Hoe men elders lacht. Bezoeker „Kellner, kun je die kat niet wegjagen Kellner „Ja zeker wel meneer, maar. ziet U. we hebben vandaag haas op het menu en nou vond de baas het beter de kat in de zaak te laten rondloopen." Mevrouw „Maar Gerda, waarom wil je weg Het meeste werk doe ik toch zelf". Gerda „Ja, mevrouw, maar de manier waarop U het doet, bevalt mij niet." De zieke man (na een langen tijd van bewusteloosheid) „Waar ben ik, in den hemel Zijn vrouw „Nog niet ik ben nog bij je." De sprong van de hooge wip. Zenuwachtige gast „Zeg, ouwe jongen, bijt je hond Gastheer „Dat zouden we juist wel eens willen weten, want we kochten hem pas vandaag."

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 20