lag „Ik ga een scheiding
als Karei. Verschrikt hield hij op en keek ontzet
naar zijn vrouw, die bij zijn woorden met een doods
bleek gezicht in haar stoel was terug gezonken.
„Clara, wat is er?" riep hij uit. Ze antwoordde niet,
staarde voor zich uit. Maar opeens sprong ze op en liep
naar hem toe. Ruw greep ze hem bij den arm.
„Je doet het niet, je doet het niet schreeuwde ze,
buiten zichzelf.
„Maar". begon hij.
„Nee, nee", gilde ze, haar armen als bezwerend
omhoog geheven, het kan niet voor de menschen, het
mag niet. ik zou geen raad weten. en Ka-
rel
„O, God Opeens begreep hij heel den samenhang
van haar woorden Dus ze was hem ontrouw en meen
de dat hij haar dit kwam verwijten. Maar hoe in Gods
naam. Hij ontwaakte als uit een droom en zag zijn
vrouw nog tegenover zich. Driftig greep hij haar beet
en schudde haar door elkaar. „Is het waar?" wrong
hij tusschen zijn tanden uit.
Zij, bleek en klein, knikte.
Hij liet haar los en wankelde naar de deur.
Daar weigerden zijn beenen hem den dienst, hij bleef
staan, het hoofd tegen den wand gedrukt, overweldigd
door smart.
Zij staarde hem in een soort verwondering aan.
„Johan riep ze uit.
Langzaam wendde hij zich naar haar.
„Vindt je dat nu zóó erg
„Erg Érg Maar m'n God. En ik die nergens
iets van wist.
„Maar wat zei je dan, toen je binnen kwam
Hij lachte spottend. „Het toeval, het gezegende
toeval. Ik wou zeggen „Ik ga een scheiding als
Karei in mijn haar leggen, omdat jij dat zoo netjes
vindt.
„Maar m'n God En gaat Karei dan niet schei
den
Niet begrijpend keek hij haar aan. „Karei, Karei
Maar over welke Karei heb jij het in Godsnaam
„Karei Wel m'n broer natuurlijk
Met groote oogen keek hij haar aan. „Je broer
Je broer
Hij liep naar haar toe en greep haar beet. „Dus
niet Karei van Duin Vast zag hij haar aan, maar
ze ontweek zijn blik niet.
„Hoe kom je daar nu bij vroeg ze verbaasd.
„Maar wat beteekenden dan jouw woorden....?"
hakkelde hij, niet minder verbaasd.
„Mijn woorden Wat dacht je dan
„Wel, ik meende dat je m'n woord „scheiding" ver
keerd opvatte en dat jij met Karei...." Hij zweeg,
aarzelend.
Vol verwijt zag ze hem aan. „Maar Johan
Maar hij drong aan. „Wat was er dan Wat be
teekenden je woorden
Ze begon ineens te lachen. „Nee maar, wat 'n be
spottelijke samenloop van omstandigheden Karei
schreef me verleden week, dat hij er over dacht te
gaan scheiden, en gisteren berichtte hij de geboorte
van een zoon. Toen i'i van „scheiding" sprak, schrok
ik, en.
Hij staarde haar aan. „Is dit werkelijk zoo
Ze zei kalm „Maar natuurlijk."
Toen barstten ze tegelijkertijd in een lachbui uit,
die als een frisch koeltje de spanning wegwoei, van
een drama, dat in werkelijkheid door een misver
stand tot een komedie was geworden.
Een Scheveningsche visschersvrouw
(Om na te teekenen en te kleuren)