Abonnementsgeld 4de kwartaal. Linnen Stempelbanden SPORT IN „ONS ZEELAND" 2 ONS ZEELAND Beleefd verzoeken we onzen abonné's ons het abonne mentsgeld over het vierde kwartaal 1928 vóór 15 October per postwissel te willen doen toekomen of op onze post rekening No. 74988 te storten. Na dien datum zal per kwitantie over het bedrag, ver hoogd met 0.15 dispositiekosten, worden beschikt. Voor onzen roman „Het Mysterie van Belvoir-Mansi- ons", zijn bij de Firma Gebrs. Ritter, Nieuwe Molstraat 26 te Den Haag, alsmede bij de Administratie van dit blad, fraaie linnen stempelbandjes verkrijgbaar. Prijs franco per post 0.90. In Zeeland, zoo luidt de algemeene klacht (en deze is gemotiveerd) wordt door de pers zoo goed als geen aan dacht besteed aan de provinciale sport-prestaties. Deze klacht zal spoedig niet meer vernomen worden. „Ons Zeeland" heeft n.l. besloten iedere week de sport prestaties der Zeeuwen te volgen en daarover verslag uit te brengen. We hebben aan ons blad verbonden een zeer bekend sportsman, die reeds geruimen tijd in Zeeland Woont en die, te beginnen met het volgende nummer, iedere week zijn meening over het gepresteerde zal geven, beschouwingen zal leveren, wenken en inzichten kenbaar zal maken, enz. Kortom, in „Ons Zeeland" zal voortaan de Zeeuwsche sport door een insider zoodanig onder de loupe worden genomen, dat iedere sportsman in de pro vincie naar „Ons Zeeland" zal grijpen. De overige lezers, die zich minder voor sport interes- seeren, behoeven evenwel niet ongerust te zijn dat de sport andere rubrieken zal verdringen. „Ons Zeeland" zal n.l, binnenkort wederom met 4 pa gina's worden uitgebreid. De fouten van het Vlissingsche Gasthuis Goes nog steeds zonder electriciteitvan de waterleiding op Schouwen en over een schandaaltje. Het Gasthuis te Vlissingen, dat tijdens den duur van de bekende ziekenhuiskwestie nog al eens over de tong gegaan is, heeft dezer dagen opnieuw de belang stelling van Vlissingen en omstreken tot zich getrok ken, en w«l door een schrijven van Dr. A. C. Duyvis, voormalig directeur van het Gasthuis, aan het ge meentebestuur. In dit schrijven worden de fouten, die het Gasthuis aankleven onomwonden ter kennis gebracht. Gezegd wordt dat het gebouw nooit gebouwd werd voor het doel, dat men er aan gegeven heeft, dat lekken op zolder, zalen en gangen herhaalde malen voorkomt, dat de ligging in het drukke stadsgedeelte, in een volk en kinderrijke buurt, een groote hinderpaal is voor de rust, welke zoo hoog noodig is. Vervolgens schrijft Dr. Duyvis, dat door den slechten bouw elke voetstap op de bovenverdieping beneden te hooren is dat bij harden wind deuren en ramen, die slecht sluiten, klep peren dat er geen goede gelegenheid is voor isolatie van patiënten, die voor andere patiënten hinderlijk zvn, en voor geesteszieken. De licht- en luchttoetre- ding zijn gebrekkig, centrale verwarming ontbreekt nog steeds eveneens een lift, en één badkamer voor 50 tot 60 patiënten is veel te weinig. De operatieka mer is te klein en voldoet evenmin als de Röntgen- inrichting. Ook de verblijven van het verplegend per soneel voldoen niet aan bescheiden wenschen. Voorts wijst hij nog op de bezwaren van het verbonden zijn van een ziekeninrichting aan een oude mannen- en vrouwenhuis. De schrijver meent, dat moet worden overgegaan tot den bouw van een op de meest een voudige leest geschoeid nieuw ziekenhuis op het daar voor reeds beschikbare terrein. Zooals men ziet een heele lijst van klachten, die besloten wordt met het middel, dat de klachten uit de wereld kan helpen. Dr. Duyvis is niet de eerste de beste uit hoofde van zijn vroegere positie mag men hem beschouwen als iemand, alleszins tot oordeelen bevoegd. We zijn benieuwd of de raad van Vlissingen een gewillig oor aan zijn schrijven zal leenen en of men in de eerste toekomst de ziekenhuiskwestie die des tijds onvolledig werd afgedaan opnieuw aan de or de zal stellen. We kunnen begrijpen, dat de raad tegen de uitgave van een niet gering bedrag voor den bouw van een nieuw ziekenhuis op ziet, doch o. i. mag hier de zui nigheid de wijsheid niet bedriegen. Een ziekenhuis, dat niet voldoet aan de eerste eischen, kan meer kwaad stichten dan een zieken huis, dat er niet is, en daarom zouden we durven ad- viseeren „laat het Gasthuis verdwijnen en brengt de patiënten in het R. K. Ziekenhuis te Vlissingen en in het Gasthuis te Middelburg onder, of. geeft ge hoor aan den wensch, in het rapport van Dr. Duy vis vervat. Vlissingen mag, wat de ziekenhuiskwestie betreft, wel eens de oogen laten gaan naar Zuid-Beveland, dat al meer dan een jaar over twee zeer modern geoutil leerde verpleeginrichtingen beschikt. X Zoo gelukkig Zuid-Beveland reilt met zijn zieken huizen, zoo onfortuinlijk zeilt het met de electriciteit. Wederom zijn er eenige maanden na de jongste bijeen komst der provinciale staten (waarin in beginsel be sloten werd de middengroep te electrificeeren) ge storven en nog bemerkt men in de Bevelanden niets van een ernstige poging om er electriciteit te brengen. We moeten zeggen „Het loopt toch wel de spuigaten uit, dat gesukkel der P.Z.E.M." Konden de onder handelingen van de Société Anonyme te Vlissingen nu waarlijk niet eens wat .bespoedigd worden De middengroep voelt zich opnieuw deerlijk door de P.Z.E.M. teleurgesteld. O. a. blijkt dit uit het adres dat dezer dagen aan verschillende overheidsinstellingen en aan de pers verzonden is door het comité van actie inzake de elec- trificatie van Goes.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 2